Montenegro praktisch
Laatste Aanpassing 01 September 2013
|
1 Reacties
De eerste camping is langs de fjord Boka Kotorska, bij Morinj (( km voorbij de ferry): autocamp Naluka. Deze krijgt in de ADAC gids, voor zover we weten de enige campinggids die campings in Montenegro weergeeft, 2 sterren.
We bezoeken in de omgeving
- Kotor : (halve dag) men kan langs verschillende wegen vanuit Morinj tot Kotor rijden. Wij keren de 5 km terug en nemen het veer over Kota Kotorska, daar waar dit slechts 1000 m breed is. De overtocht duurt 5 minuten en kost 4,5€, ticket te kopen voor men op de ferry rijdt.
Verder rijden we via Tivat en de tunnel naar Kotor. Bij Kotor zijn er parkings bij de “Main Gate” en de noordelijke toegangspoort. Het is er toeristisch erg druk tijdens de voormiddag, dus tijdig een parkeerplaats zoeken loont de moeite. De parking kost 0,6€ per begonnen uur.
De oude stad, Werelderfgoed op de Unesco-lijst, is vrij klein. Er mogen en kunnen geen vervoersmiddelen gebruikt worden binnenin de muren. In tegenstelling tot de stadsmuren rond Dubrovnik in Kroatië, kan men hier niet op de muren wandelen. Een deel van de stad ligt immers op de erg steile helling (waar geen gebouwen op staan) en eindigt op een ford, bijna 1.400 treden hoger dan de “Lower city”. Wil men tot dit fort klimmen, dan betaalt men 3€ per persoon en rekent men ongeveer 1,5u staptijd, met pauzes om uit te blazen en om foto’s te nemen. Er zijn 2 toegangen vanuit de oude stad om de klim aan te vatten.
In Kotor kan men de Kathedraal Sint Tryphon bezoeken, een Romaans bouwwerk dat al meermaals gerestaureerd is. Toegang is 1,5€ per persoon. De kerk is mooi en op de eerste verdieping is er ook een museum.
In de stad is er ook een Maritiem museum, dat we echter niet bezoeken.
Het is leuk wandelen in de oude stad. We proberen de groepen geleide bezoeken te vermijden. Naast de cruise-bezoekers komen hier immers ook busladingen toeristen, op hotel in Dubrovnik, hier op bezoek. Toch zijn vele straatjes rustig en zijn de bezoekersstromen niet eindeloos. In het stadje zijn er ook hotels, restaurants en cafe’s. Voor voedsel is er een supermarkt is net buiten de oude stad richting noorden. De kraampjes aan de muur tussen de centrale en de zuidelijke toegangspoort verkopen mooi fruit en groenten, andere brengen regionale specialiteiten aan de man.
De stad loont zeker een bezoek.
- Herceg Novi: (halve dag) om het museum in Igalo en de oude stad (Stari Grad) van Herceg Novi te bezoeken parkeert men best bij de toeristische dienst bij het strand in Igalo. Daar kan men bij een vriendelijke dame in het Engels info bekomen en een stadsplan krijgen. We wandelen langs de promenade richting Herceg Novi en net voor de voetgangerstunnel is er een trap met 107 treden die bij het museum komt. Ook in het museum spreekt de dame een beetje Engels. Het gebouw was van een rijke familie en ligt op een rots-uitsteekpunt boven de baai. Dit Regionaal Museum kost 1,5€ per persoon en geeft een mooi overzichtje van vondsten vanaf de prehistorie tot op heden. Er is ook wat geschiedenis. De uitleg is ééntalig Montenegrijns. Maar als men al wat geschiedenis in de reisgids gelezen heeft, weet men waarover het gaat.
Vanaf het museum blijven we boven de zee, op het einde van de straat rechts gaat het weer naar Herceg Novi en komt men in het bovenste deel van de oude, versterkte stad. Het is een mooi stadje, vrij smal. Mits nog wat trappen te beklimmen komen we hoger, maar we gaan niet tot helemaal bovenaan de versterkte muren. Vanaf de hoogte kan men in de oude stad afdalen tot op zeeniveau. We komen nog langs een versterkt deeltje van de muren, maar daar moet voor het zicht betaald worden.
Vanaf de basis keren we langs de promenade terug richting westen naar Igalo. We stappen ongeveer 2,5 km en op het strand ligt hier de ene mens naast de andere. Het strand is vrij kort, soms maar plaats voor 1 rij ligzetels. Het strand is voor het grootste deel uit beton, een enkele keer zijn er dikke keien en op één plaats heel fijne keitjes. De hele weg is de promenade een aaneenschakeling van winkels, eetgelegenheden en cafés. Soms is het strand iets breder en zijn er strandcafés. De meeste mensen zijn Montenegrijnen, of mensen uit Servië, Bosnië-Hercegovina en Oosteuropeanen. De mensen vinden hier veel zon, strand (!), zee en (nog redelijk) betaalbare prijzen.
- Cetinje, panoramische weg er naar toe, en Lovcen Nationaal Park : (volledige dag) Cetinje was de hoofdstad van Montenegro ten tijde van het prinsdom en koninkrijk, in de 19de en begin 20ste eeuw.
Het belangrijkste van een stadsbezoek zijn enkele gebouwen uit de koninklijke tijd (sommigen erg vervallen), en de musea. De weg(en) vanuit Kotor naar Cetinje zijn panoramisch zeer mooi evenals de landschappen.
Het eerste deel van de weg, die start in Kotor, wordt ook wel de “Ladder of Cattaro” genoemd, of de ladder van Kotor. De klim is heel erg steil en de hedendaagse weg volgt een oud muilezelpad. De weg is goed geasfalteerd, net breed genoeg voor het kruisen en voorzien van 25 haarspeldbochten. Men heeft zeer mooie uitzichten op de fjord van Kotor. Na deze steile klim. Iets voor Njegusi is er een tweesplitsing, beide wegen leiden naar Cetinje. We kiezen eerst de weg rechtdoor. Deze gaat niet door het Nationaal Park Lovcen, maar komt na een verder klim tot op een pashoogte op een hoogplateau. Hier leven bergvolkeren van landbouw. Overal wordt lucgtgedroogde hespen verkocht, bergkaas, honing en lokale jenevers. Heel anders dan de klim, maar mooi om door te rijden. De weg klimt verder tot 1006m hoogte. Daar begint de afdaling tot Cetinje dat op 703m hoogte in een hoogvlakte ligt. Bij het binnenrijden van Cetinje krijgt men nooit de indruk dat men in een stad aankomt, er zijn enkel velden en huizen.
De stadskern is zelf erg klein. Parkeren gebeurt langs de straten en pleinen. Het stadje geeft ons de indruk dat het nu pas de renovatie begint. Met het stadsplan uit de Bradt “Montenegro” en enkele vragen aan een taxichauffeur weten we waar onze auto geparkeerd staat. De namen van de straten zijn in het Servisch schrift aangeduid en dat hebben we nog niet onder de knie!
De verschillende musea hebben een toegangsprijs variërend tussen 3 en 5€, maar men kan een globale toegangskaart kopen voor 10€ per persoon. De musea zijn niet erg groot, maar geven toch een mooi beeld over de geschiedenis, de etnografie, de tijden van het koninkrijk, prehistorische vondsten uit het ganse land, oudere en moderne Montenegrijnse schilderkunst en er is een grote reliëfkaart te zien van Montenegro. Alles samen erg interessant en gevarieerd. In elk museum is er wel iemand die in Engels (en zelf één in Frans) inleiding geeft voor men begint rond te wandelen.
Lokaal voedsel (soort plat, vers gebakken Turks brood met berghesp en bergkaas) is er overal te vinden.
Daarna keren we terug richting Kotor, nu door het Nationaal Park Lovcen. Dit park is 6.400 ha groot en de hoogste top, met telecommunicatiemast, is 1749m hoog.
We komen voorbij het parkinformatiebureau. Daar kunnen wandelaars een kaart bekomen (en toegang betalen) met uitleg over de wandelpaden. Voor zover we zien (wij wandelen er niet) zijn de wandelpaden zeer goed bewegwijzerd en aangeduid. Wat verder is er een adventure park voor mensen die eerder houden van zachtere adrenalinesporten.
Ondertussen onweert het hier in de bergen, maar richting zee is er nog steeds blauwe lucht.
Wat verder is er een afsplitsing naar de top Jezerski, 1657m. Boven is er het mausoleum van één vn de prinsen. De weg is ook weer voorzien van een aantal haarspelbochten. Na een tijdje is er een parking, en moet er te voet verder gegaan worden over een klimmende geasfalteerde toegangsweg. Verder zijn er nog bijna 500 treden in de rotsen uitgehouwen, sommigen zijn al omgezet in steenslag. De toegang tot het mausoleum is 5€. Het uitzicht is vrij naar alle richtingen, maar tijdens de regen eerder beperkt.
Na deze top daalt de weg eerst terug tot de afslag en dan verder tot we op de weg van deze ochtend terecht komen. Het stuk weg tussen beide afslagen geeft zeer mooie zichten op de fjord, maar door de donkere lucht en het wazige zicht minder om foto’s te maken. Dit stuk weg is net breed genoeg voor 1 auto, gelukkig kan men af en toe opzij in het grind rijden (zij die langs de kant van de helling rijden, de andere hebben een diepe, steile afgrond naast zich!).
In het totaal hebben we langs deze mooie route meer dan 100 haarspeldbochten gevolgd!
Een echte aanrader.
- gedeeltelijk circuit rond de fjord : (halve dag) vanuit Morinje gaat de weg rond de fjord richting Kotore. De eerste halte is Risan. Daar zou een Romeinse nederzetting geweest zijn. Nu zijn er nog enkele mozaïeken uit die periode te vinden, allemaal afkomstig uit één huis. Toegang 2€ per persoon. Er zijn een vijftal mozaïeken te zien, maar de laatste 2 die pas in 2007 zijn ontdekt, zijn op dit moment (2013) weg genomen voor restauratie. Van de 5 mozaïeken is er één meerkleurig, de 4 andere zijn in zwart-wit. Deze mozaïeken zijn niet de mooiste uit de Romeinse periode, maar ze zijn een bezoekje zeker waard.
Het volgende dorp is Perast. De auto moet net buiten het dorpje geparkeerd worden. Kostprijs 1€ per uur. Men is bezig met de oude gebouwen, waarvan sommigen echts groots zijn, te restaureren. Hier kan men een bootje huren om zich naar de 2 kleine eilandjes te laten varen. Op elk van die eilandjes is er een kerkje. Omdat het zondag is, ligt het (bijna) ganse dorp langs de waterlijn op beton te zonnen of in zwemmen ze in het water.
Kotor is het volgende stadje, we bezochten het reeeds voordien.
We vervolgend de weg langs de fjord richting Lepatane. De baan ligt net naast het water en is net breed genoegom 2, niet al te grote auto’s te laten kruisen. Mooie zichten op de fjord en zijn omgeving, met daarboven een blauwelucht.
Voorbij Lepatane rijden we naar Tivat. Hier ligt de oudste driemaster van het Yoegoslavische tijd. Hij is te bezoeken tussen 19u en 21u. Mooi schip.
Omdat de fjord heel sterk gebogen oevers heeft, krijgt men bij een rondrit steeds een ander uitzicht.
Na enkele dagen aan zee, is het tijd om de bergen in te trekken. Het grootste deel van het land is bergachtig, maar de meeste bewoners wonen in het vlakkere gedeelte.
Net voorbij Molinje gaat er naar links een weg de bergen in. Deze weg ligt zeer goed, breed genoeg, helemaal geasfalteerd. Na 27 km komt deze weg uit op een hoofdweg, zij het van mindere kwaliteit. Die volgen we tot Niksic. Dan gaat het richting noorden , Pluzine, maar na 16 km slaan we af richting Savnik. Vanaf hiet wordt het landschap mooi en mooier. In Savnik gaan we dan weer richting noorden tot Zabljak. Hier is, voor zover we nu weten, de enige plaats in het binnenland van Montenegro waar campings te vinden zijn. Zabljak is een centrum voor bergsport, hiking, rafting en wintersport. Het dorp igt aan het Durmitor Nationaal Park waar niet alleen mooie landschappen, flora en fauna te vinden zijn, maar ook de diepste canyon (van Europa), nl. deze van de Tara rivier, met muren tot 1300m hoogte.
Zabljak is het hoogstgelegen stadje in de ganse Balkan, op 1435m. We kamperen op camping Ivan Do.
Bezoeken en uitstappen:
- Curevac : (halve dag) Curevac is een uitzichtpunt, gelegen op 1626m hoogte, van waar men hét zicht heeft op de diepste Tara-kloof. Hier is de kloof 1300m diep. De Tarakloof is 93 km lang, de langste en diepste canyon van Europa.
Om er te komen moet er eerst een 7-tal km met de auto gereden worden. Komend van de camping in Zabljak centrum voor de toeristische info links afslaan. Kort na de winkels links is er een zijstraatje waar een bord C. Gora staat. Dit volgen en verder Tepca blijven volgen, soms ook Curevac. Na ongeveer 7 km vanaf Zabljak eindigt het asfalt en zijn er geschilderde borden naar Curevac. Hier kan de auto geparkeerd worden. Het pad dat hier vertrekt loopt langs de afgrond en gaat op en neer met mooie uitzichten. Na een klein uurtje is men op de top vaan een rots met uitzicht op de diepte zowel links als rechts. Erg indrukwekkend.
Wil men een veiliger wandelpad, door de bossen, dan keert men vanaf de parking 700m terug langs het asfalt en slaat men links af. Beide paden komen na een tijdje samen.
- wandeling in het Nationaal Park naar Zminje-meer: naar een mooi meertje met zeer helder water waar een soort salamander leeft die endemisch is in dit meertje (halve dag). Vertrek vanaf de camping naar links (middelste van de 3 wegen). Na een vijftal minuten staan er wegwijzers voor wandelpaden naar rechts. Hetbospad volgen, de rood-wit-markering is de leidraad. Men komt wat later op een asfaltweg, die naar links volgen ven bij een bocht naar rechts, de niet-geasfalteerde weg naar links volgen (nog steeds de rood-wit-markering). Na een uurtje stappen ziet men op de wandelborden enkel nog roden en zwarte paden. Er is ook een plattegrond. Daar links inslaan en na ongeveer 5 minuten bereikt men het mooie meer. Men kan er rondwandelen. Mooie wandeling. Terugweg dezelfde als de heenweg.
- Wandeling rond het Zwarte Meer (Crno jezero) : (halve dag) vanaf de camping langs de weg moet men 500m afdalen en komt men aan de toegang tot het Nationaal Park Durmitor. Hier moet men 3€ per persoon als inkom betalen (+ 0,5€ als men de auto hier parkeert). Dan volgt men weer 500m asfalt tot aan het meer. Deze 500m wordt zeer veel gevolgd door busladingen kusttoeristen die het Nationaal Park Durmitor “even” bezoeken.
Het Zwarte Meer bestaat in feite uit 2 meren: het Grote Meer en het Kleine Meer. Als er veel water in de meren staat, zoals nu in juli, dan ziet men slechts 1 meer. Daalt het waterpeil, dan drogen de meren wat uit en komt de rots, die de 2 meren van elkaar scheidt, bloot te liggen.
Het Grote Meer wordt gevoed door bronnen, door een zijrivier en door regenwater. Het Grote Meer ontwatert naar de Tara rivier. Het Kleine Meer daarentegen wordt 1 maal per jaar gevoed door een soort onderaards reservoir dat overloopt op een bepaald moment in juni. Dit ondergrondse reservoir krijgt zijn water van smeltende sneeuw. Als dat reservoir geledigd wordt dan worden er een aantal watervallen gevormd die met veel gedonder hun water afvoeren naar het Kleine Meer. En het Kleine Meer ontwatert ook al ondergronds naar de Komarnica rivier. Nog enkele vreemde verschijnselen: in juni, als de watervallen het Kleine Meer vullen, is er zoveel water, dat het Kleine Meer overloopt naar het Grote Meer. Later op het jaar, als het waterpeil daalt en enkel het Grote Meer nog voorzien wordt van water, loopt het Grote Meer over naar het Kleine Meer, tot het waterpeil van beiden zoveel gedaald is dat er geen verbinding meer bestaat tussen beiden. Het Grote Meer heeft een maximale diepte van bijna 50m, het Kleine Meer van bijna 25m.
De wandeling rond het Zwarte Meer is zeer mooi op het vlak van natuur. Regelmatig staan er ook infoborden, in het Montenegrijns en het Engels. Hierdoor weten we welke dieren in het water voorkomen, welke zoogdieren in het gebied leven en welke vogels men kan zien. Info over bloemen is er niet, er staan r gewoonweg teveel verschillende soorten.
We doen de wandeling in tegenwijzerzin. Dit heeft het voordeel dat de klimmen steil zijn, en de afdalingen zachter en langer.
Aan het Kleine Meer is ook de plaats gemarkeerd waar Tito tussen 20 en 29 mei 1943 met zijn partisanen schuilde, tot de invasie van de nazi’s hem verdreef.
’s Namiddags is het erg druk bij het Zwarte Meer.
Wandeling die zeer de moeite waard is.
- het visitors center van het Nationaal Park : ligt op 200 m van de parktoegang langs de weg naar Zabljak, gebouw met een blauw dak. Met het ticket van het Nationaal Park mag men dezelfde dag gratis binnen. Zoniet moet er ook 3€ per persoon betalen, en dat is het museum niet waard. Enkel interessant als men in de flora en fauna geïnteresseerd is.
- weg door het Nationaal Park tot Trsa : (5 uur) 4 km ten zuiden van het centrum van Zabljak (eerst richting Savnik) is er , temidden vaan de velden een kruispunt met een geasfalteerde weg. De weg naar rechts, zonder enige vorm van wegwijzer, gaat naar Trsa. Wat verder is er wel een wegwijzer. Deze weg loopt door het Nationaal Park, eerst langs eenzame beukenbossen, later enkel nog grasvegetatie en rotsen. In het grasland staan heel wat bloemen. Het uitzicht op de bergen en de valleien is groots. Hier en daar ziet men kuddes schapen en een enkele zomerboerderij. De weg stijgt naar een eerste pas op 1907m hoogte? De pas is duidelijk aangeduid, er is parkeergelegenheid en er vertrekt minstens 1 wandeling. Hier is een uitzicht op de 2 valleien.
Dan is er een kortere afdaling naar een hoogvallei. Bij de klim komt men rechts een herdenkingsplaket tegen voor een Montenegrijnse alpinist die op 48 jarige leeftijd, in 2005 bij een lawine op de Matterhorn is omgekomen.
De weg klimt verder naar een tweede pas op 1884m hoogte. Hier is geen aanduiding. Hierop volgt de afdaling naar de Piva vallei. Na een tijdje is er rechts een boerderij waar er kaas verkocht wordt (erg goedkoop) en er is ook een bron waar mensen hun waterflessen komen tanken. Hier is het Nationaal Park ten einde, de rest van de afdaling is door weiden, die iend juli gehooid worden. We zien ook een zeer grote bijenkwekerij, er wordt echter geen honing ter plekke verkocht. Met al de bergbloemen zal er wel lekkere honing geproduceerd worden.
We dalen verder af tot Trsa. Hier staat een infobord, worden er kampeerhutten verhuurd (5€ per persoon) en is er een café-restaurant. Men kan nog verder afdalen naar Pluzine of naar de Piva-stuwdam. Wij keren in Trsa terug.
De route is zeer de moeite waard, landschappelijk erg mooi. De weg is geasfalteerd en regelmatig komt men andere toeristen tegen.
- canyon Nevidio of Onzichtbare Canyon : ((1,5u) Vanuit Zabljak volgt men de weg naar Savnik door de tunnel. Een eind voorbij de tunnel is er rechts een bord naar Poscenje. Hier slaan we af (naar rechts). Wat verder passeert men een baantje naar links, maar de weg gaat rechtdoor. 1600m na de afslag is er een Y waarbij we de linkerbaan nemen. 200m verder is er een brug en is er parkeergelegenheid voorbij de brug. Vanop de brug is er een prachtig uitzicht op het begin van de canyon. We zien dat de rivier een bocht neemt naar rechts. Vanaf dan is er op geen enkele manier nog een uitzicht op de rivier mogelijk. In 1965 zijn Montenegrijnse canyon-alpinisten afgedaald om de rivier te volgen.
Een boer toonde ons de weg verder te vervolgen. Na 900m geklommen te hebben staat er rechts, net voor een zijweg naar rechts een bord voor wandelaars en staat er vermeld “Kanjon Nevidio”. Hier is er naar links een wandelpad met op het uiteinde het uitzicht op de canyon, maar zonder zicht op de rivier.
Nog eens 200m verder langs de baan is het onzichtbare gedeelte van de canyon voorbij en verbreedt de vallei iets.
Terugweg zelfde als heenweg.
- Pljevlja en de brug over de Tara : (halve dag) Verlaat men Zabljak richting oosten, dan komt men na 22 km op de hoofdweg Podgorica – Belgrado. Direct bij dit kruispunt ligt de brug over de Tara. Hier is er nog steeds een canyon, maar de hoogte is al veel minder t.o.v. deze die we Curevac zagen. Hier komen ook de busladingen toeristen kijken, die de brug samen met het Zwarte Meer in het Durmitor N.P. bezoeken.
Maar ’s morgens zijn er nog geen toeeristen en kan men de brug, de canyon en de Tara rivier in alle rust bekijken. Voordat men de brug oversteekt, zijn er enkele gedenkplaten. Een ervan is van de ingenieur, die in 1943, één jaar oud was de brug toen, een deel van de brug heeft opgeblazen zodat de vijand aan de overzijde moest blijven. Hij heeft er echter zijn leven bij verloren. Slechts een deeltje van de brug was verwoest en op het einde van de oorlog kon men ze precies in haar oorspronkelijke staat herstellen.
Na de brug klimt de baan opnieuw, maar tot een beperktere hoogte.
De baan loopt verder tot Pljevlja (en dan verder naar Servië). Pljevlja heeft een aantal archeologische opgravingen waarvan er één, van de Romeinen, nog zou terug te vinden zijn. Dus we gaan in Komini, waar de resten te vinden zijn, op zoek. De archeologische vindplaats van Komini staat mooi aangeduid langs de baan. De afslag is bij de thermische kolencentrale aangeduid. Maar verder niets meer. Uiteindelijk vinden we ze: nadat men de afslag is ingedraaid is er na een vrij korte tijd een straatje rechts dat omhoog naar het dorp gaat. Dit rijdt men echter voorbij en wat verder, rechts, is er een veld met huis en hooimijt te zien, gekenmerkt door een degelijke omheining en dito hek. Er is een gebetonneerde oprit naar beneden. Hier in dit domein liggen de overblijfselen van een Romeinse necropolis. Er liggen, vrij dicht bij elkaar, een groot aantal grafstenen. Sommigen bevatten een tekst, andere gebeeldhouwde hoofden of lichamen. De eigenaar was bezig te hooien, en liet ons na even binnen (hier verstaat geen mens Engels, en wij geen Montenegrijns, dus alles met wat beperkte woorden en gebaren, en uiteindelijk toch de tussenkomst van een helper die een beetje Engels spreekt).
In het stadje zelf zijn er 3 belangrijke plaatsen te bezoeken. Het Regionaal Museum echter is gesloten. Men zou het oude herstellen of een nieuw bouwen om al de vondsten tentoon te stellen.
Verder is er in het stadje de oude Hoessein Pacha Moskee uit de 16de eeuw. Men is daar al 6 jaar bezig met restauratie, maar men kan het gebouw aan de buitenzijde goed zien.
Buiten de stad, bergop ligt er een, ook al 16de eeuws, het Sveta Trojika Monasterium, Servisch ortodox. De weg er naar toe is goed bewegwijzer, eens men vanuit het stadje juist georiënteerd is (dus weer vragen!). De gebouwen zijn zeer mooi, binnenin de kerk zijn er fresco’s van het einde van de 16de eeuw, erg veel en mooi. Links achteraan het kerkje is er een bron en een vijvertje.
Verder is de stad erg bedrijvig, maar toerisme is hier nog zeer beperkt. Toch is een bezoek de moeite waard.
Van het noorden rijden we naar het zuidoosten. Plav is het dorp waar nog een camping te vinden is, Laka Views. Over de bergen hier, en verbonden via ezelspaden, ligt Kosovo. In Plav zijn vele vluchtelingen toegekomen tijdens de oorlog waarbij Kosovo zich van Servië wilde afscheiden. Plav is zich nog aan het herstellen van deze na-oorlogse problemen. Vele gebouwen in het dorp staan leeg, ook gebouwen die in opbouw waren/zijn. Alles is hier goedkoper, er is geen rijkdom bij de mensen te vinden. We kopen hier bijvoorbeeld een ijsje waarbij we 4 bollen krijgen voor 1€!
De weg van Zabljak naar Plav is een goede 160 km lang. Eerst rijden we van Zabljak naar de brug over de Tara rivier en daar slaan we af richting zuiden, langs de Tara. De weg daalt, de rivier stijgt (we rijden stroomopwaarts), zodat we uiteindelijk in de Tara canyon rijden. Hier is nog steeds het Nationaal Park Durmitor, de omgeving is zeer moot. Bij Mojkovac verlateen we de weg, rijden we nu op waterniveau de Tara over en gaan we oostwaarts. 3 km ten zuiden van Bijelo Polje verlaten we ook deze weg en gaan wij verder richting zuiden naar Berane.
- Berane: Polimski Muzej : goed bewegwijzer museum in het centrum van de stad. Gratis toegang. Op de benedenverdieping zijn er werken van (surrealistische) schilders uit de omgeving, alle daterend in de jaren ’70. Boven zijn er archeologische vondsten vanaf 9.000 vC te zien. Ze komen alle uit de omgeving van Berane.
In Berane gaan we inkopen doen. In het groentestalletje neem ik een zakje om wat tomaten, die ik uitkies, in te steken. Dit is hier blijkbaar niet zo de mode, dat vrouwen, in de (moslim) mannenmaatschappij hun zin doen. De man zegt wat, maar we verstaan hem niet. Dus vul ik nog 3 zakjes, hij legt er zich maar bij neer. Ook het bedrag versta ik niet, ik toon wat kleingeld en hij neemt alles aan. In de supermarkt kijk ik om wat vlees te kopen, maar “beef” verstaat men ook niet, dus ik doe wat geluiden van dieren na. Blijkbaar is er enkel varkensvlees, maar er is ook gedroogd rundsvlees. De communicatie is toch nog gemakkelijker dan in China, hier verstaat men nog dierengeluiden!
Vanuit Berane blijven we de Lim rivier volgen richting zuiden tot Plav. Vanaf de afsplitsing onder Bijelo Polje zijn we in het gebied van de pruimen en dus ook de slivovitsj, de zelfgemaakte pruimenlikeur. In het stadje Plav zijn er momenteel “bosbesfeesten”, ze duren tot 5 augustus. Maar de folders zijn eentalig Montenegrijns en de mensen kunnen de specifieke termen niet vertalen.
- Gusinje : (halve dag) Volgens de kaart zijn er 2 wegen van Plav naar Gusinje. Maar in werkelijkheid is de zuidelijke weg niet onderhouden, smaller en langer, zodat enkel de noordelijke weg genomen wordt. In Gusinje zijn momenteel nog enkele kleine vluchtelingententen en –barakken te zien. We nemen de weg richting Vusanje en na een korte tijd is er een afsplitsing. Naar rechts gaat het naar de Ali-Pasha bronnen. De baan eindigt daar en er is een café-restaurant waar de vrouw Duits en de man Engels spreekt. Zij is in dat huis geboren en kent de streek zeer goed.
De Ali-Pasha-bronnen bestaan uit 135 waterbronnen die zomaar uit de rots of uit de bodem helder, koud water leveren, samen aan een hoog debiet. Er zou (volgens Duitse onderzoekers) in het gebergte een zeer groot ondergronds meer voorkomen dat het water levert. Hoe het meer gevoed wordt is een ?, maar zeker is dat de bronnen continu hun water leveren of het nu hard heeft geregend of er in maanden geen druppel gevallen is. Mensen komen hier met flessen om direct bij een bron water te tappen.
Hier vertrekken enkele wandelingen. Volgens de reisgids zou hier ook een Nationaal Park moeten zijn, dat aansluit bij een N.P. in Albanië en bij een N.P. in Kosovo. Alleen, in Montenegro bestaat dat park enkel op papier, zijn er nog geen mensen aangenomen om het park te beheren, te onderhouden. Bijgevolg staan er wel borden voor wandelingen, maar verder is er geen enkele rood-witstreep en geen bewegwijzering. We stappen door het bos, langs de steile rotsen en komen uiteindelijk na 1,5u in Vusanje. Hier zou er een waterval zijn, maar de afstand is nog te ver. Men kan de waterval ook per auto bereiken.
- Vusanje : Als men naar Gusine rijdt en de bewegwijzering naar Vusanje volgt, moet men bij de Y-sprong de linkerbaan nemen. Men komt 2 afsplitsingen tegen naar rechte, die laat men. De baan blijft geasfalteerd tot bij een brug en een grote parkeerplaats rechts. Hier de auto achterlaten en rechts kan men dan naar de Skakavica-waterval. Men ziet de bovenloop van de rivier en het water over een rand naar beneden vallen. Om het water te zien vallen moet men wat meer rechts en over de rand proberen kijken. Dit is de eerste trap van de waterval, die letterlijk in een holte valt. Verdere vallen kan men niet zien.
Keert men terug naar de weg, dan kan men rechts beginnen wandelen. Er staan een aantal wandelingen aangeduid van korter tot 20 km en van gemakkelijk tot zwaar. Er volgt zeer kortbij een tweesplitsing. Enkel de weg naar Ropajan gaat verder. De weg loopt to Ropajan door de vallei, vanaf dan begint de klim en dat gaat tot zelfs in Albanië. Deze weg gaat over de bergen en is erg moeilijk. Het pad werd ook door vluchtelingen gebruikt, net zoals alle grenspaden in de omgeving. Wij wandelen enkel tot Ropajan, 2u enkele richting. De oals overal in Montenegro zijn de wandeltijden erg ruim gerekend. Ook tragere stappers kunnen nog binnen de tijd blijven.
De wandeling geeft mooie uitzichten op de bergen, hier en daar met sneeuw, en op hoogplateau’s vol met bloemen en vlinders. Mooie wandeling.
In de omgeving van Plav zijn er heel wat zwaardere trektochten en ook mountainbike tochten te maken. De bewegwijzering is niet overal even goed, maar dat zal wel verbeteren in de toekomst.
Tussen Plav en Gusinje staan er nog enkele tentenkampen met vluchtelingen, misschien Roma’s.
Vanuit Plav keren we terug richting noorden. Een andere mogelijkheid is er niet. Er loopt nog een onverharde weg naar het westen in Albanië. Maar die blijkt zo slecht te zijn, dat enkel 4x4 die kan berijden.
Tot Andrijevika, 25 km ten noorden van Plav, moet men langs de hoofdweg terug keren. Dan is er een opsplitsing mogelijk en kan men naar Kolasin via een binnenweg. Ook die blijkt erg slecht te liggen met veel, diepe putten, zodat de omweg via Mojkovac minder tijdrovend is.
Wij rijden even rond naar Bieljo Polje.
- Bieljo Polje : is geen mooi stadje langs de weg naar Belgrado, de hoofdstad van Servië. We bezoeken er het museum. Het gebouw ervan ligt in een tuin (maar niet onderhouden) en was oorspronkelijk een school, later een Kindergarten en tijdens de oorlog was er een kamp ingericht.
In 1957 werd hier het stadsmuseum in onder gebracht. Hier zijn wat archeologische vondsten tentoon gesteld en is er ook een etnografische afdeling. Normaal moet er 1€ per persoon betaald worden, maar die moeite neemt men niet meer. Waarschijnlijk is sinds de opening van het museum er niets meer veranderd aan de tentoonstelling.
Net voorbij Mojkovac is er het oudste nationaal park, het Biogradska N.P.
- Biogradska Nationaal Park: inkom 3€ per persoon. Dit nationaal park was ten tijde van het koninkrijk al een beschermd gebied voor de plantengroei. Het gebied is erg bosrijk en telt een vijftal meren. Er is bij het voornaamste meer, het Biogradska meer, kampeergelegenheid. Maar, volgens verschillende mensen die we tegen kwamen, is er ’s avonds zo een massa stekende muggen, dat er kamperen echt onaangenaam is.
Er staan in het gebied mooie, dikke loofbomen, sommigen zijn zo oud dat er enkel nog een uitgeholde stam overblijft. We bezoeken enkel het meer. Mooie plaats om te picknicken.
Van Mojkovac naar Kolasin volgt de weg de Tara rivier . Dan gaat de weg verder naar Podgorica en eens men voorbij de afslag naar Zabljak rijdt, komt men in de canyon van de Moraca, een prachtige omgeving. De weg daalt continu tot Podgorica (daling van 1000m), er is veel verkeer, donkere tunnels, snelrijders en vooral veel foto’s met plastieken bloemen langs de kant. Die herinneren de doden die langs de weg vielen.
Velen doen niets liever dan de “trage” auto’s voor hen voorbijsteken, en dan liefst nog net voor een bocht. Ze zien dan geen tegenliggers!
Podgorica ligt terug in de vlakte, aan de Moraca rivier. Die blijven we volgen richting kust. De weg gaat door het Skadar Meer Nationaal Park en wat verder kan men kiezen: men rijdt via de (nieuwe) tunnel naar Bar, 2,5€ per auto, of men gaat over de bergen.
Wij rijden naar het zuidelijke deel van de kust, de campings zijn hier kustcampings. Ulcinje is het laatste stadje, de bevolking bestaat vooral uit Albanezen die moslim zijn. In de lokale megamarkt is er een opsplitsing in de vleesstand met varkensvlees en de stand met allerlei voor de moslims.
Bezoeken:
- Ulcinje: (halve dag) Leuk stadje met een oude vesting. In de vesting zitten er allerlei musea-tjes gehuisvest. Inkom 1€ per persoon. De vesting ligt op een rots boven de zee. Men parkeert best langs de hoofdweg nabij de markt, 0,5€ per uur.
Lekkere ijs in ijssalon net voor het hotel Dolcino.
Marktgedeelte met veel verse groenten en fruit (dat men ook in stalletjes langs de weg kan kopen).
- route boven het Skadar Lake N.P.: (halve dag) Deze weg loopt langs de lange zijde van het meer op het grondgebied van Montenegro.
Vanuit Usinje volgen we de weg naar Albanië, het is een drukke weg vol West-Europese nummerplaten met chauffeurs die afkomstig zijn uitMontenegro enAlbanië. Tijdens de Balkan-oorlog zijn vele mensen het geweld immers gevlucht. Er is nog een benzinestation op een 7-tal km voor de grens.
Een zestal km voor de grens is er een afslag naar Ostros. Die weg nemen we. Het gaat gestadig steeds hoger de bergen in tot op de Stegvag pas. Hier is er een uitzicht op het Skadar meer, Albanië, tot zelfs de zee. Daarna gaat de weg door de bergen en is er van het meer niet veel te zien, af en toe een glimp. In Murici dalen we af, de weg is helemaal geasfalteerd en komt tot aan het meer. Er is maar een kleine parking op de kiezel. Daarna terug de bergen in en verder naar Vipasar. Af en toe is de weg erg smal, maar er zijn hier en daar uitwijkplaatsen zodat kruisen mogelijk is. Langs de weg zien we eerst kastanjebomen, verder veldjes waar tabak gekweekt wordt en uiteindelijk ook zeer kleine wijngaardjes. In Godinje wordt er wijn verkocht langs de weg.
Op dit traject zien we heel wat ezels en mensen die nog gekleed zijn zoals 50 jaar geleden, zwart en wit.
In Vipazar is het toeristisch. Alle prijzen zijn hier westers. Men kan hier ook bootjes huren om een deeltje van het meer te bezoeken waarbij er ook halt gehouden wordt om te zwemmen. Wat later komt de weg op de weg Bar-Podgorica. We stekken het meer over via de aangelegde brug, tot Vranjina. Hier is het moderne bezoekerscentrum van het nationaal park. Alle nationale parken worden er mooi voorgesteld. Inkom 2€ per persoon. Daar vertelt men ons ook dat de beste tijd voor vogelobservatie de winter een de lente is. Zo een bezoek kost, boot en gids incl. 180 € voor 2 personen, als er minimum 4 personen meegaan. En zoals altijd, vogels ziet men het best ’s morgens vroeg.
We keren terug via de tunnel richting Bar.
- Podgorica: (daguitstap wegens Ulsinje-Podgorica = 1,5 à 2u rijden enkele richting). Rond Podgorica zijn er enkele bezienswaardigheden, in de stad zijn er 3 musea en een grote groenten- en fruitmarkt.
Medun: ligt , volgens de beschrijving 13 km noordoostelijk, maar dat is in werkelijkheid wat verder. Om er te komen moet men de weg naar Kolacin volgen, tot men net buiten de stad een kruispunt tegen komt waar naar rechts Ubli vermeld staat. Hier inslaan en wat verder bij de T naar links. Dit volgen voor ongeveer 10 km. De weg gaat over een pas, met uitzicht op de stad. Een eind verder staat er naar rechts, in het Servisch schrift, bij een baan die steil omhoog gaat “Muzej”. Dat baantje volgen tot het einde, aan de voet van een rots met boven resten van een fort en kerkje. Waar de auto geparkeerd wordt is er een museum, gewijd aan hertog Marko Miljanov. Hij was een krijger, die hier met zijn leger vocht tegen de Turken. In het museum ook etnografische voorwerpen en kledij. De bordjes zijn ééntalig en in het Servisch schrift. De curator is al even eentalig en verstaat geen woord Engels.
Men kan de rots omhoogklimmen voor een uitzicht. Hier ligt de hertog begraven. Hij stierf op 68 jarige leeftijd in 1901 aan een gewone doodsoorzaak.
Niemand in Medun kan ons de Romeinse opgraving aanduiden.
Duklija: ligt (km ten noordwesten van de hoofdstad en is gemakkelijker te vinden. Vanaf de Bulevar Sv Petra Cetinjskog rijdt men naar het noordwesten. Voorbij de Voli (supermarkt) aan de rechterzijde) rijdt men de eerstvolgende ietwat bredere zijstraat rechts in. Die loopt een heel eind verder. Wanneer deze hoofdweg een bocht naar rechts maakt, volgt men rechtdoor Spuz. Deze baan kronkelt wat en eindigt op een grotere weg, die rechts vanaf een berghelling afdaalt. Deze baan naar links volgen tot net over de brug over de Zeta rivier. Daar direct naar rechts, Duklija staat hier aangeduid. De weg gaat over de spoorweg, en iets verder ziet men weer een bordDuklija. Daar is er links een open hek bij een grote omheining. Hier zijn de resten te vinden van de grootste Romeinse stad in Montenegro. Het gebied is zeer uitgestrekt, is deels opgegraven door de bekende archeoloog Evans. Blijkbaar moet er nog veel opgegraven worden. Het glas- en aardewerk is tentoongesteld in het museum in Podgorica.
Podgorica: Hier zijn, volgens de reisgids 3 musea van belang. Het eerste is het Natural History Museum, dat bij de Klokkentoren in een gebouw samen met de organisatie van de Nationale Parken gehuisvest is (of beter was). Binnen zien of horen we niemand, tot een vriendelijke, Engels sprekende jongedame de trap afkomt. Ze weet ons te vertellen dat het museum deze maand gesloten is omdat iedereen op vakantie is! Maar we kunnen het bezoekerscentrum van het Skadar Lake National Park bezoeken, zegt ze ons. Ik vraag verder, en ze weet niet of het museum ooitnog zal open gaan, of dat het misschien wel naar een andere locatie gaat!
Dan naar het Podgorica City Museum. Het ligt dichtbij het in opbouw zijnde Hilton hotel. Dat museum is open, en kost 3€ per persoon. We zijn de eerste bezoekers voor vandaag, of deze week, of… , want er is geen wisselgeld in kas. Het museum ligt op de eerste verddieping en heeft een deel archeologie, waaronder vondsten uit Duklija. Daarnaast is er een tijdelijke tentoonstelling van een lokale kunstenaar. Interessant om te zien.
Het derde museum, Palace of the Petrovics and Contemporary Art Gallery, is te vinden in het voormalig koninklijk paleis en ligt achter de Amerikaanse Ambassade. En …ook gesloten wegens restauratiewerkzaamheden. Voor hoelang? Misschien een half jaar of langer… .
Verder is er in de stad nog een grote groenten-, fruit-, zuivel- en eiermarkt. Die is te vinden als men de stad verlaat richting Bar, net voor de grote shoppingmall op de linker zijde. Een groot aanbod aan deze verse producten.
- Bar: (halve dag)In Bar zijn er twee belangrijke plaatsen om te bezoeken, enerzijds bij de zee en de ferryhaven, het oude koninklijke paleis, nu deels ingericht als museum. Er zijn vondsten uit de oude stad Bar tentoon gesteld, evenals traditionele kledij. Op de eerste verdieping is het gebouw bemeubeld en staan er enkele stukken van leden van de (vroegere) koninklijke familie. De inkom is 1€. Een stukje verder van de zee, maar goed bewegwijzerd is Stari Bar, de oude stad. Na vele oorlogen en vooral de aardbeving van 1979 is alles daar tot ruïne omgezet. Sindsdien heeft men sommige gebouwen, met de oorspronkelijke stenen en volgens het oorspronkelijke plan, deels opnieuw opgebouwd. Hier is de inkom 2€ per persoon. Kom liever niet op teenslippers, het terrein is erg stenig. Beste tijd is ook ’s morgens (open vanaf 10u), dan is de temperatuur nog OK. Het is de moeite om deze oude stad te zien, ook de uitzichten op de omgeving zijn mooi. De oude stad is immers gebouwd op een heuvel die slechts aan één zijde toegankelijk is. De andere zijden worden gevormd door steile afgronden. De grondvesten van het oude Bar gaan terug tot de 4de eeuw voor C. Dee meeste ruïnes echter dateren van de 17de eeuw.
Daarna rijden we naar de laatste camping in Montenegro, bij Budva. De afstand is slechts 2 uurtjes, zelfs met het drukke kustverkeer. Hier brengen we onze laatste 2 bezoeken.
- Budva: (een uur) is een kuststadje met een oude stad. Die is tijdens de aardbeving van 1979 helemaal verwoest, maar mooi terug heropgebouwd. De oude stad ligt aan de zee met een citadel (bezoek 2€ per persoon) en een archeologisch museum, ook in de oude stad (2€ per persoon. Beide lonen de moeite om te bezoeken. Verder is de oude stad super commercieel met Europese prijzen. Te zien aan de gebouwen, hotels en casino’s én de boten in de jachthaven, is dit de placet o be voor de rijken. Concurrentie met Dubrovnik (Kroatië, 200 km noordelijker), dat echter een mooiere oude stad heeft. Als men over de muren van de oude stad kijkt, ziet men ofwel het rondzwervende vuil ofwel overvolle stranden.
- Lovcen Nationaal Park: we hebben in het begin van onze reis vanuit de eerste camping Cetinje bezocht en ook door dit nationaal park gereden. Toen regende het echter en was onze tijd beperkt.
Nu zijn we op slechts 50 km afstand van Lovcen Nationaal Park, dus tijd om het te bezoeken. Bovendien is het nu mooi, bijna volledig helder weer.
Het hoogtepunt is de Lovcen berg met op de top het mausoleum voor de laatste prins-bisschop, bovendien was hij dichter en filosoof. Hij werd slechts 38 jaar en stierf aan TBC in 1851. De Lovcen was zijn geliefde berg. Nu is de beklimming ervan niet moeilijk meer: met de auto komt men tot 100m onder de top, de rest wordt (momenteel) via een pad en soms enkele slechte, onregelmatige traptreden beklommen. Men is bezig om een mooie stenen trap te maken van 498 treden, om de vele toeristen op slippers, zo van het strand geplukt, naar boven te leiden. De inkom van het mausoleum crypte en uitzichtpunt is 4€ per persoon. Momenteel is men het gebouw aan het restaureren. Bij de kassa kan men een boekje in verschillende talen bekomen, gratis voor de tijd van het bezoek, met uitleg. Hele zware blokken in graniet zijn hier hoog gehesen en gebeeldhouwd. Het geheel is de moeite waard om te zien, en is voor deMontenegrijnen een symbool van hun eigenheid. Ook het uitzicht is de moeite waard.
Hiermee eindigt onze rondreis door Montenegro.
AUTOCAMP NALUKA
Ten oosten van Morinj aan de Kota Kotorska
Tel 00382 32 373 101
Open van 1 mei tot 30 september
Deels beschaduwd, aan een klein, koudwater riviertje gelegen. Bij het oversteken van de weg komt men aan het strand van de fjord.
Er zijn ’s avonds lauwwarme douches (’s morgens koud water), hurktoiletten, plaats voor de was en de vaat, evenals een kraan met drinkbaar water. Er is één sanitairhokje met een zittoilet en een douche met warm water. Dit is steeds op slot, de sleutel echter gemakkelijk bereikbaar. Steeds wachttijden.
Prijs per dag: volwassenen 4€, kind 1€, tent 3,5€, moto 2€, auto 3,5€, caravan 5€, camper 8€ en stroom 3€
Nette camping met afgebakende staanplaatsen onder niet al te grote bomen.
AUTOCAMP IVAN DO
2 km van Zabljak tot de toegang tot het Nationaal Park, en dan nog 1 km naar het gehucht Ivan Do.
Tel 069 0417 49
Helemaal niet beschaduwd, de plaatsen liggen op open weiden. Maar door de hoogte is schaduw eerder ongewenst om de tent neer te zetten. ’s Nachts is het erg koud en vochtig, een warme slaapzak is op zijn plaats
Nieuw (2013) sanitairblok met 2 zittoiletten en 2 douches met warm water, plaats voor de afwas en zelfs een kookvuur.
Prijs per dag: volwassenen 2€, kind 2€, tent 2€, moto 1€, auto 1€, caravan 2€ en stroom 2€
De camping heeft een zeer mooi uitzicht op het Durmitor massief en is schitterend gelegen, net bij het Nationaal Park, dus excellent om wandelingen te starten.
CAMP LAKE VIEWS
Voor het dorp Plav aan het Plav Meer (Plav jezero).
Tel 067 504 089
Weide op een kleine 100m van het meer, waarbij het meer gemakkelijk bereikbaar is. Op de weide zijn er 2 grote notelaars, verder is het in de zon te staan. De camping ligt op iets meer dan 1000 m hoogte.
Sanitair in een bijhorende nieuwbouw, waar ook een bar-restaurant is, en men een hotel installeert. 3 douches met warm water, 2 hurktoileten waarvan 1 met douche en 1 met lavabo. Het onderhoud ervan is zeer miniem. Na navraag kan af en toe ook een zittoilet in het huis-restaurant gebruikt worden.
Prijs: 5€ per persoon, al de rest is inbegrepen.
De camping heeft een weids uitzicht op het meer en de achterliggende bergen.
CAMPSITE OLIVA
Aan het strand in Utjeha.
Tel 030 319 258
Kleine camping, via de straat gescheiden van de zee. Ligt in het zeer drukke kustgebied, dus camping volzet en het kiezelstrand ziet letterlijk zwart van de zonnebaders.
Sanitair met zittoiletten, warme douches, was- en afwasbakken en zeer proper.
Prijs: 2,5€ per persoon, 2,5€ per tent, auto 1,5€, caravan 5€, kind 1,3€, elektriciteit 1,5€.
Alle staanplaatsen zitten dicht op elkaar gepakt.
CAMPING SAFARI BEACH
Tel 069 069 229
6 km ten zuiden van Ulcinj aan een zand (of kleine kiezel) strand.
Camping in een pijnboombos en ook deel langs het strand.
Sanitair, dat continu, maar beperkt, onderhouden wordt met 3 zittoiletten en 4 douches voor elk geslacht. Verder ook bakken voor de vaat. Was moet men doen met de wasmachine (maar kleine wasjes in de douche ziet men niet).
Er is gratis wifi. Naast de camping ook publiek strand, met eigen sanitair, parasols en strandzetels.
Kostprijs 5€ per persoon, 3€ voor de auto als men die op de camping zet, 6€ voor een grote tent, 3€ voor een kleine, Caravan en mobielhome?
Mooi gelegen, ook om uitstappen langs het Skadar meer te doen.
AUTOCAMP AVALA
1 km ten zuiden van Budva langs de grote weg
Tel 086 471 507
Camping deels onder bomen in een vlak gedeelte van een vallei.
Sanitair wordt goed onderhouden en bestaat in elke blok uit een zit- en een hurktoilet, een wasgoot en een viertal douches waarvan het water via de zon opgewarmd wordt. De binnendouches zijn enkel tijdens de voormiddag en de avonduren open. Er zijn ook nog buitendouches die de ganse dag kunnen gebruikt worden.
Geen wifi. De camping ligt op 200 m van het strand, er is een ondertunneling vaan de weg.
Kostprijs elektriciteit inbegrepen ; volwassenen 3€, kind 2€, tent 3,5€, auto 2,5€, mobielhome 8€, elektriciteit 3€, verblijftaks 1€
de camping is 's nachts heel erg lawaaierig, iedereen wordt dan wakker en babbelt en lacht en maakt muziek