Reisverhaal «Island in the Sun»

Island in the Sun, Bonaire | Nederlandse Antillen | 3 Reacties 15 April 2018 - Laatste Aanpassing 17 April 2018

ABC (Aruba-Bonaire-Curaçao)

Deze 3 eilandjes, tot 2010 behorend tot de Nederlandse Antillen, liggen net ten noorden van Venezuela.

situering van de ABC eilanden ten noorden van Venezuela

Deze 3 eilanden, samen met nog 3 andere (Sint Maarten, Saba en Sint Eustachius) horen tot het Koninkrijk der Nederlanden. De 3 grootste eilanden, Sint Maarten, Aruba en Curaçao zijn zelfstandige landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden, terwijl de drie kleinere eilanden een speciale gemeente zijn binnen dit zelfde Koninkrijk.

Vroeger werden de ABC eilanden ook wel de Benedenwindse eilanden genoemd, omdat ze buiten het bereik van de hevige passaatwinden blijven met de mogelijkheid tot orkanen. De meeste eilanden in de Caribische Zee liggen in het gebied wat vroeger Bovenwindse Eilanden werd genoemd. Misschien herinneren sommigen onder U zich nog de zware orkanen in het najaar en de schade aan een aantal Caribische eilanden.

De drie ABC eilanden hebben onderling geen speciale band, het zijn afzonderlijke entiteiten met een afzonderlijk bestuur.
De zee tussen de eilanden is zeer diep met sterke zeestromingen. Daarom bestaat er geen veerdienst welke de eilanden met elkaar verbindt.

Elk van de eilanden is via de lucht (KLM) met Nederland verbonden, KLM vliegt niet van het ene naar het andere eiland.
Amerikaanse luchtvaartmaatschappij(en ?) doen de eilanden ook aan.

Aruba en Curaçao hebben een dagelijkse verbinding met Bogota via Avianca, de Zuid-Amerikaanse luchtvaartmaatschappij. Bonaire heeft geen vliegverbinding met Colombia.

Aruba en Curaçao zijn meer ingesteld op massatoerisme met grotere hotels en vooral door hun spierwitte zandstranden met wuivende palmbomen.
Bonaire daartegenover is toeristisch, maar van een heel andere soort. Hier zijn immers geen stranden. De natuur is hier heel erg belangrijk. Rond het eiland en zijn kleine broertje Klein Bonaire, is er een zee-natuurpark. Hier bevinden zich immers nog ongeschonden koraalriffen, wat duikers en snorkelaars aantrekt. De koraalriffen worden heel erg beschermd.

Daarbij is op het land en in de lucht Bonaire ook een natuureiland. Hier komen meer dan 300 verschillende plantensoorten voor waarvan een deel enkel op ABC voorkomt en daarvan een deel endemisch is op Bonaire. Daarnaast heeft men al meer dan 200 vogelsoorten geregistreerd, waarvan de helft trekvogels.

Daarom kiezen we om Bonaire te bezoeken, aansluitend op Colombia.

Harry Belafonte kwam hier ooit en maakte daarna zijn liedje “Island in the Sun”. Hij kocht hier grond aan de westkust en noemde die plek Belnem (Bel van zijn achternaam, nem van deze van zijn vrouw.. Deze grond is nu de duurste van het eiland. Niet alleen liedjes brengen geld in het laatje …

Vanaf Cartagena is Bonaire in vogelvlucht niet zo erg ver. Maar we zijn nu eenmaal geen vogels, dus we moeten luchtvaartroutes volgen.

Vanuit de kleine luchthaven Cartagena vliegen we eerst naar Bogota.

eerst met de bus en dan een wandeling op de luchthaven, veel rustiger dan in Europa

Daar hebben we een aansluitende vlucht, terug richting noorden, naar Curaçao.
In Curaçao blijven we overnachten omdat er geen verbinding meer is die avond naar Bonaire.

de dame van het hotel waar we overnachten wil dat we toch iets zien van Willemstad, de hoofdstad van Curaçao. Aan beide zijden van het diepe water staan gekleurde Hollandse huizen, een raar gevoel voor ons

er is een heel hoge brug over dat water omdat zeeschepen er moeten kunnen onder varen. Voor voetgangers echter is er in het centrum deze draaibare brug. Moet er een zeeschip door dan draait de brug volledig tegen de kade aan één zijde. Staat de brug open dan vaart er een gratis overzet

De volgende ochtend gaan we met een mini luchtvaartmaatschappij naar Bonaire. Ik had de tickets al in december gekocht via internet.
We ontmoeten een Belg met zijn dochter . Hij vliegt vandaag op en neer naar Bonaire voor zijn werk. Hij kon echter geen tickets meer bemachtigen voor de rest van zijn gezin.
Omdat er zoveel (heel erg relatief) mensen de vlucht om 8u nemen, gaan er 2 vliegtuigen de lucht in. Het onze is voor 8 passagiers, het tweede is groter, daar kunnen wel het dubbel aantal mensen mee.

hier wandelen we gewoon van het luchthavengebouw over de tarmac naar het vliegtuigje. Onze valiezen zijn er met een duwkarretje naartoe gebracht

het vliegtuigje lijkt eerder op een busje , de piloot kan een raampje open klappen (denk aan het raampje van een 2-pk’tje, net hetzelfde)

we zitten op de derde, of voorlaatste rij, 2 personen per rij

de piloot vertelt de veiligheidsinstructies, ze staan ook op het kaartje. Op de ene zijde hoe je een zwemvest moet aantrekken -de vlucht is immers boven zee-, aan de andere zijde hoe je de ramen moet openen. Meer is er niet nodig

het vliegtuigje vliegt niet hoog, dus we kunnen tot op de grond zien. Dit is Willemstad

de haven ligt in deze grote inham, dus beschermd

adieu Curaçao, over 11 dagen zijn we hier terug voor enkele uren

de start/landingsbaan op Bonaire is meer dan 2 km lang zodat ook grote vliegtuigen kunnen opstijgen/landen


In Bonaire is het uitstappen, we krijgen de valiezen direct mee, en over de tarmac gaan we naar het kleine luchthavengebouw waar de Koninklijke Marechaussee een stempel in onze reispas plaats.

de luchthaven heeft de naam van de vogel gekregen welke massaal op Bonaire broedt, de flamingo

we nemen zelf onze valiezen mee, geen bagageband hier (we hebben zelf veel kledij aan omdat de bagage beperkt is in gewicht)

We zijn hier wel in de Nederlandse Overzeese gebieden, maar niet in Nederland. De mensen welke emigreren uit Nederland hebben geen Europese rechten meer. Ze zijn uitgeschreven uit Nederland.

Ik ga hier geen lange geschiedenis vertellen over Bonaire. Het is zo dat hier naast de Nederlandse heersers ook wel nog eens Spaanse, Engelse, Portugese en Franse overheersing geweest is. Daarnaast heeft Nederland hier gedurende enkele eeuwen slaven uit Afrika laten invoeren en werken, Nederlanders mochten hier toen niet wonen, tenzij zij die instonden voor de verdediging en bestuurders.

Dit zorgt ervoor dat 85% van de bevolking van Bonaire in meer of mindere mate nog de kenmerken heeft van de zwarte Afrikanen.
De taal welke hier gesproken wordt is geen Afrikaans, wel Papiaments, waar al bovenstaande talen een invloed op hebben gehad.

De officiële taal echter is Nederlands. Daarnaast spreken ook heel wat mensen nog Engels of Spaans.

een bordje langs de weg met de verschillende talen: Papiaments, Nederlands, Engels, Spaans

Het is dus voor ons even een cultuurshock als we hier aankomen, niet wat betreft de huidskleur van de mensen, wel wat betreft de taal (nu praten we Nederlands i.p.v. 7 weken Spaans), de vriendelijkheid en de blijheid (is hier veel en veel minder dan in Colombia), het groeten van mensen en een babbel houden (de meeste mensen kijken hier recht voor zich -zoals in België) en de kostprijs van alles (is hier duurder dan in Europa).

Omdat we hier buiten Europa vertoeven, wordt er niet met de Euro betaald. In Curaçao kan je zowel guldens (NAF-Nederlandse Antillen Florijn) als Amerikaanse dollars uit de muur halen. In winkels, restaurants, … wordt de prijs in beide valuta uitgedrukt.
Gelukkig haalden we daar Amerikaanse dollar uit de muur, want in Bonaire is er helemaal geen sprake van gulden, hier wordt enkel Amerikaanse dollar gebruikt.

Dat is natuurlijk gemakkelijk als er cruiseboten aanleggen.

op Bonaire leggen minder cruiseschepen aan dan op Curaçao (over Aruba weet ik niets). Deze week zullen er 3 aanleggen. Deze vervoert Zuid-Amerikaanse passagiers

en deze, meer luxueus, komt uit Florida met enkel blanke toeristen

De toeristen op de cruise moeten dan geen geld wisselen voordat ze een ijsje gaan eten, of een pintje gaan drinken. Souvenirs kunnen wel met een kaart betaald worden.

Het is een hele bedrijvigheid in Kralendijk, de hoofdgemeente van het eiland, als cruiseboten aanleggen. Elke organisatie welke iets aanbiedt heeft een tentje langs de kade, en op het plein zijn een aantal souvenirtentjes opgericht

voor de oudste en minst fitte toeristen is er zelfs een treintje uitgehaald om hen rond te voeren in Kralendijk, vertrekkend net buiten het schip op de aanmeerpier

We huren een auto, er is immers geen enkele vorm van openbaar vervoer. Omdat heel wat wegen niet verhard zijn, met putten en stenen, kan men enkel 4x4’s huren. Een gewone auto wordt soms verhuurd, maar daarmee mag men de meest interessante routes niet rijden.

onze huurauto

met een kleurrijke nummerplaat, zoals alle nummerplaten op Bonaire

We huren een kleine flat waar we ook kunnen koken. Het flatje ligt op de benedenverdieping, er is een terras. Een Nederlands gezin welke vijf jaar geleden geïmmigreerd is naar Bonaire heeft hier een gebouw omgevormd tot 6 flatjes, et ene al wat luxueuzer en duurder dan het andere.

het huis ligt op het noordeinde van Kralendijk, rustig en dicht bij de watertaxi en snorkelplaatsen

er is een zwembadje en ligzetels. De meeste toeristen komen hier in de zon liggen en verplaatsen zich heel weinig. Niet aan ons besteed!

er is ook een palapa, een rieten dak met zitgelegenheid en koffie. Omdat we hier te vroeg aankomen, zitten we hier enkele uren (de vorige blog af te werken)

In de tuin staan bomen, de ganse dag fluiten vogels

het Suikerdiefje (Coereba flaveola bonairensis) komt hier in aantal het meeste voor. Het is een klein vogeltje, het subspecies is endemisch op Bonaire

de Oranje Troepiaal (Icterus icterus ridgwayi) is erg opvallend door zijn kleur

er is ook een Gele Troepiaal (Icterus nigrogularis curasoensi) wat minder opvallend van kleur

de Geelvleugelamazone (Amazona barbadensis) komt langs de noordkust van Venezuela voor en op 3 eilanden. ’s Avonds komen de vogels langs de tuin op weg naar hun slaapplaats.  We kunnen de vogel maar beperkt spotten

Maisparkiet (Eupstittula pertinax xanthogenia) zit het liefst van al op stekelige en doornige planten

Tropische Spotlijster (Mimus gilvus rostratus) zingt allerlei liedjes op luide toon

Op het eiland komen een 200-tal vogelsoorten voor, de helft ongeveer zijn trekvogels.

Op onze rondritten en bezoeken van Bonaire komen we nog wel wat soorten vogels tegen.
Een andere diersoort welke hier voorkomt is de leguaan en hagedissen, niet één soort maar wel 14 soorten waarvan de helft endemisch is (komt enkel op Bonaire voor). Bonaire beschermt zijn leguanen niet, ze worden door de lokale bevolking gegeten.

ik lees dat deze dieren tot 1,5 m lang kunnen worden, inclusief hun staart. Deze komt bij Kralendijk voor. Het dier zal geen lang leven meer beschoren zijn. Mensen en kinderen jagen erop en eten het vlees

De enige soort zoogdieren welke hier van nature voorkomen is de vleermuis.

Door de kolonistoren ooit zijn hier ezels en geiten ingevoerd. Nu zijn ze niet meer echt van nut en verwilderd.

een verkeersbord dat genoeg zegt

wat verder zien we enkele ezels lopen.  De volgende dagen zien we nog veel ezels (letterlijk)

geitjes, op een meer verlaten plek van het eiland

Het eiland is niet erg groot, zo een 30 km lang en maximaal 12 km breed. Er is echter heel wat te zien zodat we rijden-stoppen-rijden- … . De dagtemperatuur is hier 30°C, dus niet echt om grote wandelingen te maken. Het eiland is er ook niet op ingericht. Er zouden enkele wandelroutes bestaan, maar hier en daar al bijna dichtgegroeid met stekelige planten.


Bonaire werd, samen met de andere eilanden in de buurt, “Islas inutiles” genoemd, Onnuttige Eilanden. Dat is grotendeels waar, er is bijna geen water, het is er zeer droog zodat er geen vee kan gehouden worden, de grond is onbruikbaar voor de landbouw, … . Pas toen olie gevonden werd in Venezuela werd Bonaire wat nuttig als overslagplaats voor olie.

olie-opslagtanks

met een pijplijn tot aan de tanker

Drinkwater voor bewoners en toeristen wordt gemaakt uit zeewater. Tijdens het proces komt er energie vrij, welke ook gebruikt wordt

Er is dus één bedrijf dat zowel voor de energie- als voor de watervoorziening instaat, WEB

Water en Energie Bedrijf Bonaire (WEB) is een overheidsbedrijf, dat water en elektriciteit produceert en verdeelt op het eiland. WEB zoekt naar mogelijkheden om water en elektriciteit op een duurzame manier te produceren en hierbij gebruik te maken van de natuurlijke bronnen op het eiland, zoals de wind en de zon.

Naast de VOIC (Verenigde Oost-Indische companie) was er ook de WIC (West-Indische companie) die
haar interesse richtte op de West-Indies, het Caribische gebied. Nederland streed niet om land, nee ze deed aan corsarisme, ze zond corsario’s uit om de Spaanse schepen met hun ladingen goud te plunderen. De best bekende is Piet Hein, samen met zijn manschappen kaapte hij 14 Spaanse schepen met een enorme buit, die omgerekend nu een waarde zou hebben van 100 miljard euro!

De WIC koos voor haar zouthandel Bonaire omdat er al van nature uit zoutpannen voorkomen op het zuidelijke deel van het eiland. De Nederlanders importeerden slaven om aan zoutwinning te doen .

de slaven woonden in huisjes per twee. Deze huisjes zijn nu opgeknapt en geschilderd

een andere reeks slavenhuisjes, op een andere plaats is geel gekleurd

De WIC pakte het groots aan op Bonaire. Uiteindelijk werd er 50 miljoen kilogram zout uit de zoutpannen geschraapt. Deze enorme hoeveelheid zout werd middels honderden zoutschepen naar Holland verscheept. Voor de logistiek werden de zoutpannen in vier zones verdeeld: de rode pan, de blauwe pan, de witte pan en de oranje pan.
Bij de rode pan stond een roodgekleurde naaldvormige obelisk en een hoge vlaggenmast. Hier werd een rode, blauwe, witte of oranje vlag gehesen. Zo wisten de schippers precies bij welke zoutpan ze het zout moesten ophalen: bij de rode pan, de blauwe pan, de witte pan of de oranje pan.

de obelisk, rood gekleurd, als baken voor de schippers om te bepalen waar er zout moest opgehaald worden

Bij het strand werden vuren gemaakt zodat de schepen welke zout kwamen ophalen, gericht werden. Met kleine bootjes werd bij de wal gekomen. Slaven vulden de bootjes met zout.
Toen halfweg de 19de eeuw de slavenhandel werd afgeschaft en uiteindelijk ook de slavernij werd afgeschaft, hield de zoutproductie op. Het was immers te duur om mensen te betalen.

Zout vormt eerst kleine kristallen die steeds verder groeien. Uiteindelijk houd je een dikke laag zoutkristallen over die is vastgeklonken op de bodem van de zoutpannen. Na ongeveer een jaar worden de zoutkristallen bij elkaar geschraapt en ontstaan er grote zoutbergen.

de enorme bergen zout


In de 20 ste eeuw startte eerst Akzo Nobel de moderne zoutwinning waarbij geen menselijke arbeid meer nodig is.
Nu heeft Cargill de zoutwinning in handen. Het produceert per jaar 400.000 ton industrieel zout.
Het zout kan niet gebruikt worden voor menselijke consumptie, daarvoor is het niet zuiver genoeg.

een kanaal met een soort schotbalk zodat water kan aangevoerd worden bij de zoutpannen

Immens grote bulldozers vegen nu de zoutkristallen bij elkaar. Na de oogst wordt het zout in grote vrachtwagens gestort om gewassen en gezeefd te worden.
Daarna wordt het zout op de kolossale zoutpiramides gekieperd waar het vervolgens maandenlang kan gaan drogen. Van tijd tot tijd worden deze zoutbergen via de zoutpier per vrachtschip afgevoerd.

zondag word het zout in het schip gepompt. Door de naar beneden hangende buis komt het zout in het schip

Bonaire biedt een unieke zoutkwaliteit met grote zoutkristallen, door een unieke combinatie van factoren: vlak en diep water, wind en veel zon, ideaal voor het proces van verdamping.

er zijn verschillende zoutmeren. Afhankelijk van de uitdamping door de zon is het percentage zout kleiner of groter. Door de verschillende zoutconcentraties in de meren kunnen verschillende soorten micro-organismen er overleven. Dat zorgt voor een verschillende kleur roze in het zoutmeer

hier is het roze minder intens

Tegenwoordig heeft zout grofweg drie toepassingen: de bestrijding van gladheid op wegen (strooizout), als smaakmaker in de keuken (keukenzout) en voor productie van het scheikundige element chloor. Chloor kent daarnaast tientallen industriële toepassingen, zo kan chloor dienen als bestanddeel bij de productie van bleekmiddelen, medicijnen en kunststoffen.

Op het meest zuidelijk deel van het eiland is er een groot pekelmeer. Hier is de kleur nog helemaal anders

de kleur is hier groen

vergelijken we dit met de kleur van de omliggende zee

Noordelijker van het pekelmeer, verboden gebied voor de mens, is er een meer waar de flamingo’s broeden. De natuurbeschermingsorganisaties op Bonaire en Cargill streven naar het behoud ervan.

Door toedoen van Cargill, de bescherming van het zoute meer, zijn er nu meer dan 15.000 flamingo’s op Bonaire.

de flamingo’s zijn zo ver weg dat ze zelfs met de telelens enkel als roze vlekken te zien zijn


We komen naar Bonaire niet alleen voor de natuur op land en de vogels in de lucht. Bonaire is ook een schitterende plek voor duikers en voor snorkelaars.

Stephan gaat de eerste dag mee met de watertaxi. Die brengt mensen naar Klein Bonaire, het eilandje van 6 km2 groot dat ten westen van Bonaire ligt

kaart van Bonaire met de duikplaatsen. Ook Klein Bonaire is te zien. Er zijn ook 17 plaatsen voor snorkelaars


De watertaxi laat de gasten op een strandje even afstappen om hun spullen daar achter te laten. Dan neemt de watertaxi hen weer mee naar het einde van het koraalrif, waar iedereen van boord gaat en snorkelt met de stroming mee. Na 50 minuten komen ze aan op de plaats waar ze hun gerei achter gelaten hebben en kort daarna komt de watertaxi hen weer oppikken. Natuurlijk is het mogelijk om met een latere watertaxi terug te keren, om de 2u gaat er een.

Een selectie van foto’s welke Stephan genomen heeft op deze snorkeltrip

de lange buizen rechts zijn sponsen. Kleine visjes kunnen zich er in verschuilen

op het strand van Klein Bonaire

en terug met de watertaxi

Op Bonaire zijn er 2 grote lussen voor een bezoek. Daarnaast zijn er enkele zijbanen, waarvan een aantal niet geasfalteerd.

We maken een rit langs de zuidwestelijke en zuidelijke kust. Het westen van het eiland kent minder wind en een veel rustiger zee (het oosten is de Atlantische Oceaan met zijn sterke golfstromen en winden).

De kleurenpracht van het water en het strand is hier groot.

er is de zee met lichtblauw waar er ondiep water is en donkerblauw waar het dieper is

een rode strandplant, kruipend

er zijn de zoutpannen met hun verschillende kleuren roze

en dan is er het pekelmeer met zijn groene kleur

Strand in de betekenis van het woord zoals wij kennen met zand, komt hier niet voor. Het strand ligt vol met afgestorven koraal.

ondanks de enorme hoeveelheden afgestorven koraal, is het absoluut verboden een stuk uit te voeren uit Bonaire of een stuk in te voeren in de EU

Hier en daar komen vogels voor langs het strand

Roodhalsreiger (Egretta rufescens rufescens) bijna uitgestorven

Bruine Pelikaan (Pelecanus occidentalis occidentalis)

Lachmeeuw (Leucophaeus atricilla atricilla)

Amerikaanse Strandplevier (Charadrius nivosus nivosus)

Grootsnavelstern (Phaetusa simplex) zit massaal bij het pekelmeer

Amerikaanse Kleine Zilverreiger (Egretta thula)

een deeltje van het gebied langs de zee is mangrove met mangrovebomen

Aan de zuidzijde staat een vuurtorenhuis, de oudste en enige vuurtoren van Bonaire, gebouwd in 1837. De lamp werd voor het eerst aangestoken in 1838 op de verjaardag van koning Willem 1 (van Nederland). Daarom kreeg de vuurtoren de naam Willemtoren

Op deze rit zien we de zoutwinningen, en het schip waarop het zout gepompt wordt en de flamingo’s.

Een andere rit voert ons langs de westkust richting noorden, een totaal verschillend beeld.
Wanneer ik even de geologie van Bonaire naga, lees ik dat Bonaire ook de top is van een vulkaan welke lang geleden is uitgestorven. In feite zijn het botsingen tussen tektonische platen welke de vulkanen hebben gevormd. Bonaire is gevormd in de periode 70 tot 60 miljoen jaar geleden.

Op verschillende plaatsen zien we de vulkanische tufsteen

Daarnaast is er een tweede soort gesteente, kalksteen. Het is gevormd door koralen welke zich toen in de zee rond de vulkaan vormden. Dit gebeurde in de periode van 5 miljoen jaar geleden tot 110.000 jaar geleden. De zeespiegel lag toen 15m hoger dan nu! Of Bonaire lag 15m lager dan nu

in het vulkaangesteente is de werking van de golven en het zeewater goed te zien. Deze getuigen liggen nu ongeveer 15m boven het zeeniveau

de bodem is hier wit van kleur, door de kalkafzettingen. Tot een heel eind op het land liggen nog grote hoeveelheden afgestorven versteende koraalresten

ook nu holt de zeeslag de rotsen uit

Er is ook nog een periode geweest dat het zeeniveau lager stond dan het huidige. Toen konden rivieren op Bonaire valleien vormen. Die valleien liggen onder de zeespiegel.
Langs de kusten wordt er steeds kalk afgezet van de koralen, een proces dat blijft duren.

De vegetatie met hier genoegen nemen met af en toe een klein regenbuitje, heel weinig water op een jaar. De planten hebben dus allemaal aanpassingen aan de droogte, stekels, dorens, dikke blaadjes ….

leuke maar erg stekelige bolvormige cactussen

de Cadushy cactus is de meest voorkomende

We komen na een tijdje bij het Goto meer, een zout meer. Het meer werd gevormd doordat afzettingen van koralen een natuurlijke dam hadden gemaakt die het meer afsloot (en afsluit) van de zee

zicht op het grote Gotomeer, een zoutwatermeer

In het Gotomeer liggen enkele eilanden. Het grootste is in het bezit van een familie welke er mais en gerst verbouwen, een van de weinige landbouwvelden op Bonaire.

In het meer leven ook een aantal Caribische Flamingo’s, we zien ze dichterbij dan bij het pekelmeer bij de zuidpunt

Dichtbij het meer, langs de zeezijde is er de grote opslagplaats voor aardolieproducten. Daar is in 2010 een brand uitgebroken waardoor er zeer veel ruwe olie in het meer is terecht gekomen. 

Na deze milieuramp is het aantal flamingo’s gedaald.

De weg is enkelrichting. We kunnen niet terugkeren maar moeten door het binnenland. Daar ligt het oudste dorp Rincon. Hier woonden de eerste Nederlanders en vooral de slaven. Omdat de voetweg naar het zuiden, naar de zoutwerken, veel te lang was voor de slaven, heeft men toen in het zuiden de slavenhutjes gebouwd.

Nu nog zien we in Rincon mensen met een erg donkere huidskleur.

de peutertuin, één blank kindje en verder donkere tot zeer donkere kindjes

Het dorp is tijdens weekdagen erg leeg, de mensen gaan werken in Kralendijk, de hoofdplaats. Zaterdag zien we iets meer mensen

een kapelletje

maar de Suikerdiefjes (Coereba flaveola bonairensis) vliegen ook hier op en neer

het kerkje

In Rincon is er de distillerie van het eiland. Ze blijkt vandaag, maandag, geopend te zijn. Dus gaan we naar binnen. Er is een Nederlands meisje op stage, zij studeert in Nederland “food”.

We vragen ons uit te leggen hoe de likeur hier gestookt wordt. De uitleg krijgen we van haar.

Om de alcohol te maken is hier geen suikerriet (zoals bvb op Cuba), is er geen agave (zoals bvb. in Mexico), is er geen gerst, druiven, aardappelen of wat dan ook, er is enkel sorghum.

foto van het sorghum. Sorghum is er enkel wanneer er een tijdje voldoende regen valt, en dat is op Bonaire niet zo iets vanzelfsprekend

Het sorghum, een graangewas, wordt als basis gebruikt om alcohol te produceren.

links in de pot zitten de graankorrels

sorghum wordt omgezet tot alcohol. Hoe en wat kon de stagiaire ons niet vertellen

De gevormde vloeistof bevat 18% alcohol (zoals een aperitiefdrank) en wordt 2 maal gedestilleerd, dit om de alcohol meer te concentreren

links de eerste maal, rechts de tweede maal


Daarnaast wordt van de Cadushi cactus met een houten V de jonge scheuten afgestoken

de cactus komt in grote aantallen voor op Bonaire

De stekels van de cactus worden voorzichtig met de hand verwijderd.

Daarna wordt de cactus voor de eerste maal geschild. Deze schillen worden niet gebruikt, wel de tweede, donkergroene schil.

de eerste schillen worden niet gebruik

de tweede schil, donker gekleurd, is wat men nodig heeft

Deze schillen worden in stukjes gesneden en achter de voorruit van een auto geplaatst. Na 2 dagen zijn de schillen perfect droog

de schillen worden achter de voorruit van een auto geplaatst, goedkoper dan een droogoven te gebruiken.  Artisanaler kan het niet ...

gedroogde cactusschillen

Deze gedroogde schillen worden in een pot gebracht. De pot wordt verder gevuld met de sorghum alcohol van 95°.

Deze pot moet 6 maanden blijven staan. De alcohol extraheert de smaak-, geur- en kleurstoffen van de cactusschil.
Dan neemt men ook limoenen. Die worden geschild en de schillen gaan op dezelfde wijze in de alcohol van 95°. Limoenschillen hoeven maar een maand in de alcohol

Nadat de alcohol alle mogelijke stoffen uit de limoen en de cactusschillen heeft getrokken, worden de schillen weggefilterd.
De overgebleven alcohol wordt met water, suiker en nog een aantal geheime stoffen gemengd

Nu wordt de bekomen vloeistof op flessen afgevuld en verkocht.

het brouwsel is klaar en smaakt erg zoet. In feite heeft het niet erg veel met de cactus te maken

Hier komen wel wat toeristen van cruiseschepen op bezoek (ze worden in een bus(je) aangevoerd.
Om meer smaken aan te bieden heeft het bedrijfje typische smaken van de andere Nederlandse Caribische eilanden toegevoegd aan hun sorghumalcohol ipv de limoen- en cactusschillen.

de cruisegasten kunnen ook kiezen voor een uurtje zeilen op zee

of voor een tochtje met een boot in de vorm van een duikboot. Deze boot heeft ramen zodat de gasten onderwater kunnen kijken naar vissen en koralen (zien we op een filmpje)


Ook dichtbij ons verblijf is er een snorkelplek met voor een deel andere vissen en koralen. Hier weer enkele foto’s genomen door Stephan (ik snorkel niet)

deze vissen zitten onder het zand op de bodem

deze vis leeft aan de rand van het koraal, daar is de bodem (veel) dieper

Stephan gaat op een ochtend mee op snorkeltrip. Met een ervaren snorkelaar én duikinstructeur maakt de trip bij Klein Bonaire 2 snorkelsessies. Met de gids wordt er dieper in de zee gesnorkeld en ook op andere plekken

de man kan met zijn snorkeluitrusting tot 5m diep gaan zonder te moeten ademen. Dit gebruikt hij om aan te tonen waar er wat te zien is. De klanten blijven net onder het wateroppervlak maar kunnen wel zien wat hij aanduidt. Nadien geeft hij boven water een korte uitleg

met zijn klanten gaat hij wat verder van de kust, daar waar de koralen iets dieper liggen

de Franse Keizersvis

uit een andere hoek

de karetschildpad (Eretmochelys imbricata) zwemt heel snel, moeilijk om te fotograferen. Karetschildpadden kunnen 85 kg zwaar worden. Bonaire heeft het hele jaar door een jonge en jongvolwassen populatie, terwijl de meeste volwassen schildpadden alleen in het broedseizoen aanwezig zijn.

Daarnaast kan ook de Groene schildpad gezien worden, die is echter nog vlugger weg

de lange sponsen, nu van bovenaf gezien

Een ritje naar de oostkust, aan de oostkust is de wind en de golfslag veel sterker. Het opspattende water op de rotskust is een mooi zicht.

Bij Onima zijn er rotstekeningen van de Caquetio (indianen welke in het noordwesten van Venzuela en op deABC eilanden woonden ten tijde van de Spaanse veroveringen) indianen. De rotstekeningen bevinden zich op een overhang . Lang geleden kwam de zee veel hoger en door de golfslag werd de vulkaanrots uitgeschuurd.
Wat betreft de betekenis van de rotstekeningen: die zijn onbekend. Afhankelijk van de bron die ik raadpleeg gaat het over symboliek bij de inwijding van kleine jongens tot man, of astrologische gegevens voor de vissers, of gegevens over de kalender met geboortes van hooggeplaatste personen, …

de rotstekeningen zijn min of meer beschermd door een soort hek, dat deels al is losgekomen

de overhangen waaronder de rots is uitgeschuurd

de zee heeft niet alleen open grotten uitgeschuurd, er zijn ook stalactieten te zien

de uitschuring hier is over een grote lengte te zien (de horizontale lijn een eind hoger dan het hoofd van Stephan)

grote rotsblokken zijn ooit, vele duizenden jaren geleden 4300 jaar geleden was er een grote tsunami, ook 3500 jaar geleden) door een hevige tsunami losgekomen of op het land gegooid

ook dichter bij de zee (wij staan op een steenplateau een aantal m boven de zee) liggen reusachtige blokken steen

hier bestaat de vegetatie voor een groot deel uit Yatu cactus (Stenocereus griseus). Yatu is een zuilcactus

er is ook een aantal bolcactus (Melocactus macracantos)te zien, ze groeien gewoon op steen en rots. Dat komt doordat hun wortels tot 8m lang kunnen worden en dwars doorheen kalkrots kunnen groeien

dichtbij zien we ook de schijfcactus (Opuntia wentiana). Ze kan gele bloemen vormen welke we later zien. De bloemen en vruchtjes zijn een lekkernij voor vogels, hagedissen en vleermuizen

hier komen ook enkele agave voor. De plant is ooit ingevoerd door de Nederlanders voor de productie van vezels om touw te maken


Hier dichtbij, verstopt voor het zicht, is een windmolenpark. Momenteel zijn er 12 windmolens.

tussen de plek met rotstekeningen en de windmolens bevindt zich een boka, een inham van de zee

Het doel is om de 5000 huisgezinnen en bedrijven volledig van stroom te voorzien via windenergie. Dit zal 30.000 ton CO2 besparen (op welke periode die hoeveelheid koolzuurgas bespaard wordt is nergens weergegeven). In het totaal zien we op Bonaire 25 windmolen, misschien zijn er nog meer.
De windmolens bevinden zich allemaal aan de oostzijde van het eiland, daar waar steeds een sterke wind waait.


En dan is er het Washington-Slagbaai Nationaal Park. Dit gebied ligt in het noorden van het eiland.

Het park bestaat nog uit wilde natuur, waar de mens ongeveer niet bij ingrijpt. Het beslaat ongeveer 1/5 van de oppervlakte van het eiland en bevat heel wat plantensoorten. Hier komen ook meer soorten vogels voor dan op andere plaatsen op het eiland omdat hier de enige 2 zoetwaterbronnen zich bevinden. Als gevolg van de schrale bodem en gebrek aan neerslag (vanaf oktober tem december valt de helft van de jaarlijkse neerslag , gemiddeld 500mm per jaar, waarbij er jaren voorkomen met minder dan 200mm en jaren met bijna 1000 mm -België 750mm per jaar) is er een zeer delicaat evenwicht in de dier-plant leefgemeenschappen.  De laatste jaren regent het steeds minder.

de wegen in het park zijn niet geasfalteerd. Het eerste deel ligt er goed bij, later wordt het minder goed

een deel van het park, vooral langs de oostzijde, is dor. Wat meer in het binnenland zijn er cactussen

Het nationaal park is helemaal niet saai omdat er wel wat afwisseling is. Er zijn 2 rondritten, een kleine en een grote. Om het park te bezoeken in al zijn facetten is de grote rondrit aangewezen.

als eerst zien we de Kaduchi cactus (Cereus repandus), dit zijn echte boomcactussen

een bladcactus in bloei

bij de Yatu cactus zien we hier en daar of bloemen welke nog moeten openen of het zouden ook vruchtjes kunnen zijn

dee bolcactus bloeit ook al hier en daar

vreselijke stekels hebben al de cactussen -in feite zijn de stekels de bladeren. Door evolutie zijn die bladeren tot stekels omgevormd. Hierdoor kan een cactus in grote droogte overleven want stekels laten geen vocht verdampen, wat bladeren wel doen

Voordat het gebied nationaal park was werd er hier en daar aan landbouw op beperkte schaal gedaan

er werd Aloë vera geteeld

na het regenseizoen werden de bladeren afgesneden en in een grote kom gedaan waar het sap uit de bladeren liep (of uitgeperst werd)

het sap werd naar de Aloë oven gebracht. Daar werd het in een tank gegoten en afgedekt

nadien werd het sap boven een oven gebracht waar het enkel uren tot koken werd gebracht. Doel van dit koken was een vast product te verkrijgen

De vast Aloë vera werd verkocht, vooral op de Amerikaanse markt, aan de medische en de cosmetische industrie. De productie van Aloë vera duurde van 1920 tot 1943

De route gaat eerst langs de oostkust met als eerste halte een groot (naar normen van Bonaire) wit zandstrand. Door sterke winden en golven zijn er witte duinen gevormd, de enige op Bonaire. Zeeschildpadden komen hier hun nest maken en hun eieren afleggen.

een affiche maakt de mensen attent om dit strand niet te gebruiken voor recreatie

het water beukt tegen de rotskust en spat door de druk hoog op

de parking….

een echte duin op Bonaire

bij de zee is het strand vol met grote afgestorven koraal. De duin is steil, hier komen de schildpadden hun eieren afleggen

in de verte, buiten het nationaal park, staan nog eens 12 windmolens


Niet ver hier vandaan is een kleine baai

een deel van de kreek staat droog

de golven zijn groot

meters hoog spat de golf op de rotskust

een erg ruig landschap waar natuurkrachten overheersen

hier wordt ten stelligste afgeraden om in de zee te gaan wegens gevaarlijke (onder)stromen, zelfs aan duikers

ook hier schuurt de zee de rotsen uit

We rijden langs een plateau dat als het ware uit 2 delen boven elkaar bestaat. Het 58m hoge terras bestaat voor de meerderheid uit kalksteen, afkomstig van koralen. Het is ooit opgeheven geweest vanuit de zeebodem door contact tussen 2 aardplaten.

het bovenste deel is meer dan 1 miljoen jaar geleden opgeheven, het onderste deel 210.000 jaar

een horizontale lijn tussen de 2 terrassen toont hoe de aardbodem telkens is opgeheven

nog een hele verzameling fossiele schelpjes bij de rotsen te vinden


De volgende stop is het “Suplado blowhole”, een soort hol in de rotsen waar het beukende zeewater in gevangen wordt en daarna met grote kracht uitgeblazen wordt

We komen aan de noordkust van het park, nog steeds slaan golven hier in op de kust. De smalle baai is hier vernoemd naar de schelp welke hier op het strand gevonden wordt, Kokolishi. De schelp heeft geen Nederlandse naam, de Engelse benaming is West Indian Topsnail (Cittarium pica)

Kokolishi is het Papiaments woord voor een bepaalde soort schelp(en). De belangrijkste schelp welke op dit strandje gevonden werd en wordt is ongeveer 5 cm hoog en heeft een diameter van ongeveer 10cm

de enige volledige schelp welke we hier vonden, dit is de opening waar het dier in leefde

zij-aanzicht

er is een trap om af te dalen naar het strand

de rotsen hier zijn immens gevaarlijk. Ooit was dit koraal met heel veel scherpe hoeken en kanten.  Dit probleem komt bijna overal op het eiland voor

de baai is onderwater afgesloten door een rif waardoor bij het strand er een soort zwembad(je) is ontstaan

links de volle zee, rechts het afgesloten kalme water

Op andere momenten kunnen de hoge en krachtige golven, het rustige water en het strandje helemaal overspoelen

Wanneer we terug bij de auto komen zien we heel wat hagedissen rondrennen

de Bonairiaanse Renhagedis (Cnemidophorus muremus) is wel de meest speciale van kleur. Dit subspecies is endemisch op Bonaire

zijn wijfje is minder kleurrijk maar heeft wel de opvallend turkooisblauwe streep op de pootjes


onderweg valt ons de erg stekelige cactus op met bovenop de Geelvleugelamazone


iets oostelijker dan de noordpunt staat een vuurtoren met een kleine lamp. We klimmen er naartoe, een kleine heuvel

uitzicht over een deeltje van het nationaal park, met hier en daar heuvels en vooral veel cactussen

de meeste cactussen zijn hier Kaduchy, zeer graag gegeten door de geiten ….

en zicht op de kust. Voor het grootste deel van het nationaal park ligt de zee vele meters dieper dan het land. Door de laatste opheffing van Bonaire en de zee rond Bonaire, meer dan 100.000 jaar geleden, is het toenmalige koraal vele meter hoger komen te liggen. Nu wordt er nieuw koraal gevormd rond het eiland (misschien herinner je nog mijn laatste verhaal over Nieuw Zeeland, daar zagen we dat bij een aardbeving een deel van Nieuw Zeeland op enkele minuten tijd 75cm is opgeheven, toen enkele maanden geleden)


Dan komen we bij Malmok, de meest noordelijke punt van Bonaire

hier is in de 19de eeuw een vuurtoren gebouwd, maar nooit voorzien van een lamp

In het diepe water voor de kust liggen gezonken schepen, er zijn sterke (onder)stromen en er blaast een (heel) hevige wind

Vervolgens rijden we even het binnenland in. Bij Pos Mangel bevindt zich één van de twee zoetwaterbronnen van het eiland, een plek welke dieren aantrekt

de laatste paar honderd meter zijn auto’s verboden om het dierenleven zo min mogelijk te verstoren

de waterplas is niet erg groot en ligt vol groene wieren


Hier zouden een aantal diersoorten te zien zijn, dus kijken maar ...

het is paartijd voor de Groene Leguaan (Iguana iguana)

ik lees dat de wijfjes er helemaal niet op gesteld zijn en gaan lopen. De mannetjes rennen nog harder. Wat we zien is dat de paring wel een tijd duurt. Eens voorbij lopen beiden heel hard weg, elk naar een tegenovergestelde richting

wat later zien we nog een groter exemplaar. De dieren lopen erg hard

romantische ontmoeting tussen 2 leguanen? of wordt er straks gevochten?

En dan de vogels

Gele Zanger (Setophaga aestiva), trekvogel welke uit Noord-Amerika komt

Suikerdiefje (Coereba flaveola)

1ropische Spotlijster (Mimus gilvus)

Naaktoogduif (Patagioenas corensis)

Salvins Vliegenpikker (Sublegatus arenarum), een klein vogeltje, slechts 10cm lang

eindelijk, nu de laatste dag van ons verblijf op Bonaire, nog eens een aantal Geelvleugelamazone (Amazona barbadensis rothschildi) te zien. In het Papiaments worden ze lora genoemd. Deze vogels maken heel luide roepen, ze zijn helaas met uitsterven bedreigd. Eén van de belangrijke redenen is dat deze vogel kan spreken, dus zeer gegeerd door de mens om als huisdier te houden. Ze zijn blijkbaar veel waard op de zwarte markt (een raadsel voor ons hoe ze ongezien Bonaire kunnen verlaten). Een andere levensbedreigende factor is de lange droogteperiode op Bonaire

De amazone houdt met zijn ene poot een takje vast zodat hij de blaadjes kan opeten, met zijn andere poot houdt hij een stevige tak vast om te blijven zitten

De amazone houdt vooral van bessen, zaden en peulen van de divi-divi. Grotere vruchten zoals mango, lust de vogel ook, maar het aanbod is kleiner op Bonaire, waar het subspecies endemisch is (komt alleen hier voor). Uiteindelijk eet hij ook de vruchten van de cactussen.

Het broedseizoen gaat van februari tot juni, er worden 2 of 3 eieren gelegd in een hol in een boom of in een rotshol.



We wandelen door het dichte struikgewas naar het nabijgelegen zoutmeer.  Het waterpeil staat laag dichte struikgewas naar een nabijgelegen zoutmeer. Het waterpeil staat al wat lager

Bonaire telt een groot aantal zoutmeren, wanneer ze ondiep zijn trekken ze bepaalde watervogels aan zoals de flamingo, we zien in de verte flamingo’s staan


Heel voorzichtig gaan we langs de zijkant verder zodat de vogels ons niet zien

nu kunnen we ze dichterbij fotograferen . We staan nog achter een struik. De witgrijze flamingo is een jong. Flamingo’s krijgen hun kleur door het voedsel welke ze uit het ondiepe zoute water halen. Jonge dieren hebben nog niet genoeg kleine waterdiertjes gegeten en hebben bijgevolg de kleur nog niet overgenomen

Wat verder is er weer een zoutmeer, we zien in de verte vogels, dus even stoppen

ver weg, daar waar de golven ooit de rots hebben uitgesleten, zit de Bruine Pelikaan (Pelecanus occidentalis) en enkele reigers

Langs de noordoost kust zijn er 2 stranden, het ene strand ligt een eindje lager, het andere een beetje lager. Beide stranden liggen vol met grote keien, nu niet bepaald wat wij strand zouden noemen

het eerste van de beide stranden. Een grote steen wordt door de golven uitgeschuurd

het strand ligt beneden aan de voet van de rots

dikke stenen, misschien komen hier tijdens het weekend wel mensen naar het strand …

dichtbij het tweede strand bevindt zich een groot zoutmeer

het strand ligt ook hier vol met grote keien

er is hier een kleine palapa (overdekt met gedroogde grassen) waar een pick-nick-tafel en banken geïnstalleerd zijn. Goed voor ons boterhammetje op de middag

Het noordelijk deel van het eiland is bergachtig. De hoogste berg in iets meer dan 240m hoog!

Na een ritje van 10 minuutjes (de weg is niet verhard en soms iets moeilijker te rijden-vandaar dat de autoverhuurbedrijven enkel 4x4’s in het nationaal park toelaten) komen we bij de tweede bron van zoetwater, Put Bronswinkel.

de schijfcactus staat in bloei, dit zorgt voor voedsel van allerlei diersoorten

op de wandelweg ligt een oude geitebok

de omgeving is hier mooier dan bij de eerste bron. Hier kunnen vogels gedurende de ganse dag gezien worden. Ook hier is het water bedekt met groene wieren

in het gebied leven een groot aantal geiten en geitjes, ook zij drinken uit de zoetwaterpoel

Roodhalsduif (Patagioenas squamosa) een duif welke enkel op de voormalige Antillen voorkomt

Gele Zanger (Setophaga aestiva),

Gestreepte Baardkooekoek (Nystalus striolatus), komt hier uiterst zelden voor

Zuidelijke Kuifcaracara (Caracara plancus) komt normaal enkel in Zuid-Amerika voor. Hier is een koppel dat waarschijnlijk een nest heeft. De vogels vliegen telkens rond dezelfde rots

een jong

de tweede maal hebben we geluk, de caracara gaat op een boomstam zitten, nu eens vóór al de bladeren

beide vogels zitten een andere keer achter een grote rotsblok, waarschijnlijk hebben ze daar het lijk van een of ander dier als voedsel. Ze buigen hun kop en na korte tijd komt de kop weer tevoorschijn. De voorste is volwassen, de achterste is een jong


Musduif (Columbina passerina albivitta), een klein soort duiven dat telkens op- en wegvliegt, moeilijk dus om te fotograferen

Verreaux’ Duif ( Leptotila verreauxi verreauwi)

nog 2 Maisparkieten

in de bomen hangen verschillende mosballen

wat verder zien we een termietennest

grote Groene Leguaan (Iguana iguana) komen hier betrekkelijk veel voor

prehistorisch, heeft geen enkel affiniteit met mensen. Het zou een lekkernij zijn, we gaan het toch niet proberen ….

Wanneer we terug keren naar de auto hebben we een zicht op de hoogste berg van Bonaire, de Brandaris, 241m hoog

Op plaatsen meer in het binnenland van het nationaal park, is de vegetatie groener. Er zijn helemaal geen sappige blaadjes aan de bomen, alles is hard en doornig

Aan de westkust van het nationaal park zijn enkele snorkelplekken (en veel duikplekken)

we moeten wat treden naar beneden. Hier komen heel wat mensen snorkelen, meestal maar voor een korte tijd

Stephan met blauwe T-shirt op weg naar de zee

uitrusting in orde, het snorkelen kan beginnen

een Koffervis

De tweede maal houden we halt bij Slagbaai, de laatste bezienswaardigheid in het nationaal park.

De naam Washington-Slagbaai is een eigenaardige combinatie. Volgens wat ik lees bestond het gebied ooit uit 2 plantages, het noordelijk en grotere Slagbaai en het meer zuidelijk gelegen Brazil.
De plantages exporteerden huiden, aloë, castorolie, houtskool en peulen van de divi-divi-boom, en zout uit de salina’s (natuurlijke zoutmeren). De beide plantages hadden een haven waar vooral schepen uit Curaçao aanlegden, soms ook uit Nederland. De naam Slagbaai zou, volgens één van de geraadpleegde bronnen, afkomstig zijn van Slachtbaai. De dieren werden dichtbij geslacht, gedroogd en gezouten, daarna werden ze naar Curaçao verscheept.

Na de afschaffing van de slavernij was de opbrengst van de plantages tot niets terug gevallen. De Nederlandse overheid verkocht de plantages. De eigenaar van Slagbaai-plantage, splitste zijn grond in 2 plantages, daarna verkocht hij het noordelijke deel aan een nieuwe eigenaar die zijn gebied Amerika noemde. Bij de toegang tot het nationaal park lag het administratieve centrum van de plantage Amerika. Daar werden de arbeiders elke week uitbetaald. Voor hen was die plek het centrum van de wereld, en ze noemden die Washington.

waar nu de ingang is van het nationaal park was de plaats waar het loon werd uitbetaald en het hoofdkwartier van de plantage

een van die huisjes is nu een museumpje

net zoal bij alle gebouwen was er een groot, naar boven open gebouwtje waarin de regenwaterpijp of de afloop van het dak uitgaf. Op die manier werd er regenwater verzameld, zo ongeveer de enige bron van zoet water op het eiland

De plantage Washington was nog tot 1967 in gebruik. Daarna werd ze verkocht aan de Nederlandse overheid met de eis dat het gebied enkel nog als natuurgebied mocht voortbestaan. In 1969 werd dus het nationaal park geopend, en wat later kwamen de andere plantages bij het nationaal park.

afbeelding op een affiche welke bij Slagbaai ophangt. De gebouwen waren eigendom van de plantage, gebouwd in 1868-1869 en verschillende malen gerestaureerd na hevige stormen en orkanen. 1 is het huis van de Opzichter; 2 was het magazijn waar de producten voor export werden opgeslagen. Boten kwamen minstens om de 14 dagen, zodat het magazijn dan telkens weer leeg was. Naast de vernoemde producten werden hier ook botten van geiten en schapen opgeslagen. Die werden verkocht aan Suriname (ten oosten van Venezuela gelegen, en toen ook een Nederlandse kolonie) voor de fabricage van knoppen. 3 was de winkel waar voedsel voor de arbeiders werd verkocht

Slagbaai was vroeger een haven voor kleine bootjes. Grotere schepen werden via dez kleine bootjes geladen. Nu is hier een stenig strand

Ook hier is een salina, een zoutmeer, en er zijn heel wat flamingo’s

de dieren staan niet zo erg ver, het is aan de mensen verboden om dichtbij te gaan

hier wat sterker vergroot: de Caribische Flamingo (Phoenicopterus ruber)

tussen de flamingo’s leeft er een pelikaan

lange poten en een lange nek zodat de vogels met hun snavel bij de grond kunnen

een jong, dat de gevaren nog niet kent, komt vrij dicht bij mij gewandeld en blijft dan een hele tijd door voedsel zoeken

vandaag is het grote dag voor de mannetjes flamingo’s. Alle mannetjes moeten poseren voor één of meerder vrouwtjes. Ze lopen te roepen met kaarsrechte hals, een heel lawaai

hier en daar worden zelfs de vleugels geopend tijdens het hele dispuut

Wat uiteindelijk het resultaat is weten we niet, maar na een tijdje wordt het stil en de halzen worden weer gebogen

vandaag komt de pelikaan dichtbij



tussen de takken van bomen, iets verder, zien we de Gele Troepiaal (Icterus nigrogularis)

en de Huismus mag hier niet ontbreken

Hier kan ook gesnorkeld worden, wat Stephan dan ook doet

een zoenvis

een leuk schelpje

een blauwe vis versierd met bolletjes, welke steeds tussen de koralen verdwijnt

Nadien rijden we richting uitgang, wat nog minstens een half uur rijden is, gezien de slechte weg. Onderweg is er niets meer te zien dan heel wat vegetatie

centraal in het park, waar de weg gewoon naar de uitgang leidt, zien we nog een Kuifcaracara op een cactus zitten, kijkend waar er een lijk(je) ligt

Centraal, aan de oostelijke zijde van Bonaire is er een grote baai waar heel wat mangrove voorkomt. Het is een extra beschermd gebied, voor 80% niet toegankelijk voor het toerisme. Het gebied wordt een Meer genoemd.

Om aan de zeezijde te komen rijden we langs het meer, op een afstand van ongeveer 50m. Het is verboden dichterbij het water te komen.

zwarte mangrove en een reiger. Om de dieren met rust te laten moeten mensen op afstand blijven

Hier zijn watervogels en mangrove te zien

de Roodhalsreiger (Egretta rufescens) vindt ook hier voedsel

en de Caribische Flamingo (Phoenicopterus ruber) zoekt en vindt ook hier zijn kostje

zeer hoge en fijne poten. Om dan met de snavel aan de grond te kunnen is een lange hals noodzakelijk …

Witbuikreiger (Egretta tricolor occidentalis) staat links op de foto, rechts zijn er 2 Amerikaanse Kleine Zilverreiger (Egretta thula). Op de achtergrond zie je mangrove

ook de Grote Zilverreiger (Ardea alba) maakt zijn opwachting

de Steenloper (Arenaria interpres) is een trekvogel, die binnenkort terug naar Alaska trekt


Uiteindelijk komen we terecht op een landtong

net voor de landtong is de zee nog krachtiger

een natuurlijk kunstwerk

het Meer, of de baai, is bekend voor de Grote Kroonslak (Lobatus gigas), een grote zeeslak welke in een mooie schelp woont. Het dier is een lekkernij, maar op deze plaats met uitsterven bedreigd

er liggen 5 grote bergen, tussen de 10 en 20m breed, een paar meter hoog, vol met resten van de kroonslakschelp. Hoe ze daar gekomen zijn weten we niet. Niemand mag er één meenemen, maar overal zie je wel een kroonslak-schelp liggen. Voor 1991 werden er meer dan 500 van deze dieren per maand geoogst. Sinds 1991 is ze beschermd. Een volwassen dier legt een massa eieren, het duurt 1 jaar tot hieruit volwassen Kroonslakken groeien. Het mangrovegebied is hierbij erg belangrijk.

Stephan tussen 2 bergen resten van Grote Kroonslakschelpen

de Lachmeeuw (Larus atricilla) lacht ook hier, haar geschreeuw lijkt op een lach

uiteindelijk hebben we een inkijk in het Meer en zijn mangroves

nog nooit gezien, hier zitten pelikanen in de (mangrove)bomen

de wortels van deze mangrove groeien bovengonds

Om het Meer zoveel mogelijk in zijn geheel te zijn, rijden we er langs de landzijde rond.
Onderweg houden we even halt, hier kunnen we tot bij het meer komen met enkele watervogels

de Dikbekplevier (Charadrius wilsonia cinnamominus) zoekt zijn voedsel tussen wier dat op land ligt

Alaskastrandloper (Calidris mauri) heeft een schitterende schutkleur

de Steenloper (Arenaria interpres) is ook zeer onopvallend tussen de op het land geworpen wieren

ook hier hebben we zicht op de mangrove en het Meer

een krab beweegt zich snel over een steen

Het eindpunt is een landtong waar meer bedrijvigheid heerst. Hier wordt gesurfd in het toegankelijke gebied van de Meer

de Lachmeeuwen maken ook hier weer het grootste lawaai

We wandelen over een aanlegsteiger richting mangrove

de Mangrovereiger (Butorides striata) blijft muisstil zitten alsof hij zich verstopt voor ons

na een tijdje draait hij zich dan toch om

de enorme wirwar aan wortels en takken van de mangrove bieden een ideale plaats voor dieren, zowel vogels als vissen, en hun broed, hun jongen, …

Een ritje naar Lagoon in het oosten levert nog wat watervogels op.

tussen het op land geworpen wier zitten heel wat zandvlooien en ander klein voedsel voor de Steenloper (Arenaria interpres). De vogels hebben een camouflagekleur en zijn niet te onderscheiden van het wier waartussen ze staan

op een betonnen pier staat de Zilverplevier (Pluvialis squatarola) te zoeken tussen het materiaal dat bij elke golfslag op de pier gegooid wordt. De vogel is hier op zijn eentje

de kleinere Drieteenstrandloper (Calidris alba) doet net hetzelfde. Telkens er een golf water over de pier komt, lopen of vliegen ze weg, direct daarna keren ze terug

Amerikaanse Dwergstern (Sterna antillarum)

De divi-divi-boom (Caesalpina coriaria) vormt peulen welke een grote hoeveelheid looizuur bevatten. Dat werd gebruikt in de leerlooierijen.

deze boom is een oud exemplaar. Alle divi-divi-bomen op het eiland staan scheef door de wind, een kenmerk van deze bomen. De boom wordt daarom soms wel Waaiboom genoemd

jongere divi-divi-bomen

Meer naar het noorden is er enkel een zand-en-steen-piste. We rijden een stukje tot aan de oceaan. Omdat het zeewater hier hard tegen de rotskust beukt is er heel wat opspattend water. We blijven op een afstand omdat we anders gewoon kletsnat worden door zeewater

we staan hier op meer dan 100m afstand en we voelen het water op ons neerdalen …

Stephan gaat nog dichterbij en wordt nog natter. Het levert dan wel een mooi beeld op

Richting Rincon is er een heuvel, Cerru Largu, 123m hoog. Die moet niet beklommen worden, er gaat een weg tot boven. Daar hebben we uitzicht op het zuiden en centraal Bonaire. Het noorden kunnen we niet zien, er zin te veel rotsen tussenin.

richting zuidwesten, op de voorgrond Kralendijk, ver op de achtergrond de zoutopslag

op de voorgrond petroleumtanks. Hier was(is?) ooit een petroleumraffinaderij. Op de achtergrond het eiland Klein Bonaire

in Kralendijk mogen gebouwen 4 verdiepingen tellen, de benedenverdieping meegerekend,

richting zuidoosten zijn er enkele lage heuvels en een woonwijk achter afsluitingen met een portier

Nog enkele snorkelbeelden voordat de camera het begeeft

de watertaxi naar Klein Bonaire

In Kralendijk zien we ook heel wat vogels waaronder deze

Caribische troepiaal (Quiscalus lugubris guadeloupensis)

Dan is er nog Kralendijk, de hoofdplaats van het eiland. Het eiland telt slechts 14.000 inwoners!

de typische bouwstijl van Bonaire: huisjes met enkel een gelijkvloerse verdieping, daarboven een dak waarbij de zijgevels hoger zijn dan het dak. Hier regent het immers weinig

ook dit is een typisch huis met een typisch dak

Kralendijk ligt aan de westkust. Er is geen hoogbouw, evenmin een strand. Over de ganse lengte is er een wandelpad

in het water liggen er allerlei bootjes. Ze mogen niet ankeren waar er koraalriffen zijn

vele huizen hebben mooie tuintjes. Met water kunnen hier allerlei tropische planten groeien

beginnende duikers leren de handelingen niet in een zwembad, meer in het ondiepe zeewater

als er dan al een strand is ligt het vol met afgestorven koralen

er liggen 2 grote sleepboten. I worden gebruikt voor enkele grote schepen welke materiaal aanvoeren, en voor de cruiseboten

op zaterdag ligt bij de zuidpier een vrachtschip. We gaan kijken en zien trekkers op en neer rijden. Hun opleggers worden in het schip geladen. De vracht wordt blijkbaar niet zo ver weg gevoerd want de vrachtwagens zijn snel terug

Ik lees dat er een Nederlands familiebedrijf al het vervoer over zee naar Bonaire regelt. Dat bedrijf huurt permanent 2 cargo’s, waarvan deze op de foto de grootste is, niet alleen huur van de boot, ook tussen Curaçao en Bonaire. Alles wat niet via de lucht op Bonaire aankomt, komt met deze schepen. Er kunnen tot 30 containers mee, maar ook andere vracht wordt vervoerd. Op Bonaire is er een ro-ro pier, waar de vrachtwagens de vracht komen ophalen. Klanten moeten zelf hun goederen bij het depot, dichtbij de pier, ophalen.

de doña Luisa, het grootste van beide schepen ligt hier op zaterdagavond

waar vroeger de plaats was waar containers en ander vracht werd gestapeld, is nu een shoppingmall. Deze pier wordt ook door cruiseboten gebruikt, en dit is de eerste en laatste plaats waar de passagiers kunnen kopen

vandaag zijn er geen containers mee, wel paletten vol cementzakken en grote zakken

Alles, maar dan ook alles, wat op Bonaire verbruikt wordt moet van buiten het eiland toekomen. Er zijn vrachtvliegtuigen voor vers voedsel, en er is deze maatschappij welke 2 maal per week Bonaire bevoorraadt. We eten hier voedsel door Albert Hein geleverd, salade, mooi verpakt uit Italië, sinaasappels uit Spanje, … Wat een ecologische voetafdruk!

een goed wandelpad, afgescheiden van de auto’s

dikwijls lijkt het hier toch wel erg op Holland. Aan de cruise-toeristen wordt zelfs aangegeven om” een bol heerlijk lekkere Hollandse kaas” mee te nemen

Gio’s heeft erg lekker ijs, de beste op Bonaire. Europese prijzen

een beeld van de winkelstraat

ben je Harley Davidson fanaat en kan je je favoriete eigendom niet missen, geen nood, kom naar Bonaire en je kan er hier één huren. Ben je met meer fanaten, ook geen nood, ze hebben er enkele te huur. De rondrit duurt 3,5u (met gids) en kost 200 US dollar per voertuig!

de overdekte markt. Tot een paar maanden geleden kwamen hier dagelijks bootjes toe met Venezolanen welke groenten en fruit verkochten. Tot enkele jaren geleden werd er ook vis verkocht. Nu staat het gebouw werkloos langs de kade

het voormalige fort van Holland. Nu hoort dit tot het gerechtsgebouw

zicht vanaf de roro-pier op Kralendijk

het protestants kerkje van Bonaire met 1 dienst per week

ook hier komt weer de giftige plant voor met mooie bloemen en een bolvormige, groene, zachte bol.  Het is de Sodomsappel (Calotropis procera) Deze plant is hier ingevoerd en wordt als onkruid aanzien. Voor de Monarch vlinder is ze wel belangrijk, de rupsen leven van deze plant

Bij een rit naar het noorden van het eiland komen we langs het bedrijf waar drinkwater geproduceerd wordt.

een plaket ter nagedachtenis van de mens die Bonaire op een bepaald vlak een heel eind vooruit geholpen heeft

Het is zondag vandaag, toch even naar de portier. Een verantwoordelijke ontvang ons, maar is niet verantwoordelijk voor rondleidingen. Die kunnen we per mail aanvragen, maar de resterende tijd voor ons is nog te kort om dat te doen. De man zendt een brochure door.

Vroeger werd het drinkwater gemaakt door zeewater te verdampen, het zout verdampt niet mee. Daardoor kreeg men gedestilleerd water, wat niet drinkbaar was. Er moest opnieuw wat zouten aan toegevoegd worden. Nadeel hiervan was dat het bedrijf warm water met een hoge zoutconcentratie in zee moest lozen, heel schadelijk voor het zeeleven.

Sinds 1998 maakt men gebruik van de toen helemaal nieuwe techniek van omgekeerde osmose. Omgekeerde osmose houdt in dat het zeewater onder hoge druk door een membraan wordt geperst. Het membraan filtert het water en vangt alle reststoffen op. Vervolgens gaat het water door een tweede membraan. Hierdoor wordt het extreem zuiver, met een minimale hoeveelheid aan restzouten (5-10 mg/l).

buiten is een oude en niet meer gebruikte dieselmotor te zien

Bij omgekeerde osmose wordt geen warm water in zee geloosd. Bovendien heeft de installatie minder ruimte nodig en is het energieverbruik lager.

De omgekeerde osmose techniek waarmee op Bonaire water wordt geproduceerd, levert extreem zuiver water op. Dit water is nog geen drinkwater. Het heeft een nabehandeling nodig omdat drinkwater aan wettelijke eisen moet voldoen. Zo moet het mineralen bevatten, waaronder een bepaalde hoeveelheid calcium.

Via kalkfilters wordt calciumcarbonaat in het water opgelost. Hierdoor wordt het water wat ‘harder’. Voor mensen met een vaatwasser: het water heeft een totale hardheid van rond 50 mg/l ofwel 2.8 Duitse Hardheid graden. Het water is daarmee nog steeds zacht en zal nauwelijks kalkafzetting geven. Op Bonaire wordt geen fluoride aan het drinkwater toegevoegd. Fluoridering is sinds 1973 geen wettelijke eis meer in de Nederlandse regelgeving.

Na de behandeling wordt het drinkwater opgeslagen in de tanks van de waterfabriek op Hato.

de 2 drinkwatertanks bij het waterbedrijf

Vervolgens wordt het naar de distributietanks op heuvels gepompt. Vandaar gaat het via het waterleidingnet naar de klanten. Doordat de distributietanks op heuvels staan, zorgt de zwaartekracht voor voldoende waterdruk.

Veiligheid is een belangrijk aspect van de drinkwatervoorziening voor inwoners en bezoekers van Bonaire. WEB heeft een eigen laboratorium dat de kwaliteit van het drinkwater controleert.

Het laboratorium bemonstert twee keer per week de opslagtanks op Hato en de distributietanks op Seru Largu, Sabadeco en Subi Rincon. Verspreid over het eiland heeft WEB 34 monsternamepunten in het waterleidingnet aangebracht. Deze punten worden twee keer per week bemonsterd.

Het WEB-laboratorium test het water op chemische samenstelling, kleur, troebelheid, bacteriën en smaak. Als er afwijkingen in de kwaliteit van het water worden aangetroffen, neemt WEB maatregelen en wordt een leiding zo nodig ter plaatse gespoeld.

Dat is heel erg belangrijk want er is geen enkele andere bron van drinkwater op het eiland. Het laatste bekende getal is dat er in 2015 5.600m3 water per dag wordt ontzild (van zout ontdaan).

Wanneer er meer water naar één van de 3 heuvels moet worden gepompt, is de goedkoopste, en meest energiezuinige oplossing, nieuwe leidingen met een grotere diameter installeren.

We vernemen ook uit de brochure dat elektriciteit zowel door windmolens als door een thermische centrale op fossiele brandstoffen wordt geproduceerd. In 2015 is men met een proefproject op zonne-energie gestart, maar de man die ons te woord staat, vertelt dat dit op Bonaire geen succes is.

Sinds een aantal jaar zijn er systemen om afvalwater te zuiveren. Vroeger kwam het vuile water in zee terecht wat nadelige gevolgen had voor de koraalriffen. Vermits toerisme de enige bron van inkomen is op Bonaire moeten de koraalriffen beschermd worden.

We rijden verder richting noordwesten. Het einde van de weg is bij de opslagtanks voor petroleum. Op dit moment ligt er een tanker voor levering van aardolie.

Tot hier kwamen we een van de eerste dagen. Nu rijden we verder dan de opslagtanks langs de westkust. De baan is niet meer geasfalteerd, soms zijn er putten en geulen in de weg.

Hier en daar komen we langs de afsluiting van het nationaal park. Er is ook hier heel wat begroeiing van doornige en stekelige planten en allerlei vormen van cactussen.

op een bepaalde plaats kunnen we toch even tot aan de kust. We staan op een plateau waar we de kracht van het water op de rotsen kunnen waarnemen

Het eindpunt van de weg in Playa Frans. Hier start het zee-reservaat “Koningin Maxima”. Het andere eind van dit reservaat is Slagbaai in het nationaal park.

Hier is weer een ondiep zoutmeer, een salina, met watervogels

het zoutmeer

de Caribische Flamingo (Phoenicopterus ruber)

flamingo-jong

witte vorm van de Roodhalsreiger (Egretta rufescens) helemaal wit en een volledig zwarte bek

jong van de Roodhalsreiger

op de voorgrond een volwassen Roodhalsreiger met wapperende veren in de hevige wind

Kleine Geelpootruiter (Tringa flavipes) is net zoals de meeste strandlopers een trekvogel. Tijdens de zomer leven ze in Noord-Amerika of Canada, tijdens de noordelijke winter leven ze in het diepe zuiden van Zuid-Amerika. Nu zijn ze op terugweg naar het hoge noorden

Amerikaanse Steltkluut (Himantopus mexicanus) is een groepsvogel:

vliegt er één op, de andere vliegen mee; begint er één te roepen, al snel roepen ze allemaal

ver, op een rots zien we zwarte “dingen”, dus foto nemen. Het zijn vogels die allemaal met de rug naar mij zitten. Moeilijk te bepalen welke vogels het hier zijn

op de terugweg langs het diepere Goto-meer zien we ook flamingo’s. Nu kunnen ze niet meer wandelend hun voedsel vinden, ze zwemmen nu als zwanen en duiken af en toe met hun kop tot op de bodem


wat verder rijden we traag, de Gele Zanger komt op de buitenspiegel van de auto zitten, springt dan tegen de spiegel, daarna op het open raam van het portier en weer terug en weer opnieuw. Deze vogel heeft dan toch helemaal geen schrik van mensen. Wanneer we weer verder rijden vliegt hij weg

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Van Hule Rita In het zonnetje met de laptop op schoot genoten van jullie reportage. Bedankt om ons te laten meegenieten van alle mooie dingen en de degelijke uitleg over van alles en nog wat.Ben weer wat "wijzer"geworden! Geplaatst op 17 April 2018
Bernadette Weer een prachtig verslag, om helemaal bij weg te dromen. Bedankt dat we telkens mee mogen genieten van jullie ontdekkingen! Blijf genieten met volle teugen, Wim en Bernadette Geplaatst op 17 April 2018
Katrien heel mooie reportage! wat is er gebeurd met je camera Stephan? geniet er nog eventjes ... hier ook mooie weersvooruitzichten voor deze week. De lente is overal zichtbaar en voelbaar. Heerlijk! lieve groeten Katrien Geplaatst op 16 April 2018

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking