Reisverhaal «de noordkust»
Colombia
|
6 Reacties
08 April 2018
-
Laatste Aanpassing 09 April 2018
Atlantico
In het noorden zijn er verschillende departementen, ze grenzen deels aan de Caribische Zee, een deel van de Atlantische Oceaan.
In het noorden monden de twee grote rivieren, de Magdalena met zijn bijrivier de Cauca, in de zee uit, oostelijker de Rio Magdalena, westelijker de Rio Cauca.
Barranquilla is de vierde grootste stad van Colombia (na Bogota, Medellin en Cali), ze ligt ten westen van de monding van de Magdalena.
Barranquilla ligt in het oosten van het departement Atlantico.
kaart van Colombia waar het departement Atlantico in het noorden met een zwarte pijl is aangeduid
kaart van het departement Atlantico. Barranquilla is omcirkeld.
Hét evenement in de stad is carnaval, nu al enkele weken geleden. Het karnavel is Unesco Werelderfgoed.
Barranquilla is economisch belangrijk, het is de voornaamste havenstad van Colombia, gericht naar het westen en de USA. (Handel met het oosten gebeurt via de kleinere havenstad Buenaventura, aan de Pacifische kust).
er is hoogbouw. Omwille van de vorm noemt men in de stad dit gebouw “miss univers”
Het nieuwe stadscentrum, door de “turcos” (Arabieren en Turken) beïnvloed, is Prado. Hier zijn nog mooie gebouwen uit de koloniale tijd, begin 20ste eeuw. De gebouwen zijn beschermd monument.
het grootste is Hotel Prado. De eigenaar is echter aangehouden voor zijn grote aandeel in de drugshandel. Al de bezittingen zijn aangeslagen, ook dit hotel. Het is in handen van het Nationaal Narcotica Agentschap. Omdat het gebouw op de lijst van Cultureel Erfgoed staat, kan het niet verkocht worden, en zal het overgaan naar het Ministerie van Handel, Industrie en Toerisme
het hotel is gebouwd in 1930, bevat bogen, arcades en heel wat spijlen, zowel in hout als in steen. Er is een deur in brandglas, stijl art-deco
enkele andere gebouwen
Wij verblijven in Hotel Casa Colonial, een grote villa uit de koloniale tijd.
de voorgevel
de kamer welke wij huren geeft, net zoals bijna alle andere kamers, uit op de tuin
We bezoeken Barranquilla in 2 delen, gescheiden door ons verblijf in Mompox.
Barranquila heeft een oud en een nieuw centrum. Omdat de bezienswaardigheden niet zo veel tijd vergen voor een bezoek, maar wel ver van elkaar verwijderd liggen, huren we een taxi voor de verplaatsingen. De chauffeur neemt ook een beetje de taak van gids op zich.
We ondervinden dat we in een heel andere wereld zijn terecht gekomen. Mensen hebben hier weinig of geen gevoel meer om Colombiaan te zien. De bevolking is een mengelmoes van volkeren uit Colombia en uit het buitenland. Een mooi voorbeeld: de burgemeester is van Turkse afkomst.
de huidige burgemeester van Barranquilla
Er leven heel wat arme mensen, ondanks de vele bedrijven en havenactiviteiten. Ze leven tussen het vuil en slapen op straat.
wordt de oude rommel verkocht of is dit een woonhuis?
Het oostelijk deel van de oude stad is een grote markt, met heel veel vuil, fake-goederen en massa’s mensen.
enkele stalletjes met oude boeken
de laatste tijd zijn er heel veel vluchtelingen uit Venezuela in Colombia aangekomen. Ook zij leven op straat, hebben geen woonst, noch geld en proberen op een of andere manier wat geld te verdienen, velen staan aan verkeerslichten om ramen te wassen, anderen verkopen koffie, …. Vier miljoen Venezolanen zijn al op de vlucht. Zij die goud en andere waardevolle roerende bezittingen hadden hebben misschien een goede bestemming kunnen vinden. De rest is alles kwijt
Hier tussen is er de Plaza San Nicolas, met aan het ene eind van het plein, de San Nicolas kerk
De Sint-Niklaaskerk was vroeger de kathedraal van Barranquilla, gebouwd in de 19de eeuw.
De kerk is niet te bezoeken, ze is enkel geopend om enkele malen per week de mis bij te wonen. De omgeving is zo arm en er heerst ook wel misdaad, dus de kerk blijft voor alle veiligheid gesloten.
Op het plein staat het huis waar in 1813 de stadsrechten voor Barranquilla werden ondertekend.
In het midden van de 19de eeuw kwamen in de Rio Magdalena de eerste stoomboten aan. Tegenover andere noordelijke havensteden, Santa Marta en Cartagena, had Barranquilla het voordeel dat de schepen de rivier op voeren en dus meer beschut lagen.
het gebouw dat als passagiersstation in de haven dienst deed, mooi gerestaureerd. Einde 19de eeuw, begin 20ste eeuw, waren er nog (bijna) geen wegen door Colombia, het vervoer van passagiers en goederen ging oven de rivieren. Personenvervoer over de rivier startte in 1905
nu liggen hier enkel nog wat kleine bootjes
In 1870 ontstond in Barranquilla de eerste spoorlijn van Colombia. In 1871 hoorden de bewoners voor de eerste maal een loc denderen over het spoor, de inhuldiging van de Bolivar Spoorlijnen.
de oude, gerestaureerde locomotief, in 1904 gemaakt voor een Engelse maatschappij, voor de Eldorada (goud) spoorlijn in Colombia
een van de stationsgebouwen
een ander stationsgebouw
het station van de later aangelegde tramspoorlijn (1890-1927)
stationsgebouw ingehuldigd in 1871, in republikeinse stijl
Door de haven en de spoorlijn kreeg deze plaats de eerste Colombiaanse telefoonlijn, kwam hier de eerste Colombiaanse luchtvaartmaatschappij.
In 1919 bouwde een Engelse architect dicht bij de haven, het gebouw voor de douane. Nu huist hier een bibliotheek en het historische archief van Bolivar.
de gevel langs de straatzijde
aan de wand van de inkomhall een werk dat de havenactiviteit voorstelt met als datum 1872 en 1917
aan de tegenoverliggende wand een werk dat de industriële en landbouwactiviteiten voorstelt, met dezelfde datum
er is een kunsttentoonstelling in een zaaltje
er zijn een aantal werken, voorstellingen van vrouwen, van dezelfde kunstenaar, gemaakt uit hars, hout en soms nog andere materialen. Hier is het hoofd een grote schelp, en de mond een tandprothese
hier is de vrouw gemaakt uit hout en hars
de gevel langs de rivierzijde
Barranquilla was en is vooral een havenstad. Eerst zien we van op afstand schepen de Rio Magdalena opvaren, en wat verder zien we kranen.
dit zou een systeem zijn om onder andere graan uit de schepen te zuigen en naar de silo’s te brengen (Colombia kweekt zelf geen graan, het moet ingevoerd worden)
zeeschepen kunnen de Rio Magdalena opvaren, ondanks de aanwezigheid van een enorme massa waterhyacint
tussen de waterhyacint zitten heel wat vogels
wat noordelijker zijn er geen waterhyacinten meer welke de rivier dichtslibben
tijdens het weekend kunnen mensen met deze boot meevaren in een excursie op de Magdalena
De het gebied van de haven langs de Magdalena rivier wordt nu, door een droom van de huidige burgemeester, helemaal aangelegd als ontspanningsgebied voor de bewoners en toeristen.
overal waar aantekeningen staan op dit bord wordt de droom van de burgemeester gerealiseerd
hier is een foto te zien waarbij vermeld is: “de burgemeester en zijn vrouw genieten van het uitzicht op de Rio Magdalena, een voorrecht dat alle inwoners van Barranquilla binnenkort kunnen hebben”
kostenplaatje 130 miljoen €, moet met meer dan 10 vermenigvuldigd worden om een getal naar onze normen te verkrijgen
0erzullen meer dan 1750 bomen geplant worden, hier alvast 1 in de stellingen
De malecon (kade) bestaat momenteel uit 2 kleine deeltjes. De rest wordt nu en in de periode van de volgende 2 jaar aangelegd.
de oudere malecon
hier wordt nog heel wat werk verzet, op de achtergrond de stad Barranquilla
hier, op de tweede malecon komt het gebouw waar voedsel en drank zal verkocht en gegeten worden
we zien beneden in de rivier een vissersbootje. Er wordt een groot net uitgeworpen en weer ingehaald, vol met deze vis
Daar achter zullen er ook hotels en appartementsgebouwen komen, enkel dure flats komen er.
Meer stroomafwaarts, richting zee dus; wordt de Magdalena steeds breder. Eerst zijn er nog enkele havenbedrijven waaronder een grote petroleumopslagplaats. Later is er geen havenbedrijvigheid meer, er is enkel nog natuur (of wat ervoor moet doorgaan). Langs de zijde van het departement Atlantico, waar wij dus zijn, is er mangrove met daarachter ook weer lagunes.
een kanaal waardoor het water in het mangrovegebied kan binnenstromen
het rivierwater is donker gekleurd en helemaal niet helder
een erg speciale plant welke grote groene blazen vormt die na een tijd verdrogen
Wat meer stroomafwaarts nog is de zee afgedamd en zijn er rustige lagunes. Hier wordt gevist, vooral door watervogels
de afsluiting is goed te zien, de vogels zijn te klein om te kunnen zien
we zijn nu bij de afsluiting van de zee, geen echte dijk, eerder een zandophoping
een roofvogel, waarschijnlijk dezelfde gier welke we overal zien. Het dier cirkelt rond in de lucht op zoek naar aan dode prooi
Grote Zilverreiger (Ardea alba)
Amerikaanse Kleine Zilverreiger (Egretta thula))
af en toe zien we de Amazone Pelikaan (Pelecanus occidentalis) opvliegen en dan pijlsnel duiken om de vis te vangen die hij vanuit de lucht zag
hoog in de lucht zien we de Amerikaanse Fregatvogel (Fregata magnificens) op zoek naar een slachtoffer. Deze vogel komt nooit aan de grond. Zelf vis vangen is blijkbaar geen optie. Deze fragatvogel valt vogels aan welke een vis in hun bek hebben. Bij die aanval laat de slachtoffervogel zijn buit vallen en dan grijpt de fregatvogel zijn kans om die buit zelf op te eten
dit strand wordt niet zo veel gebruikt, er staan wel strandcabines of wat ervoor moet doorgaan. Voor mensen met kleine kinderen een erg veilige plaats, het water is ondiep en er is geen golfslag
Aan de overzijde van de rivier, grondgebied van het departement Magdalena, is er naar de monding toe een reeks lagunes en enkel nog natuur?
de overzijde is nog net te zien
Langs de zijde van Barranquilla loopt er nog de oude spoorlijn. Die diende om de goederen tot bij de monding te brengen of, om ze vanaf de monding meer naar Barranquilla toe te brengen.
langs de zijde van de rivier, daar waar grote schepen varen, staan er kleine vuurtorens, eentje te zien op de achtergrond
Langs de oude spoorlijn zijn er heel wat visrestaurants welke in de weekends heel veel gasten tellen.
nu ligt een vissersbootje vredig met het water op en neer te deinen
de laatste bewoning langs de Rio Magdalena wordt gevormd door wat samen getimmerde hutten van strandschuimers en vissers
bij een bordje “vis te koop” gaan we even kijken. De man, welke in een van de hutten woont, heeft 2 roggen en nog 2 andere vissen gevangen. De roggen heeft hij al onthoofd en gekuist, de 2 andere vissen gekuist en ontschubd. De vis ruikt nog vers, ondanks het warme weer. Hopelijk wordt de vis nu snel verkocht, rog krijgt immers snel een afbraakgeur ….
Nu zijn er oude wagons, voorzien van een motor, welke op het spoor rijden en toeristen tot bij de monding brengen, bijna 5 km verderop.
Wij wandelen een stukje langs het spoor, tot waar de afdammingen van de zee eindigen en we dus bij de Atlantische Oceaan, Caribische Zee zijn.
brommers rijden nog tussen de sporen, voor ons is er een padje naast de sporen, of stappen op de afgebrokkelde treinbalken
het einde van de afsluiting tussen een kunstmatige lagune en de zee
Hier is een strandje. Mensen komen hier echter niet in grote aantallen, ze verkiezen dorpen welke wat verder westelijk liggen met mooiere stranden
op het strand aan de Caribische kust van Colombia
de donkere zandkleur betekent dat dit deel van het strand onder water komt bij hoogtij. Dan schier er van het “strand” niet veel meer over
De monding van de Rio Magdalena in de Caribische Zee noemt men Boca cenisa (asmonding). Het begrip komt van de kleur: de Rio Magdalena is erg donker t.o.v. de zee, welke meer een blauwe, heldere kleur heeft.
we zijn nog niet aan de monding, we zullen er ook niet komen. Toch zien we dat de kleur van het water rechts (Rio Magdalena) veel donkerder is dan de kleur links, de zee
In feite is het zo dat het pad van de spoorlijn kunstmatig gemaakt is in de jaren 1930, samen met een gegraven toegangskanaal tot de rivier. Dit is goed te zien vanuit de lucht, vandaar enkele internetfoto’s
de gebouwen zijn deze van Barranquilla. Het kanaal van de Rio Magdalena is ook goed te zien
de afsluiting (links) van de zee zorgt voor een lagune. Rechts is het natuurgebied te zien
tot voor 3 maanden werd er dagelijks gebaggerd. Nu is dit verboden voor de stabiliteit van de bodem, zo lees ik. Meer info ontbreekt.
In de stad willen we enkele musea bezoeken. Het eerste is het Antropologisch en Etnografisch Museum. Ik kijk nog op de website, en ja, het is open. Als we er aan komen zijn alle hekken en poorten gesloten, en het dak is zelfs verwijderd van de gebouwen. Mededeling “gesloten voor renovatie”.
Wat later rijden we naar het tweede museum, het museum van het Caribische gebied. Het museum opende in 2009, is nog heel nieuw. Maar de airco is uitgevallen en er is geen geld meer om een nieuwe te kopen. Dus ook dit museum is gesloten.
ziet er nog nieuw uit, maar gesloten
Net naast dit Caribische Museum is het Nieuwe Museum voor Moderne Kunst in aanbouw. Het zou dit jaar moeten openen. De werkzaamheden liggen echter stil …
vlak naast het vorige museum, dat gesloten is, staat deze bouw stil
We gaan naar het nog bestaande Museum voor Moderne kunst. Dit museum bevindt zich op 2 verdiepen in een appartementsgebouw. Er zijn weinig werken te zien. Als voor deze kleine collectie zo een groot en duur museum moet gebouwd worden, dan begrijpen we dat het woord “geldverspilling” hier aan de orde is.
een van de 25 werkjes welke in het appartement hangen, uit 1978 van Santiago Cardenas Aroyo
een werkje van Henri Matisse uit 1941
Tussen de oude en de nieuwe stad ligt de kathedraal. Het gebouw oogt futuristisch en de bouw is op Indiaanse waarden gebaseerd. De bouw voltrok zich tussen 1955 en 1982.
de voorgevel van de kathedraal
en binnenin toch verrassend licht
De glasramen bestaan uit 400.000 Duitse stukken glas.
Boven het altaar heeft de beroemde beeldhouwer het beeld “Christus bevrijder van Zuid-Amerika” opgesteld. Het beeld weegt 16 ton.
Om het Plein van de Vrede, voor de kathedraal te kunnen realiseren, moesten heel wat huizen en andere gebouwen afgebroken worden.
We eindigen ons bezoek op het Cementerio Universal, de officiële begraafplaats van Barranquilla. De begraafplaats is gestart in 1870, als eerste vrije begraafplaats in Colombia. Een standbeeld van de stichter is direct na de inkom te zien.
Ook hier zijn weer heel wat monumentale graven te zien.
de ene familie ziet het al wat groter dan de andere
straat 5 ziet er net uit zoals een straatje in een villawijk met bloemen en witte muren
in het midden van het oudere deel van de begraafplaats is er een soort toegangspoort met in de muren heel veel restgraven
een aantal graven bevatten een marmeren monument, marmer uit Colombia
Voor de meeste graven geldt dat na 3 of 6jaar het graf wordt opgegeven en de resten in een nis in een muur terecht komen, restgraven
de muren zijn gesorteerd per jaartal
We krijgen te horen dat een stenen zerk op de begraafplaats gekocht wordt voor periodes van 3 jaar. Een verassing is ongeveer even duur als een steen. We zien wel een graf dat te koop staat. De steen met de namen wordt dan gewoon verwijderd en er komt een nieuwe steen met de nieuwe huurders op.
Net zoals we in winkelcentra in grote steden, immobiliëntafels (nee, geen kantoren, enkel een tafel in de gang) zien voor de verkoop van appartementen, zien we hier op de begraafplaats een tafeltje met 2 dames, welke handel drijven in grafzerkimmobiliën.
Hier op deze begraafplaats zien we geen plaats voor arme mensen, welke zich niets kunnen permitteren.
een ideale verblijfplaats voor leguanen
ik kom iets te dicht bij, de leguaan zet het op een lopen, … tussen 2 graven in
ik ga ook even rond en sta nu voor het dier, nog ruimte latend zodat het zou kunnen vluchten
Hier op deze begraafplaats liggen mensen van allerlei soorten godsdiensten of atheïsten. Voor joden is er een aparte begraafplaats, buiten de huidige muren, maar direct naast de grote begraafplaats.
Eerst komen we op de huidige joodse begraafplaats.
de toegang tot de huidige joodse begraafplaats is via aan hek waar je de graven kan zien
3 jaar jonger dan mij, en al 7 jaar onder de grond ….
De man welke het hek voor ons heeft geopend, wil ons ook wel de oude joodse begraafplaats tonen. Die is vanop straat niet te zien en volledig afgesloten.
de davidster of de menorah (kandelaar) zijn typische joodse symbolen
bloemen geven dan toch nog een opgewekte noot aan de begraafplaats
In Barranquilla zijn nog 2 andere begraafplaatsen, daar komen we niet.
Vanuit Barranquilla reizen we verder met een vervoerssysteem, deur tot deur. We hoeven niet per taxi naar een busstation te gaan, en bij aankomst weer per taxi naar onze bestemming. Nee, we worden afgehaald en ook bij de volgende bestemming afgeleverd.
Bolivar (deel 2)
Onze tweede bestemming aan de Caribische kust én onze tweede bestemming in het departement Bolivar, is de stad Cartagena
kaart van Bolivar waar Cartagena op is aangeduid
We rijden de 120 km afstand tussen Barranquilla en Cartagena de Indias, met een deur tot deur vervoer. Een grote stationwagen komt ons ophalen en 1,5u later staan we op onze bestemming in Cartagena.
Het verblijf ligt wat buiten de stad, we hebben telkens een taxi nodig.
Cartagena de Indias (in tegenstelling tot Cartagena in Spanje) is in 1533 gesticht door de broer van de stichter van Mompox. Net zoals Mompox is Cartagena ook Unesco Werelderfgoed.
de stichter van Cartagena
Cartagena werd gesticht op een smal schiereiland waar een indiaanse nederzetting was. Gedurende de 16de eeuw werd Cartagena dikwijls aangevallen door piraten.
kaart van Cartagena waar het oude centrum is omcirkeld
op het naburige plein staat een standbeeld van Christoffel Colombus
net buiten het oude centrum ligt een galjoen van zeerovers
Om de stad te beschermen werden forten en versterkte muren rond de stad gebouwd.
het gesteente waaruit de muur gemaakt is, is koraalkalk
Deze versterking werd gedurende 2 eeuwen verbeterd en afgewerkt, het grootste deel is er nog steeds.
met bastions gericht naar de zee
hier staan kanonnen gericht op de toegang tot Cartagena vanaf de zee waar de piraten en andere belagers verwacht werden -en ook kwamen
Langs de oceaan is er een monument, nu van een onbekende kunstenaar: het monument voor de Oceaan, los alcatraces (de pelikanen).
de vogels in het monument zijn helemaal niet mooi
er is 1 pelikaan alleen, hier is de pelikaan nog te herkennen
hier staan nog enkele kleurrijke banken
Cartagena was één van de belangrijkste havens in Amerika waar slaven werden geïmporteerd. Men schat dat er meer dan 1 miljoen slaven op de markt van Cartagena werden verkocht.
het plein bij de Poort van de Klok was het toneel van de slavenhandel. Cartagena werd rijk op deze handelsactiviteit.
de jezuïet Pedro Claver was heel erg betrokken bij elke nieuwe lading Afrikanen welke werd geïmporteerd in Cartagena. Hij doopte duizenden slaven! Of hij iets meer deed voor hen, heb ik nergens kunnen lezen
Pedro Claver was de eerste heilig verklaarde in Zuid-Amerika. San Pedro Claver werd hier in de kerk begraven
de torens en koepel van zijn kerk
Cartagena verklaarde zich onafhankelijk van Spanje in 1812. In 1815 was Spanje weer heer en meester over de stad en 6 jaar later, in 1821 namen de revolutionairen het bewind weer over van de Spanjaarden. In de 19de eeuw verloor Cartagena zijn statuut van belangrijke Spaanse havenstad. Dat zorgde er indirect voor dat het koloniale centrum bewaard bleef. De economie maakte immers een dieptepunt door.
op enkele plaatsen zien we de verwijzing naar Unesco Cultureel Erfgoed
Cartagena heeft weinig te lijden gehad van de burgeroorlogen in Colombia. Gedurende de laatste decennia is Cartagena een internationaal luxe toerisme bestemming geworden met prijzen die de Europese evenaren. Gelukkig zijn er nog plaatsen in de stad waar de lokale bevolking het belangrijkste deel uitmaakt
de lokale bevolking (op het schilderij achter mij te zien) heeft voor het grootste deel een donkerder tot veel donkerder huidskleur
Maar 10 km buiten de stad heerst armoede, wonen daklozen en ontheemden.
De luxe is beperkt tot een internationale elite welke hier woont, een buitenverblijf heeft, hier met een luxe eigen schip komt, op luxe cruise is of in de peperdure hotels verblijft.
dagelijks komt hier één of twee cruiseschepen. Cartagena de Indias is de enige haven welke in Colombia aangedaan wordt door cruises. Alles wat in Colombia te koop is, heeft hier wel minstens een verkooppunt. Juwelen, goud, zilver en smaragd, zijn vooral erg belangrijk. Op een uur tijd moet immers zo veel mogelijk aan de (somtijds Agatha Christie-achtige) mensen verkocht worden. Om hen te helpen staan er grote borden bij de winkels dichtbij de busparking, “ aanbevolen door Princess-cruises”, de kudde mensen gaat er dan massaal binnen, de gids met paraplu op kop …..
Er is een aantal luxe winkels in de mooie gebouwen van het oude centrum met een mooi en kleurrijk aanbod.
deze kledij kan het ganse jaar door gedragen worden, het is hier steeds warm
We wandelen door het oude, Spaanse, centrum. Hier staan heel wat mooi, gerestaureerde gebouwen.
de meest gebruikte toegang is deze door de Poort van de Klok
deze poort is gemaakt in de ommuring van de oude stad
heel veel huizen met een balkon, hier kleurrijk. Onder de arcaden wordt er in tientallen kraampjes, de lokale zoetigheden verkocht
allerlei zoetigheden samen in één verpakking, verschillend van kleur maar allemaal mierezoet. Gezonde voeding is hier niet aan de orde van de dag
hier volgen enkele koloniale gebouwen om je een beeld te geven van de oude stad
op de pleinen is er weinig schaduw te vinden tenzij een half uur voor zonsondergang
de gevel van de kathedraal
naast de kathedraal op het plein staat een bronzen beeld van de paus
hoog op de gevel, onder een overhangende rand leeft een koppel papegaaien ….
toren van de kathedraal te zien in een straatje
binnenin de kerk
de kathedraal is pas 10 jaar geleden gerestaureerd
bij een gesloten ingang staat de klok te wachten op …..
stiekem foto genomen van deze steeds kwaad kijkende nonnen… ze passen niet in het straatbeeld van Colombia
kleurrijk en dikwijls met veel bloemen
op het Santo Domingoplein, net voor de toegang tot de kerk, ligt Botero’s “Gorda Gertruda” of in het Nederlands “Vette Gertrude”
de gevel van de kerk. In het portaal binnenin zit er een blinde man te bedelen
binnenin de Sto Domingo kerk, slechts zelden open
de vloer van de kerk is een grote begraafplaats. Vóórdat de begraafplaatsen buiten het centrum in gebruik waren, werden mensen in en rond de kerk begraven. Bij epidemieën gaf dat hygiënische problemen
hier en daar zijn er zelfs grafmonumenten in de kerk
Terug op wandel
de steen welke gebruikt wordt is ook al koraalsteen, kalksteen welke gevormd is door afzetting van koralen in de zee, gedurende lange tijd
een koloniaal appartementsgebouw
heel wat zware toegangspoorten, met in één van beide delen een kleiner deurtje voor dagelijks gebruik, én een deurklopper
deurklopper in de vorm van een zeepaardje …
of een dierenkop en engeltjes ….
of een vis ….
of 2 vissen
of een precolombiaans figuur
of zelfs een reptiel, de variatie is groot
het theater heel licht roze gekleurd
een van de straatjes in het oude centrum geeft zicht op de kathedraal
voor de eerste maal in Colombia een (yoghurt)ijsje
alles is vrolijk gekleurd, er is geen eentonigheid te merken
op het Bolivarplein zitten heel wat mensen, welke hopen om een centje te verdienen aan de passanten, se verkopen vet voedsel, “schilderijen”, poetsen schoenen, maar zijn vooral passief
vermits er zeer veel toeristen naar Cartagena komen, zoeken mensen manieren om geld te verdienen aan het toerisme. Een groot aantal zwarte vrouwen kleden zich in deze kleurrijke en zwierige kledij. Ze dragen een kom met vruchten op het hoofd en paraderen door de straatjes. Wil je een foto dan is 5000 COP (1,5€) het minimum om één vrouw te fotograferen. ’s Avonds is hun energie uitgeblust en staan ze enkel nog te wachten tot hun dagtaak er opzit
Bij een aantal andere gebouwen is restauratie aan de gang
nog moeilijker dan een nieuwbouw starten
ik kijk binnen en vraag aan de toezichter van de werken of ik een foto mag nemen. Ik hou een babbel met hem over de werken. Om zo een groot gebouw te herstellen, zegt hij, duurt het twee jaar. Hoeveel kost het voor de herstelling? Voor alles tot en met de afwerking komt het op 60.000€ totale kostprijs voor 2 jaar ….
En nog andere, vervallen gebouwen wachten op een koper (met veel geld), die dan ook nog de dure restauratie kan bekostigen.
hier worden de winkels beneden gebruikt, het zijn geen mooie winkels.Boven staat alles vervallen, er wordt nog geen koper gezocht
We bezoeken enkele musea in de stad.
*Als eerste is er het Goudmuseum van de Zenu
De Caribische vlakten in het noorden van Colombia worden al meer dan 11.000 jaar bewoond door allerlei volkeren, de oudsten waren verzamelaars-jagers, daarna kwamen er nederzettingen met boeren, nog later kwamen er ook kunstenaars bij.
Vanaf 200 v.C. werd het gebied bewoond door de Zenu, een volk dat enerzijds aan landbouw deed, anderzijds werd er ook goud verwerkt.
Ten tijde van de verovering door de Spanjaarden was de Zenu gemengd met de volkeren van de Magdalena.
gebied van de Zenu op de kaart van het noorden van Colombia
De kunst om edele metalen te bewerken kwam uit Peru waar men al sinds 1.500 v.C. goud, koper maar ook zilver bewerkte. Die kunst verbreidde zich gaandeweg meer noordelijk en kwam zo in west-Colombia.
voorwerpen gemaakt door de Zenu met behulp van de “verloren-was” techniek, zoal ik enkele weken geleden heb uitgelegd
deze borstplaten met vogelkoppen zijn recenter en gemaakt uit dunne plakken edelmetaal
net zoals de andere volkeren identificeerde de opperman en de sjaman zich met dieren en eigende ze zich de gewenste eigenschappen van dat dier toe
gouden juwelen
leuk, een zittende man met zijn ene hand voor de mond, zijn ander hand op zijn buik
ook het aardewerk vertoont veel overeenkomst, de verschillende volkeren hadden contacten met elkaar
er zijn ook enkele gouden voorwerpen van andere volkeren te zien, zoals hier van de Cauca
in die tijd leefden er in het gebied ook alligators, een diersoort dat hen erg heeft aangesproken
er werden rollen gemaakt in aardewerk, het patroon was dat van de huid van een alligator. De rol werd ingewreven met de rode annato-kleurstof (afkomstig van de zaden van een plant) en uitgerold op de huid van de opperman en sjaman. Daardoor kregen deze mannen de macht de eigenschappen van de krokodil …..
In 1552 schreef de Spaanse historicus Lopez de Gomara het volgende over de 16de eeuwse mijnactiviteit in het gebied “ …. Zij verzamelen goud eender waar zij maar willen …. in deze rivier en in andere, en soms vissen ze zelfs blokken puur goud, in het formaat van een ei … “
De volkeren leefden in vlakten welke periodiek overstroomden. Bij deze overstromingen bleef telkens een nieuwe vruchtbare bodemlaag over, goed voor de landbouw. Minder goed was het feit dat de bewoners bij elke overstroming hun hut en hun eigendommen verloren.
Beetje bij beetje werd er een ingenieus systeem op poten gezet voor de waterhuishouding. Tussen 200 v.C. en 1000 n.C. werden diepere kanalen gegraven en werd het gebied tussen de kanalen opgehoogd. Tijdens de overstromingen vulden de kanalen zich met water, de opgehoogde gebieden bleven droog. In het totaal werd op die manier zo een 650.000 ha (6500 vierkante km) bewerkt. De kanalen waren tot 4 km lang en tot 10m breed en voerden water aan in lager gelegen gebieden waar gewassen werden gekweekt.
een luchtbeeld van het bewerkte gebied
In sommige sectoren werd maar 1 soort gewas geteeld, in andere sectoren meerdere soorten: coca, mais, pompoen, maniok, chili’s en een gamma fruit
Nu wonen in deze Caribische vlakten Spanjaarden, Creolen, afstammelingen van Afrikaners, indianen en Arabische avonturiers. Door uitwisseling van gewoontes, kennis, economie en gebruiken is de huidige mestizo cultuur gevormd met hun gewoontes, kunst, muziek, ….
* Het tweede museum is het museum voor moderne kunst van Cartagena.
een werk van de in Barcelona geboren Alejandro Obregon (1920-1992 in Cartagena)
Er is een zaal gewijd aan Enrique Grau (Panama 1920- Bogota 2004), medestichter van het museum en een belangrijke kunstenaar in Colombia
werk van de in 1953 geboren Maria Teresa Viecco
* Het derde museum is dat over de geschiedenis van Cartagena.
de eerste bewoners in dit gebied kwamen via noord-Amerika en de eilanden van de Caraïben op de noordkust van Zuid-Amerika. De eerste benaming van de plaats, waar zich nu Cartagena bevindt, en die ergens vermeld is, was Kalamari. Die benaming bestond rond het jaar 1100 n.C.
De eerste bewoners waren afstammelingen van Amanaroka, afkomstig van een zoon van De Maan, en een dochter van De Lucht. De naam is afkomstig van Aman, de slang die symbool was voor het spirituele …..
Volgens een of andere verklaring zou het woord Caribe afkomstig zijn van Kanibaal.
op deze kaart is vermeld wat er op verschillende plaatsen rond Kalamari gebeurde
de indianen in de precolumbiaanse tijd verplaatsten zich met bootjes
Op het moment dat de Spanjaarden toekwamen werden zij onthaald met vijandige acties
de gifpijlen zorgden ervoor dat de dood na een tijd intrad. Deze pop stelt een Spaanse geograaf en kaartmaker voor
een van de eerste kaarten van de “America’s”
De eerste ommuring van Cartagena, gebouwd in opdracht van de Spaanse stichter van de stad, was er om belastingen te heffen op de in- en de uitvoer, belastingen ten voordele van de Spaanse kroon, Keizer Karel, koning van Spanje en van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natiën.
de Spanjaarden ontdekten al gauw de (in hun ogen) fabuleuze schatten aan goud. Het nieuws daarover, dat telkens nog meer en meer uitvergroot werd, bereikte het oor van schattenzoekers, avonturiers en anderen met minder goede bedoelingen. Zij trokken allemaal richting Cartagena, al gauw diende de ommuringen om de stad, en vooral het goud, te beschermen tegen al die kapers (en het te houden voor zich zelf, al even on-nobel!)
In 1533, het jaar van de stichting van Cartagena, voerde de stichter van de stad, al slaven in uit Afrika.
Daarnaast verrijkte de stichter en zijn familie zich met het goud uit de graven van de Zenu (zie Museum del Oro).
Al gauw ontdekten de Spanjaarden dat het gebied rond Cartagena veel minder rijk was, aan goud, aan vruchtbare grond, aan drinkwater, … .
Ondertussen was Pizarro, een andere Spaanse veroveraar, immens grote massa’s aan goud in Peru.
Ook dat goud kwam terecht in Cartagena.
Omdat de koning van Spanje bezorgd (!) was dat andere natiën ook de weg naar het goud zouden vinden, verordende hij een decreet dat elke handel met het gebied Centraal- en Zuid-Amerika via Spanje moest gebeuren. Hij installeerde 2 vloten, ene die vanuit Sevilla Mexico aandeed, de andere die vanuit Sevilla Panama en Cartagena aandeed. Er werd toen nog niet gesproken van Amerika, het gebied werd de “Indias” genoemd
de beide Spaanse vloot-routes vanaf 1564
De heenvaart gebeurde tussen december en april en was afhankelijk van de heersende winden en de golfstromen. De terugkeer gebeurde tijdens de periode april-mei, om dezelfde reden. De boten gebruikten enkel zeilen om zich voort te bewegen!
Sinds 1494 al regelde het Verdrag van Tordesillas, tot stand gekomen door paus Julius II, de opdeling van de Nieuwe Wereld tussen Spanje en Portugal. Maar door de enorme rijkdommen en het niet erkennen van dat verdrag door andere Naties zoals Frankrijk en Engeland, stuurden deze laatste landen er op aan om toch naar Zuid-Amerika te varen. Eerst was Spanje en Engeland nog bevriend door huwelijken, maar door allerlei kronkels en bochten (ik ben geen geschiedschrijver, de geschiedenis is hier vreselijk ingewikkeld) kwamen er vete’s tussen beide landen en werden er door de koningen van beide landen “corsario’s” uitgestuurd. Zij kregen een vrijbuitersbrief mee en een opdracht van hun regering om naar de Spaanse wereld te trekken en binnen te vallen.
Daarnaast waren er ook de kapers. Zij handelden niet in naam van hun koningen, maar trokken ook met een schip naar de rijkdommen van de nieuwe wereld en de schepen welke beladen waren met god
een corsario
een piraat of kaper, een “beroep” dat al veel langer bestond
Omdat de Spaanse vloten verplichte vaarroutes hadden, waren zij een aantrekkelijk object voor beide groepen zeerovers, in hun doelen waren ze niets verschillend van elkaar. De Caribische Zee was hun gebied vanaf de 16de eeuw. Corsario’s en piraten werden steeds machtiger, hun vloten werden steeds groter, met meer dan 1000 manschappen (rond 1550). Vee piraten vestigden zich op eilanden in de Caribische Zee, eilanden waarlangs de Spaanse vloot langs kwam.
De versterkingen en forten rond de baai van Cartagena werd alsmaar meer uitgebreid. Veel van die forten zijn echter in de loop der tijden met de grond gelijk gemaakt.
Daarnaast gingen heel veel schepen van Spanjaarden, Fransen en Engelsen, al dan niet beladen met grote schatten ten onder aan orkanen
de Spaanse koningen gaven het bevel tot het bouwen van sterk bewapende schepen, galjoenen. Velen werden op Cuba gebouwd, ook een Spaanse kolonie
op zo een galjoen waren leefden heel wat mannen, waarvan een deel enkel dienst had om oorlog te voeren.
Ondertussen was er ook handel met het binnenland van Colombia, met de hoofdstad Santa Fe de Bogota. Omdat Honda, de haven van Bogota op de Rio Magdalena , niet rechtstreeks via de rivier te bereiken was vanuit en naar Cartagena, werd er beslist om een kanaal te graven. Het uitgraven van de grond gebeurde in het droge seizoen van het jaar 1650 door massa’s slaven. Het vooropgestelde kanaal liep niet in rechte lijn, wegens de hoogteverschillen, maar we in een grote bocht. Toen het ganse kanaal gegraven en versterkt was, werd op het einde van het droge seizoen, de verbinding gemaakt met de Rio Magdalena. Toen daarna de regen kwam en het waterpeil in de rivier steeg, liep het kanaal onder water en was de verbinding met Cartagena een feit.
tracé van het kanaal tussen de Magdalena en Cartagena. In 1982 werd het kanaal wat rechter getrokken, i.p.v. 270 bochten bleven er nog 50 over, i.p.v. een lengte van 180km, blijft er nog 115 km over. Onnodig te zeggen dat het kanaal gezorgd heeft voor een ecologische ramp. Sedimenten van de Rio Magdalena hebben zich afgezet in de koraalrijke baai van Cartagena.
foto van het kanaal in 2010
Uiteindelijk duurden de oorlogen bijna 3 eeuwen.
De Spaanse koningen waren alleen maar belust op het goud, ze droegen niets bij aan de kolonies.
Toen kwam de volgende episode in de geschiedenis, het streven naar onafhankelijkheid van het gebied in Zuid-Amerika.
Ondertussen was Cartagena al een tijdje aan zijn economische ondergang bezig. Al de Spaanse provincies hieven hun eigen belastingen. In Cartagena waren door al de oorlogen en gevechten zoveel mensen vermoord, dat er bijna niets meer aan menselijke krachten overbleef. De gebouwen in de stad bleven beschermd, geen enkel volk had nog interesse om Cartagena te komen verwoesten.
Uiteindelijk werd het gebied, door toedoen van Simon Bolivar onafhankelijk, maar Spanje probeerde toch nog de Nieuwe Wereld terug te onderwerpen.
Toen ongeveer zowat alles uitgeput was door alle oorlogen, kwam er de cholera. Tussen 1848 en 1849 woedde de ziekte door Cartagena. Ongeveer een derde van de overgebleven bevolking, zo ongeveer 4.000 doden vielen er door de pandemie, ontstaan in India. De meeste doden stierven overal ter wereld in de havensteden, daar was er immers contact met de ganse wereld.
Deze ganse geschiedenis is in één zaal van het museum samengevat en te lezen en zien. Boven is er nog een tweede zaal die gaat over de Colombiaanse marine.
met een stukje duikboot
De taak van de marine is om vrede en rust te brengen in te onderhouden door de bescherming en verdediging van de kusten, de zeeën, de rivieren en het land. Ze staan ook mee in voor de bescherming van de natuurlijke rijkdommen van het land, de biodiversiteit, de ecosystemen en het milieu.
En dan enkele cijfers over de bevoegdheden van de zeemacht
oppervlakte territoriale wateren in de zeeën bijna 930.000 km2
oppervlakte land (Colombia) bijna 1.150.000 km2 (37 maal de oppervlakte van België)
1.300 km kust langs de Pacifische Oceaan (België heeft 65 km kust)
1.600 km kust met de Caribische Zee (inclusief de kusten van eilanden)
meer dan 13.000 km rivieren
Buiten het Centrum, maar nog binnen de ommuring, ligt een tweede wijk, San Diego. Ook hier zijn mooie straten en huizen, er staan echter geen paleizen meer.
kleurrijk en bebloemd
de geschiedenis van Cartagena is zo uitgebreid en complex dat hier in de stad tientallen pleinen en standbeelden terug te vinden zijn, ideale plaatsen voor de duiven om neer te strijken …
een kerk, net zoals de meeste andere kerken, gesloten
een mooie houten poort, de versieringen zijn ietwat beperkter dan deze van de kerken in het centrum
dit lijkt meer op een dorp
San Diego kerk
Aansluitend is er nog Getsemani, een wijk die nu in volle toeristische ontwikkeling is, maar waar ook nog armere mensen en mensen met niet de beste bedoelingen ronddwalen.
een straatje in de wijk Getsemani
Buiten deze gebieden liggen 2 wijken waar wolkenkrabbers verschijnen met erg dure hotels en appartementen. Dit is niet ons biotoop, dus enkel foto’s van op afstand
foto van het stadsdeel Bocagrande genomen vanaf de versterkte muren
Iets buiten de oude stad ligt op een heuvel van 40m hoog, het Kasteel San Filip van Barajas. Hier bevindt zich het grootste fort dat de Spanjaarden tijdens hun lange bezetting van Latijns-Amerika hebben opgericht.
Hollanders, welke ook een tijdje het gebied hebben bezet, brachten veranderingen aan het fort aan.
Het fort was een belangrijke schakel in de verdediging van Cartagena met 62 kanonnen van verschillend formaat.
we naderen het fort, een algemeen zicht van een deel van het fort
Wanneer we ons omkeren zien we deze reuzegrote schoenen. Een mens kan er volledig in, het hoofd blijft boven
er zijn verschillende muren
de verplaatsing tussen de gebouwen gebeurt via ondergrondse gangen
en hier en daar een kamer
één van de kanonnen
nu staan er gebouwen, vroeger was er een wijds zicht
een bastion
één van de vele bastions van het fort
Er staan nog een aantal andere forten, minder belangrijk. Die bezoeken we niet.
In dit overwegend moerassige ommeland ligt één heuvel, Cerro La Popa (Heuvel van de achtersteven -wegens enige gelijkenis in vorm), 150m hoog.
Ook hier werd een fort gebouwd om de stad in de 18de eeuw te beschermen tegen de aanhoudende aanvallen van Fransen en Engelsen.
het klooster hoog op de berg
van boven hebben we een mooi zicht op de binnenhaven van Cartagena
en een deeltje van de haven
de oude stad is niet te zien, ze zit verstopt achter hoge gebouwen
In 1606 is hier het klooster van Onze Lieve Vrouw van de Candelaria opgericht.
het klooster heeft een mooie patio, vol met bloemen
hier wordt een Maria beeld aanbeden
in de galerij van de beroemdheden welke ooit het klooster bezochten, zien we Alexander Von Humboldt. De man moet een enorme energie gehad hebben om overal planten, dieren, geologie, … te bestuderen
Ook Bolivar was hier om het fort te verdedigen
Op iets meer dan 45 minuten rijden buiten de stad, bevindt zich het Nationaal Vogelreservaat. Natuurlijk gaan we er naartoe.
vogels welke hier leven worden blijkbaar niet gestoord door mensen, zelfs niet door huilende kinderen
Blauw-gele Ara (Ara ararauna) komt in de vlaktes van het noorden en het zuidoosten voor beneden 1200m hoogte
Geelstuitbuidelspreeuw (Cacicus cela) leeft in een groot deel van het land, maar niet in de hoge gebieden boven 700m hoogte
Lelgoean (Aburria aburri), een vogel die met uitsterven bedreigd is en leeft in de gebieden tussen 600m en 2000m hoogte
wat dichterbij
Halsbandarassari (Pteroglossus torquatus) leeft langs de westzijde beneden 1400m hoogte
dezelfde toekan, nu aan de voorzijde
volwassen wijfje van de Rode Rotshaan (Rupicola peruvianus) leeft tussen 350 en 2400m hoogte in de Andes
dichterbij
Violetgaai (Cyanocorax violaceus) leeft ten oosten van de Andes lager dan 1200m hoogte
Wielewaaltroepiaal (Gymnomystax mexicanus) leeft in de oosterse laaglanden beneden 400m hoogte
Zwartoor-margrietje (Pionus menstruus) leeft op een hoogte lager dan 1500m
Zonparkiet (Aratinga solstitialis)
Amerikaanse Reuzenijsvogel (Megaceryle torquata) komt overal in het land voor in gebieden beneden 2500m
mannetje van Blauwknobbelhokko (Crax alberti) is bijna uitgestorven, leeft in vochtige gebieden lager dan 1200m
zijn vrouwtje
Vorkstaartkoningstiran (Tyrannus savana) is een trekvogel die in Colombia tussen maart en oktober voorkomt
Dwergara (Ara severus) leeft beneden 800m
de Jaribu (Jabiru mycteria) leeft in moerassen en is tot 140 cm groot
grote zilverreiger
jong van de Mangrovereiger (Butorides striata)
Amazone Pelikaan (Pelecanus occidentalis)
Amerikaanse Waterhoen (Gallinula galeata)
Witte Ibis leeft in het Orinoco (rivier) gebied (Eudocimus albus)
Caribische Flamingo (Phoenicopterus ruber)
Kaalkopooievaar (Mycteria americana) leeft langs rivieren in de lagere delen van het land
Rode Lepelaar (Platalea ajaja)
Geelhalsibis (Theristicus caudatus) leeft beneden 1200m hoogte
Briluil (Pulsatrix perspicillata) komt voor beneden 1400m hoogte
Kwak (Nycticorax nycticorax) komt bijna overal in het land voor beneden 2600m hoogte
Mexicaanse Tijgerroerdomp (Tigrisoma mexicanum) komt enkel voor lager dan 250m hoogte
wat naderbij bekeken
Rode Ibis (Eudocimus ruber) komt enkel in het Orinocobekken voor
Oranje Troepiaal (Icterus icterus) komt voor beneden 500m hoogte
Roodborstkardinaal (Pheucticus ludovicianus) in zijn broedende kleuren. Deze vogel is een trekvogel die hier tussen oktober en april voorkomt
Roodsnaveltoekan (Ramphastos tucanus)
BruingebandeerdeSpecht (Campephilus pollens)
Andescondor (Vultur gryphus) leeft in de Andes tussen 2400 en 4800m hoogte
Groenvleugelara (Ara chloropterus) leeft in het oosten in gebieden lager dan 500m
Geelvleugelara (Ara macao) leeft grotendeels in dezelfde gebieden dan de vorige soort
Met het noorden eindigt het derde en laatste deel van ons tweede bezoek aan Colombia.
Colombia is een veiliger land geworden sinds we hier de vorige maal kwamen. De mensen blijven even vriendelijk en aangenaam, voor velen is het leven nu minder gevaarlijk.
Colombia is nog steeds een land waar we ons thuis voelen, het gezegde van 8 jaar geleden “het enige gevaar is dat je hier zou willen blijven” is nog steeds van toepassing (alhoewel heel veel gevaar op vele plaatsen geweken is).
Het nieuwe gezegde is nu “ we zijn fier U het mooiste van ons land te kunnen tonen: de mensen”
Is zeker waar. Overal waar we mensen tegen komen wordt er op zijn minst goedendag gewenst, en gevraagd hoe het ermee gaat.
Passen we dat toe in België, zullen we weer bekeken worden alsof we uit een gekkenhuis komen.
Maar we keren nog niet terug naar België, we blijven nog even in het Caribische gebied, er komt dus nog een verhaal