Reisverhaal «zon, regen, wind, we passen ons aan»
Canarische eilanden
|
Spanje
|
5 Reacties
06 Maart 2022
-
Laatste Aanpassing 10 Maart 2022
5. zon, wolken en regen. We passen de wandelingen aan
De weersvoorspellingen voor het noorden van het eiland zijn niet bijster goed. We denken dat de regen vanaf het centrum naar het noorden te vinden is, maar iets voorbij San Barrtelomé komen we in de wolken terecht en wat later valt er regen. We keren dus terug richting zuiden, regen hebben we de voorbije maanden al genoeg in België gehad
Ten noorden van San Bartelomé begint het hooggebergte. Wolken komen vanaf het noorden en blijven in de bergen hangen. Dat resulteert in mist, regen en een groener landschap
We keren terug richting zuiden. Op de pas Degollada de la Cruz Grande, 1245m hoogte, houden we halt
we zien de wolken over de bergen kruipen, we kijken nu richting zuiden
Het is hier vrij koud, minder dan 10° C met nogal wat wind
De weg richting noorden is de oorspronkelijk Via de la Plata (weg van het zilver), ook de Sint-Jacobsweg gaat over deze pas
naast de pas klimmen de rotsen weer in de hoogte
richting noorden is de blauwe lucht helemaal verstopt achter grijze wolken
ook hier zijn de rotsen erg grillig van vorm
kenmerkend voor dit gebied is de Canarische Den (Pinus canariensis), die enkel voorkomt in de provincie Las Palmas. De boom kan tegen vriestemperaturen en een hele variatie aan neerslaghoeveelheid. Dankzij zijn zeer lange naalden (15 tot 30cm) kan het vocht uit de lucht opgenomen worden waardoor de Canarische den zelfs grote droogteperiodes kan overleven
ook hier is, richting zuiden, de Roca Blanca te zien
De volgende stop is Fataga, het kleine dorpscentrum op 2 km ten noorden van ons verblijf
Japanse Mispel (Eriobotrya japonica) met zoete eetbare vruchten is niet inheems op de Canarische eilanden, maar ooit ingevoerd uit China, groeit hier in tuinen (niet te verwarren met mispels die we in België kennen)
Fataga
het kerkje, centraal gelegen langs de doorgaande weg
een beeld bij de kerk
We maken een kleine wandeling door alle straatjes van Fataga, enkele beelden
over tuinmuren hangen bloemen
We rijden verder richting zuiden
ongeveer ter hoogte van ons verblijf bemerken we rechts van de weg een canyon
in de rotsen zijn blijkbaar grotten (natuurlijk of deels uitgehouwen)
wat verder langs de weg zien we velden vol met Aloë vera
hier stoppen we even. Er staan jeeps van een discovery organisatie die kusttoeristen rondleiden op het zuidelijk deel van het eiland. Een verkoopstop hoort erbij
de planten staan nu in bloei met trossen gele bloemen
de onderste bladeren zijn afgesneden
binnen zien we op verschillende tafels een doorgesneden blad, er naast ligt de gelei-achtige massa die uit de bladeren gehaald is. Die massa kan uitgeknepen worden voor de vloeistof, of verbruikt worden in cosmetica
allerlei producten waar Aloë vera een bestanddeel van vormt
1,5 km zuidelijker ligt Arteara, een nog kleinere palmoase.
Dit is onze laatste bestemming voor vandaag
stapschoenen aantrekken om dit gebied te verkennen
Hier zijn de resten te vinden van een necropool waar de oorspronkelijke bewoners hun doden begraven hebben, ongeveer 1300 jaar oud.
Het bezoekerscentrum is, omwille van corona, nog steeds gesloten
We kunnen nog wel rondwandelen op de site
onderweg krijgen we nog bloeiende cactussen te zien
naast nog andere bloeiende planten
De stenen die gebruikt werden om de graftombes te maken behoren tot de oudste van het eiland, nl. 9 miljoen jaar. Sedert die tijd komt op dit gedeelte van het eiland geen vulkanische activiteit meer voor. Door enorme erosie is het gesteente verweerd en door een reuzen aardverschuiving kwamen enorme rotsblokken vrij, een chaotische massa
dit gesteente is ontstaan uit vloeibare magma, ze bevatten een hoog gehalte aan alkalimetalen (natrium, kalium, ..)
de achtergrond
het pad door deze steenmassa is natuurlijk ook bezet met kleinere of grotere steenblokken
platte stenen vormden de bodem van de ‘kist’. Daarop werd de dode gelegd. Aan de vier zijden werden grote rechtopstaande stenen gebruikt en boven het lijk kwamen weer grote platte stenen. Daarop werd de grafheuvel gebouwd
een van de zeer vele grafheuvels
toegang te een ‘kist’. De bovenklasse werd eerst gebalsemd , daarna begraven. Het volk werd gewoon in de kist gelegd.
de site werd vroeger gebruikt voor het vee. Is deze structuur oud, of veel recenter? Men weet het niet
Op Gran Canaria heeft men een viertal necropolen. Enkele mummies zijn bewaard gebleven
op de begraafplaats waren ook bijenkorven te vinden. Nu nog worden soms bijenkorven uit hetzelfde materiaal gebruikt
stammen van de Canarische palm werden over een zekere lengte uitgehold
de uitgeholde stammen werden rechtop geplaatst op een platte steen en bovenaan ook bedekt met een platte steen
buiten de necropool, bij het kleine gehucht Arteara, is het gebied voldoende waterrijk. Er zijn tuinen, zoals deze palmentuin (Canarische palm)
een Canarische Tjiftjaf (Phylloscopus canariensis canariensis)) doet zich tegoed (met zijn fijne snavel) aan de nectar van een Aloe vera plant. Het vogeltje komt enkel op een aantal Canarische eilanden voor
Op zaterdag zijn de weersvoorspellingen vanaf San Bartelomé naar het zuiden min of meer ok, in de bergen enkel regen en regen en regen. In feite is enkel de zuidelijke kuststrook voorzien van zonneschijn. We besluiten dus om het natuurpark ‘Duinen van Maspalomas te bezoeken. We hebben een wandeling van ongeveer 12 km in het duinengebied
we starten op Playa Ingles. Hier hebben we vanaf het straatniveau een mooi zicht op de duinen. Het gebied lijkt klein te zijn, we stappen er echter wel 3,5 uur in rond.
uiteindelijk is hier het duinengebied het mooist
we zijn hier niet alleen
Trajanum moquinii (geen Nederlandse naam) komt voor in de kustgebieden op de Canarische eilanden. Deze planten zorgen er o.a. voor dat het zand vast gehouden wordt en niet weggespoeld wordt in de oceaan
hoogteverschillen tot enkele tiental meter tussen de depressies en de duintoppen
ten oosten van Playa Ingles is er in het natuurgebied geen aanduiding waar er een pad loopt.
De gebieden met vegetatie worden beschermd door een afsluiting en bordjes
veel mensen wandelen hier langs de waterlijn …
… sommigen met hun voeten in het water, anderen met stevige stapschoenen
er is heel wat wind en we zien veel witte koppen op zee
dichter richting Maspalomas ligt er een min of meer dikkere laag zwart vulkanisch zand aan het oppervlak
hogerop is het zwarte zand in de minderheid
terwijl Stephan graag in de zee loopt
zou Annemie graag eens in het bijna oneindige zand zitten
het natuurgebied eindigt bij de vuurtoren van Maspalomas
De wandeling gaat rond de vuurtoren. Hier nabij zijn er verschillende eetgelegenheden. We keren terug, nu eerder weg van de zee
Op steenworp afstand van de vuurtoren ligt het beschermde natuurgebied La Charca, een brakwaterzone tussen de zee en de duinen waar trekvogels uitrusten op hun reis van Europa naar Afrika. Bij La Charca beginnen de weidse duinvelden die voortdurend van vorm veranderen onder invloed van de oceaanwinden.
La Charca is een getuigen van de oude moerassen in wat nu Maspalomas is. Dit water is het benedenuiteinde van de rivier die door de Fataga-kloof loopt. Bij hevige regen komt er zoetwater uit de bergen bij, bij storm loopt de smalle strandlijn tussen de zee en het meer over en komt er zeewater i het meertje. De combinatie van zout- en zoetwater zorgt voor brakwater
de ganse terugweg is gemarkeerd door 2m hoge houten palen, die hier en daar door het opstuivende zand maar een fractie van de hoogte nog te zien zijn
in het binnenland, zijde Maspalomas, zijn de duinen veel meer begroeid. Palmen, tamarisk en andere soorten komen hier voor
de palen dienen als steunpilaar om onze schoenen even uit te doen en de massa zand uit te gieten. Na een halve km zit er weer veel zand in de schoenen, dus weer even een paal opzoeken
enkele duiven komen dicht bij ons, helemaal geen schrik van mensen
in de duinen zijn we beschermd tegen de wind
hier zijn we alleen, geen andere wandelaars
11km na het begin van onze wandeling krijgen we de duinen bij Playa Ingles weet in het zicht, ze zijn uiterst weinig begroeid
De terugweg is vrij lastig wandelen door het fijne zand.
Onverwacht is het weer zondag mooier dan voorspeld. We rijden naar de Wolkenrots (Roque Nublo), hét kenmerken van Gran Canaria.
Vanaf de drukke parkeerplaats wandelen we een eerste gedeelte van de tocht. Heel wat mensen hier.
het gebied is hier tijdens de jaren 1940-1950 herbebost met de Canarische den (Pinus canariensis)
bloemetjes beginnen te bloeien zoals deze Argyranthemum adauctum canariense (geen Nederlandse benaming)
het pad is voorzien op een groot aantal wandelaars
hier en daar is er nog een alleenstaande rots te zien
Nadien splitst de wandeling in 2 delen, wij gaan rechts. Plots geen andere stappers meer. Het pad gaat door het bos in tegenwijzerzin rond de Roque Nublo. Af en toe hebben we zicht op de rots, af en toe zicht op het landschap, richting noorden en later ook richting zuiden
centraal is de Wolkenrots, gelukkig vandaag zonder wolken
we stappen nu op een bospad
een grote plant, het lijkt een distel te zijn. Nu is er nog geen bloei, maar ooit komen hier gele, astervormige groepen bloemen tevoorschijn. De bloeistengel kan tot 3m hoog worden. Ook deze Sonchus canariensis is endemisch op de Canarische eilanden
in de verte, centraal Gran Canaria, hangen wolken. Gelukkig komen ze niet dichterbij terwijl we wandelen
af en toe lopen we wat beschut tegen de wind, maar meestal is een dikke fleece nodig om ons tegen de koude te beschermen
Roque Nublo
een Echiumsoort
wollige vilten blaadjes van Sideritis, ook al endemisch
omdat we rond de rots wandelen verandert het uitzicht bij elke doorkijk tussen de dennen
mooi contrast tussen de lichtgroene kleur van de Canarische Den en de bruine kleur van de Roque Nublio
op beschutte plaatsen heeft de Argyranthemum adauctum al opschietende bloeistengels
op dit pad is het nog rustig, de meeste mensen rennen naar de rots en keren dan terug. We vinden een geschikte rots om als stoeltje te dienen zodat we onze picknick kunnen verorberen
Ons pad komt samen met het pad dat omhoog gaat, naar het plateau waar de rots op staat.
hier zijn veel mensen, gelukkig is er plaats genoeg op het plateau
hier is geen wegbeschrijving of gps nodig, volg gewoon de massa en je komt zo bij de Wolkenrots
achterom kijkend zien we nog wel meer speciale rotsen
De Roque Nublo is een restant van het binnenste van de krater van de vulkaan. De vulkaan zelf en het buitenste gesteente van de krater zijn al lang verweerd. Enkel de centrale pijler, 65m hoog prijkt hier boven het landschap uit.
we kunnen er niet genoeg van krijgen om foto’s te maken
men kan rondwandelen aan de basis van de rots, de meeste mensen, zoals wij, beperken ons tot het zicht langs de best bereikbare zijde
hier hebben we uitzicht op de ganse omgeving, soms met heel bizarre rotsen
de wolken zijn niet zo ver weg (van de Wolkenrots)
Het pad keert langs dezelfde weg terug, nog steeds heel wat (lokale) mensen.
bij elke wegsplitsing staan hier wandelwegwijzers
wat verder zien we een rots vol met holen
terug in ons huisje, we hebben 2 terrassen, deze is het meest beschut tegen de wind. Tot 17u30 hebben we hier zon
De weg Ayacate naar Puerto Mogan komt langs een stuwmeer ,Presa (stuwmeer) Cueva (grot) de las Niñas (meisjes). Hier maken we een wandeling , ongeveer 9 km lang.
Vertrekpunt is een parking langs de weg, dichtbij een grote geitenboerderij
zicht vanaf de parking op de geitenboerderij. Elektriciteit komt hier waarschijnlijk enkel van de zonnepanelen
Het eerste derde van de wandeling gaat langs de weg, richting Mogan. Af en toe komt er een auto of enkele fietsers voorbij
Heel wat wilde planten komen in bloei
een bremachtige plant
met mooie witte bloemtrossen
aan de Canarische den hangen op het eerste gezicht, een groot aantal kegels
bij nader toezien zijn dit pakketjes stuifmeel
bladeren die heel kruidig geuren als we ze even tussen de vingers knijpen,
na een tijdje lopen we een eind boven het stuwmeer, dat we af en toe gedeeltelijk zien tussen de dennen
meterslange boomwortels liggen nu bloot aan het oppervlak
na een hele poos zien we de stuwdam. Stuwmeren worden hier gebruikt niet om elektriciteit te leveren, maar als waterreservoir voor o.a. de landbouw
Volgens Tomas, de eigenaar van ons verblijf, heeft het de laatste vier jaar niet meer noemenswaard geregend. Men is nu bezig om een ontziltingsinstallatie te bouwen, maar dat duurt 6 jaar. De energiebron om water te ontzilten zal de zon zijn
de Cueva de las Niñas (Meisjesgrot)
Na een tijdje slaan we een brede bosweg in. Hier was 15 jaar geleden een grote bosbrand
het gebied is hier beschermd omwille van de met uitsterven bedreigde Blauwe Vink. Het inkombord echter is zo verbleekt door de zon, dat we dan maar de achterzijde gefotografeerd hebben
een van de grote dennen, die omwille van de brandbestendige schors heeft overleefd
het brede aarden bospad
vroeger waren hier verschillende bergbeken, nu nog te herkennen aan de steenslag
we vinden enkele rotsblokken die kunnen dienst doen als stoeltjes, tijd voor de picknick. Annemie wacht op haar broodje ..
… en Stephan geniet van zijn broodje
nog zo een groot exemplaar Canarische den
wanneer we een heel eind hoger zijn geklommen, krijgen we weer uitzicht op het stuwmeer
richting binnenland zien we nu beter de hoge rotsen
we stappen naar een pashoogte, Cruz de Huesita, 1215m boven de zeespiegel
een den die in twee gespleten is, geblakerd door het vuur, maar nog steeds frisgroene naalden heeft
binnenin is de gele hars te zien
Het ruikt trouwens overal in het bos naar de dennenhars
Op de pas zit een groep Italiaanse wandelaars. We zitten ook even op een steen, daarna vertrekken we voor het derde gedeelte van de wandeling die over een smaller bospad meestal afdaalt, soms echter ook weer stijgt
bovenaan de afdaling zien we nog het meer, later verdwijnen we weer in de bossen …
nog een laatste foto met zicht op het meer, waarna we op ongeveer 2 km 300 m afdalen
Vandaag dinsdag mooi weer om hoog in de bergen te gaan. Onze rit naar het binnenland aat weer verder. We houden een eerste maal halt op El Aserrador op 1357 m hoogte
op het onderste bordje is de locatie én de hoogte vermeld
het dorp links is het hoogst gelegen dorp op Gran Canaria. Daarachter zien we weer de oceaan, nu aan de noordzijde van het eiland
de Bentayga rots, een ander belangrijk herkenningspunt op het eiland. Deze rots was een soort heiligdom voor de oorspronkelijke bewoners wegens een speciale positie op 21 maart en 21 september
overal ontluiken steeds meer bloemen
De volgende stop is Cruz de Timagada, 1285m hoog
richting Tejeda zien we terrassenlandbouw
de oceaan richting noorden
hier zien we een deel van Tenerife met de hoogste berg van Spanje, de vulkaan Teide
We rijden verder naar Cruz de Tejeda, 1514m hoog. Hier komen verschillende wegen en wandelpaden samen. Het punt wordt gezien als het centrum van het eiland.
Op de pas zelf bevindt zich de parador Cruz de Tejeda, een hotel met een zeer mooi uitzicht op Tejeda en de Tejeda-valei met al de bergen er rond.
een koffietje met het mooiste uitzicht
enkele dagen geleden waren we daar boven bij de Roque Nublo
en de Roque Bentayge
de erg groene terrassen van Tejeda
Bij de pas staan er wat verkoopstalletjes, vooral kusttoeristen worden er door aangetrokken
Onze wandeling naar de Cuevas de Caballero start een eindje verder. Stephan start hier met een steile klim. Wat verder wandelen we samen
waar start de wandeling ?
Annemie en ik rijden met de auto tot Degolada de las Palomas waardoor we het steile beginstuk van de wandeling vermijden
tijdens het eerste gedeelte van de wandeling, een wandeling die in feite rond een niet erg veel hoger gelegen bergtop gaat, kijken we uit op de vallei van Tejeda
het begin van ons pad
hier is alles groener, de vochtige lucht en de regen zorgen er voor
dat zien we ook aan veel meer bloemen
of planten welke hier al bloemen hebben, terwijl ze op de zuidelijke helft van het eiland met moeite al bloemknoppen vertonen
We beklimmen een kleine heuvel in het bos, hier zijn enkele stenen, stoeltjes voor onze lunch
en het smaakt
aan deze zijde zien we diep beneden ons Las Palmas, de hoofdstad van de provincie en de grootste stad op de Canarische eilanden
natuurlijke splitsing van de stam ….
bij de volgende afslag slaan we rechts een klimmend bospad in. Vanaf hier maakt de wandeling een lus
wat verder is er een kloof in de rots, beneden ligt Tejeda
rechts van ons zien we een dikke ruiker bloemen
en prachtige grote gele bloemtrossen
het pad is hier vooral stijgend, soms echter dalen we wat
soms gaat het ook min of meer horizontaal
Links naast het pad is er na enkele meter een diepe afgrond
er zijn ook al kaarsvormige bloemtrossen die beginnen te bloeien
op 1620 m hoogte komen we bij de Cuevas de Caballeros, de grotten van de Heer
In het totaal zijn hier 7 holen, de meeste geven een uitzicht op de kraterbodem van Tejeda. 6 van de 7 grotten zijn door mensen uitgehouwen, de zevende was een natuurlijke grot die verder werd vergroot.
Hier woonden de oorspronkelijke bewoners. Op verschillende plaatsen vond men eenvoudige muurschilderingen, witte driehoeken welke waarschijnlijk een vruchtbaarheidssymbool was. In de bodem werden ook kanalen gevonden welke waarschijnlijk dienden voor de aanvoer van water en ook met de vruchtbaarheidscultus in verband werden gebracht.
In de omgeving werden ook nog andere grotten gevonden die in verband gebracht werden met deze cultus.
enkele foto’s op een bord tonen de driehoeken
In de volksmond werden deze grotten met hekserij geassocieerd
De grotten waar deze driehoeken aangebracht zijn, zijn niet ontoegankelijk gemaakt door hekken. Bovendien zijn ze niet eenvoudig bereikbaar omdat ze aan de steile zijde van de rots gelegen zijn
vanaf dit punt kan men via een smal pad boven de afgrond naar de gesloten hekken stappen
we volgen een ander padje in de buurt
dat ons naar een van de grotten leidt
de grot is niet hoog, maar is vrij breed
vanaf de grot start de terugweg, weer een breed pad in het bos
er komen wolken opzetten, maar de Teide is nog goed zichtbaar op open plekken tussen de dennen
We keren terug naar Cruz de Tejeda, hier zien we de wolken over de bergen kruipen
we zullen later nog wel eens halt houden op Cruz de Tejeda, nu rijden we verder rnaar Tejeda. Hier houden we halt
Tejeda wordt beschouwd als het mooiste dorp op Gran Canaria, en, volgens de borden, een van de mooiste dorpen van Spanje.Het centrum ligt op ongeveer 1000m hoogte
Tejeda, een van de mooiste dorpen van Spanje
de kerk van Tejeda
er zijn heel wat uitkijkplaatsen in het dorp
de witte huizen hebben over het algemeen een houten loggia op de bovenverdieping
Tejeda is bekend voor zijn aanplantingen van amandelbomen
Amandelbloesemfeesten worden gehouden tijdens weekends 2de helft januari, begin februari
de onrijpe vruchten hangen nu aan de bomen, amandelen worden geoogst in september. De noot is de pit van de amandelvrucht die opengebarsten is
hier een Dulcheria, een zaak waar zoetigheden te koop zijn, meestal bevatten de koekjes en taartjes amandelen
we proberen er enkele uit, ze smaken lekker
Via Artenara, dat we later nog zullen bezoeken, rijden we naar Vega de Acusa. De kleine nederzetting ligt langs de weg van centraal Gran Canaria naar La Aldea de San Nicolas, dichtbij de westkust.
De wandeling gaat over het plateau van Acusa, hoewel dit helemaal geen plateau is.
we parkeren de auto bij het kerkje van Vega de Acusa
de wandeling start is op 982m hoogte
we keren ongeveer 500m terug langs de asfaltbaan die naar Artenara gaat
langs de wegkant zien we een zeer grote ruiker lichtgroene bloemetjes
wat verder langs deze weg is er een schapenkraal
de dieren zitten allemaal samen, enkele melkkannen staan klaar
de schapen worden gemolken. Om zijn dieren niet te besmetten draagt de man een mondmasker
de man heeft een melkstoeltje aan zijn achterste gebonden …
bij de kudde ooien is er één ram, er zijn ook lammetjes
de meeste bewoning bestaat uit een grotwoning, waar er een gevel voorgebouwd is. Hier is voldoende water voor landbouwgewassen
bloemen, veel bloemen …
hier is zelfs een wijngaard …
we slaan de zijweg in, richting Acusa Seca, een belangrijke archeologische site
links van ons zien we een vrij smalle vallei (kloof), de Aldea Kloof
eerst wandelen we nog op een asfaltbaan, steil dalend
op het einde van de kloof prijkt de Bentayga rots
hoelang blijft deze rots nog overeind?
rechts een loodrechte wand lijkt opgebouwd uit vertikale hoekige palen
beneden zien we witte gevels van Acusa Seca
Achter de gevels zijn in de rots grotwoningen uitgehouwen. De huidige grotwoningen verschillen niet zoveel van deze van de oorspronkelijke Canariërs. Zo een grotwoning bestaat uit een rechthoekige ruimte, de ontvangstruimte. Hier staat een tafel, enkele stoelen, een watervat en andere belangrijke voorwerpen. Er zijn in de wanden enkele nissen uitgehouwen, waar nog gebruiksvoorwerpen bewaard worden. Op deze ruimte komen twee of drie kleinere ruimtes uit, de slaapkamers. Overal is de bodem egaal gemaakt, stromatten bedekken de bodem.
een grotwoning wordt vernieuwd
rond de deuropeningen kalkt men de rots, de oude grotwoningen worden van een nieuwe gevel voorzien. We zien dat sommige te huur zijn
09-027 een enkel huis heeft een grotere voorbouw
Acusa Seca ligt op 840m hoogte
een kort stukje geplaveide weg
het pad gaat verder onder de overhangende rots, met op verschillende plaatsen grotten
voor we echter in de schaduw gaan stappen, vinden we nog een plekje voor onze lunch
Bij een van de grotwoningen zien we een vrouw zitten, een Duitse die de grotwoning voor 5 maanden huurt. We houden een kort praatje. De vrouw ziet er niet erg gelukkig uit, begrijpelijk op zo een afgelegen, eenzame plaats met een grotwoning waar geen zon of licht binnen komt
de meeste holen zijn nog in oude staat
het pad versmalt, soms is er zand, soms rolsteentjes, soms rots, soms wat verharde cement
tijdens dit deel van de wandeling zien we overal holen, soms kunnen we er bij, soms ook niet
een woest landschap waar de oerbewoners hun toevlucht zochten
een grotere grot
Hoger gelegen grotten werden gebruikt als voorraadschuur. Andere grotten als begraafplaats
een grot die als voorraadschuur voor graan werd gebruikt
hier kunnen we niet bij
het grootste gedeelte van het pad is dalend, soms schuiven we een beetje over de rolstenen
we naderen Acusa Verde, hier is voldoende water om aan landbouw te doen
het einde van het smalle paadje nadert
we volgen de waterleiding
vroeger was hier blijkbaar een waterval die zorgde voor voldoende water in Acusa Verde. Nu is het water enkel nog afkomstig van grote voorraadmeren of -tanks
de laatste 3 km van de wandeling gaat terug over, een meestal sterk stijgende asfaltweg
Acusa Verde ligt op ongeveer 740m hoogte, we klimmen via 4 haarspeldbochten terug naar bijna 1000m hoogte