Reisverhaal «Caraïbische kust»

Costa Rica | Costa Rica | 4 Reacties 05 April 2013 - Laatste Aanpassing 17 Juni 2013

Deze week bezoeken we het Caraïbische gebied.  Centraal langs deze kust ligt Puerto Limon.  Noordelijk ervan gaat er geen enkele weg van het binnenland naar de kust, en is er evenmin een kustweg.  Dit omdat het gebied erg waterrijk is met rivieren, meren en beken. Er ligt één dorp  van betekenis, Tortuguero.  Het is bekend voor de grote hoeveelheden zeeschildpadden die op de stranden  hun eieren komen leggen.

Om in Tortuguero te komen moet men met de boot.  Ofwel vanaf Pavona, in het binnenland, een boottocht op de rivier, ofwel vanuit Moin, ten noorden van Puerto Limon, een boottocht op hat kanaal dat evenwijdig met de kust loopt.  Wij gaan via Pavona.

Om daar te komen rijden we vanaf Boca Tapada naar het zuiden, weer naar het noorden, opnieuw zuidelijk en uiteindelijk nog eens noordelijk. In vogelvlucht ligt Pavona niet zo ver verwijderd van Boca Tapada, onze vorige verblijfplaats.  De tijd die nodig is om in Pavona te geraken en nog de namiddagboot te halen, is te lang.  Daarom overnachten we in Cariari, het laatste grote dorp voor La Pavona.  We zien langs de weg verschillende malen reclame voor cabinas, kamers, waar we meestal reeds gebruik van maakten.  We rijden het complex binnen en tot onze verwondering zien we enkel garagepoorten (elektrische poorten).  Dieper dan de garages blijken de kamers te liggen.  Zeer net en proper, blijkbaar nog nieuw en ruim, maar vooral gebruikt door koppels die er enkele uren samen, buiten het gezichtsveld van eender wie, willen verblijven.  Maar ook passanten, zoals wij, zijn welkom en de prijs valt goed mee.  Er is in elke kamer zelfs een kastje dat via een hoek van 90° uitgeeft op een deurtje in een gang.  Hier kan voedsel en drank geleverd worden aan de gasten zonder dat de dienster de kamergebruikers kan zien!  Wat een systeem!

We vertrekken vroeg uit Cariari, het is nog een uurtje rijden en de eerste boot (er zijn er slechts 3 per dag) vertrek ten laatste om 7u30.  Deze boot vervangt de bus.  Er worden ook wat waren opgestapeld van straathandelaars die in Tortuguero hun goederen proberen te verkopen. 
We hebben elk een valies mee, de rest blijft in de auto op een betalende en bewaakte parking.  De boottocht gaat over een erg kronkelende, brede en ondiepe rivier, waar dan nog regelmatig dikke takken en boomstronken een deel van de weg versperren. Onderweg zijn er nog twee haltes, iemand die bijkomt en iemand die uitstapt.  Het landschap langs de oevers is regenwoud, met af en toe een kleine nederzetting.  De vaart duurt 75 minuten. 

th-limon-map-detail---tortuguero-

Tortuguero is een dorpje van ongeveer 1.800 inwoners.  Het ligt op een landtong en heeft een Caraîbische sfeer en bouwstijl.  Op enkele Caraïbische eilandjes van Colombia, waar we een paar jaar geleden waren, was het soortgelijk.

Tortuguero heeft nu een nationaalpark, volgens de gidsen het meest bezocht van het land.  Dit nationaal park is er om zeeschildpadden te beschermen.  Maar ooit was het anders!

Tortuguero betekent schildpadjager.  De Groene Zeeschildpad, ook Soepschildpad genaamd, kwam (en komt) hier aan land haar eieren leggen.  Tot een eind in de jaren ’50 van vorige eeuw werden zowel de schildpad als haar eieren geroofd.  Bij de schildpad dreef men handel in het pantser en in het vlees (het vet van de Groene Zeeschildpad is groen en werd toegevoegd aan de soep om ze te kleuren, vandaar de naam).  Ook de eieren waren een delicatesse en aan het geheel werd veel geld verdiend.  Hele scheepsladingen gedode en verwerkte Groene Zeeschildpadden werd van hier uitgevoerd naar de V.S. en naar Europa.

Tot begin de jaren 1950 de Groene Zeeschildpad bijna uitgestorven was en  Anchie Carr  het Zeeschildpad Beschermingsgenootschap oprichtte.  Hij deed veel  wetenschappelijk onderzoek, wat nu nog wordt verder gezet.  Momenteel krijgt elke Groene Zeeschildpad, die hier aan land komt, een zender opgebouwd zodat men haar kan blijven volgen.
Maar het probleem van uitroeiing is niet opgelost.  Plastiek vervuiling, vervuiling van het zeewater door pesticiden, vissersnetten waar de dieren hopeloos in verstrengeld geraken en sterven, eieren die nog steeds geroofd worden, … enkele van de beïnvloedende factoren die ervoor zorgen dat de Groene Zeeschildpad in populatie niet toeneemt.
Naast de Groene Zeeschildpad komen ook ander zeeschildpadden hun eieren afleggen op de stranden van Tortuguero.  De meeste zeeschildpadden komen hun eiren pas later in het jaar afleggen.  Nu, van maart tot mei, zijn het de Lederschildpadden (Dermochelys coreacea) die ’s nachts aan land komen.  Lederschildpadden werden (en worden) niet door de mens geconsumeerd.  Deze dieren voeden zich o.a. met een giftige kwal, waardoor hun vlees niet voor consumptie bruikbaar is.  Een geluk voor deze dieren.  Maar de vervuiling van het zeewater en de vissersnetten zorgen er ook voor dat deze soort in aantal vermindert. Zeeschildpadden zijn van de oudste organismen op aarde die nu nog leven.  Ze waren er reeds van voor de tijd van de dinosauriërs. 
Al deze info komen we te weten doordat er een klein museum is met een infofilm, over de zeeschildpad.

Vroegen werd het gebied noordelijk van Tortuguero gebruikt om de vele waardevolle bomen om te zagen en het hout te verkopen.  Hiervoor echter moesten de boomstammen naar Puerto Limon, de haven aan de Caraïbische kust, verscheept worden.  De Oceaan echter is erg gevaarlijk door stromingen en zeer hoge golven.  Dus heeft men van 1966 tot 1974 aan een kanaal gegraven, evenwijdig met de kust, dat waterlopen en meren met elkaar verbond.  Via dit kanaal kan men vanaf Moin nog steeds naar Tortuguero varen.  Nu is het ganse noordoostelijke gebied tot aan de grens  met Nicaragua beschermd in een nationaal park.  Houtkap is er verboden (maar gaat illegaal toch nog steeds, zij het verminderd, door).  Het kanaal wordt nu enkel voor toerisme gebruikt en bijna niet meer voor transport.  La Pavona ligt immers dichter bij. 
Tortuguero ligt op een landtong tussen deCaraïbische Zee (Atlantische Oceaan) en het kanaal van Tortuguero.

’s Avonds gaan we met een gids naar het strand waar de Lederschildpad haar eieren komt afleggen.  Het strand ligt in het natuurgebied en het aantal mensen dat per avond, én met een gids, aanwezig mag zijn, is beperkt.  Er mag geen zaklamp en evenmin een fototoestel meegenomen worden.  Als de dieren verschrikt worden door licht, lopen ze terug naar de zee, en komen de eieren in zee terecht.  Die worden dan opgegeten door roofdieren of ze gaan kapot.

De zeeschildpadden hebben geen poten maar wel vinnen.  De wijfjes sluipen  over het zand  met hun vinachtige poten.  Dat gaat aan een vlug tempo.  Op een veilige plaats, waar geen golven meer komen, graven ze met hun achterpoten een holte in de grond.  Daar leggen ze tot honderd eieren in.

Na 60 dagen breken de eieren open doordat de schildpadjes met hun ‘eitand’, een verharding op hun kop,  tegen de schaal kloppen,  en komen de kleine schildpadjes vrij, nog steeds in het hol.  Afhankelijk van de temperatuur van het zand rond het hol, zullen de dieren van een verschillend geslacht zijn.  Hoe warmer, hoe meer wijfjes.

Als alle schildpadjes boven in het hol zijn, stopt de activiteit en wachten ze tot de lagere temperatuur ’s ochtends.  En dan komen ze snel uit het hol en lopen  naar de zee over het strand.

 De jongen van een Lederschildpad zwemmen nu zes dagen achtereen.  De energie daarvoor hebben ze van hun dooier.  Ook in de zee zijn ze erg kwetsbaar.
Het eigenaardige is dat de jongen hun weg schijnen te weten.  Ook als ze later ooit terug aan land komen om hun eieren te leggen, komen ze weer naar dezelfde plaats terug waar ze geboren zijn.

De Groene Zeeschildpad, die door een zender kan gevolgd worden, legt heel wat afstand af.

De Lederschildpad, eens volwassen, komt om de twee jaar terug naar haar geboortestrand en legt daar 7 nesten met eieren.  Na de leg vertrekt ze terug naar de open oceaan, naar haar jongen kijkt ze niet meer om (dit geldt voor alle zeeschildpadden).  De andere soorten  zeeschildpadden kruipen hoger het strand op eens ze aan land komen.  Ze leggen hun eieren in het absoluut droge zand.  De Lederschildpad echter is zo groot een zo zwaar dat ze slechts een paar meter op het strand komt en haar eieren legt in zand  dat dikwijls bij hoogtij onder water staat.  Maar dat is blijkbaar geen probleem.

De avondwandeling  is enkel toegelaten mét een gids en na het kopen van een ticket.  De gids krijgt een uur waarop hij met zijn klanten op het strand mag.  We vertrekken pas om 20u, het is al erg donker.  Eens op het strand mag er geen zaklamp of andere verlichting meer gebruikt worden.  Enkel de gids draagt een roodgekleurde lamp mee.  Dat is voldoende om obstakels op het strand te zien.  En eerlijk gezegd, dat zijn er heel wat.  Vooreerst liggen er heel wat boomstammen of stukken ervan, maar verder heel veel menselijke rommel  en dan vooral flessen in plastiek.  Die hoeveelheid obstakels is zo groot dat geen enkel schildpad er door geraakt.  We wandelen tot de plaats waar bezoek is toegelaten.  Maar geen Lederschildpad te zien.  Vermits er blijkbaar weinig Lederschildpadden zijn, gebeurt het maar sporadisch dat ze op dit stuk strand hun eieren komen afleggen.

De gids vertelt dat tijdens het seizoen van de eierlegging van de Groene Zeeschildpad, er zoveel mensen komen kijken, ze niet op het strand mogen, zelfs niet met een gids.  Het aantal mensen  (maximaal 200) wordt verdeeld in groepen en ze moeten wachten op overdekte plaatsen in het bos.  Die plaatsen liggen op enkele tientallen meter van het strand.  Tegelijkertijd lopen op het strand gidsen rond, mooi verdeeld per gebied.  Als in een bepaald gebied één of meer Groene Zeeschildpadden aan land komen om hun eieren te leggen, wordt de schuilplaats opgebeld en mogen de mensen muisstil en zonder licht en in begeleiding even naar het strand.  In die periode is de kans op het zien van een zeeschildpad wel veel groter dan nu. 

Na onze strandwandeling van meer dan 1,5u gaan we ook via het bos terug.  Omdat alle gidsen die op het strand zijn, elkaar opbellen, weten we dat er deze avond in dit gebied geen Lederschildpad aan land is gekomen.

Voor de volgende ochtend hebben we een boottocht door het waterrijke gebied van het nationaal park besteld.  De gids weet dat we heel wat van de natuur willen zien.  We starten om 6u.

’s Morgens is het bij het betaalkantoortje van de parkwachters van het Nationaal Park Tortuguero erg druk.  De meeste boten is met mensen uit verschillende lodges.  Die verkopen transport en verblijf + alle excursies en voedsel in één pakket.  De bootjes met slechts enkele mensen zijn meestal gidsen uit het dorp met mensen die in het dorp overnachten en die of via hun verblijfplaats of zelf hun uitstappen regelen.

Tijdens de namiddag maken we nog een boottocht en een wandeling in het Nationaal Park.  Het is hem nu vooral te doen om kikkers die overdag actief zijn, te zien.

 en dan is er nog de Broodvruchtboom (Artocarpus communis).  De rijpe vruchten worden geschild en in frieten of chipsvorm gesneden.  Gefrituurd smaken ze zeer lekker (we aten ze ooit op Isla San Andres, een eiland van Colombië in het Caraïbisch gebied).  De vrucht die we uit het park meebrengen wordt in het hotel voor ons gedeeltelijk verwerkt en gefrituurd.  Erg lekker!

Via La Pavona keren we terug naar het zuiden en dan verder Puerto Limon.  Dit is dé havenstad van het land en ligt aan de Atlantische Oceaan (Caraïbische Zee).  Het is een grote haven (natuurlijk helemaal niet te vergelijken met Antwerpen of Gent)  en dat merken we aan de hoeveelheid vrachtwagens op de weg.  Vanaf ongeveer 20 km voor Puerto Limon liggen de containerbedrijven gewoon langs de weg.  Ook de trekkers staan gewoon langs de weg.  Het speciale hier is dat de containers opgestapeld staan in de jungle, tussen hogere vegetatie.

Er staan massa’s containers en koelcontainers opgestapeld, werkloos.  De firma’s zijn dezelfde als deze die we in Vlaanderen zien.

Twee grote containerbedrijven die hier opvallen zijn deze van Dole, die vers fruit uitvoeren naar de V.S., en Chiquita, die naar overal ter wereld exporteren.

In het ganse Caraïbische gebied zien we enorme ‘bananeros’, bananenplantages van Chiquita.  Dit bedrijf veroorzaakt enorme milieuproblemen en dus ook gezondheidsproblemen.  Uitleg hierover vinden we in onze reisgidsen en horen we ook later.
De haven zelf zien we niet, want we slaan voordien af richting zuiden.  Langs het Caraïbisch gebied is er 1 weg richting Panama.  Het is immers zo dat het binnenland hier een gebergte bevat met vele toppen boven 3.000m.  Hier komen geen actieve vulkanen voor.  Dit gebergte is het Talamanca gebergte.  Het meest zuidelijke gebied hier, tegen de grens van Panama, noemt de Talamanca provincie.

th-limon-map-detail-zuiden

We houden halt in Cahuita, een dorp waar het relatief veilig is.  Puerto Limon (stad) en Puerto Viejo da Talamanca (dorp) worden in de reisgidsen als onveilig beschouwd, wat betreft drugsproblemen, prostitutie en diefstal.  Cahuita ligt ook gunstig voor wat we willen bezoeken.

Hier in dit dorp, en bij uitbreiding in het Caraïbische gebied van Costa Rica, is de sfeer en de bevolking verschillend van de rest van het land.  Hier zijn ooit, bij de bouw van de spoorlijn, zwarte slaven uit Jamaica en Creoolse mensen  uit de Caraïben aangetrokken.  De huidskleur hier van  zwart over allerlei tinten bruin naar blank.  Rijkdom is hier slechts beperkt te vinden, sommigen echter stralen hun overvloed aan geld uit.  Hier is immers een belangrijk drugsgebied (verkoop, niet de teelt) ( er is eveneens een druggebied aan de  noordelijke Pacifische kust).

Een eerste bezoek hier is het Jaguar Rescue Center,  een plaats  die waarschijnlijk ooit gestart is met de opvang van een jaguar in nood, maar nu uitgebreid is tot allerlei dieren in nood.  Nu is er geen jaguar meer.  Het domein is niet erg groot en is in 2008 gesticht door een koppel Spanjaarden.  Hier worden dieren uit de omgeving opgevangen die ergens noodopvang nodig hebben.  Er is twee maal per dag een geleide rondleiding door vrijwilligers.  Ook de mensen die hier meewerken zijn vrijwilligers (Amerikanen, Spanjaarden, Duitsers, …).  Het gebied wordt zeer goed gerund, telt veel vrijwilligers en ook veel bezoekers.  Rondleidingen worden, zoals op elke toeristische plek, zowel in het Engels als in het Spaans gegeven.

en hier is de kikker gewekt en dus te zien.  Het is een boomkikker.
In tegenstelling tussen hun soortgenoten die langs de Pacifische zijde van het land leven, is de zijflank van deze kikker valer van kleur en zijn de strepen minder opvallend
p4047649---2-


Tijdens de namiddag bezoeken we, ten noorden van Cahuita, het opvanggebied voor luiaards.  Luiaards leven in de bomen, en komen slechts eens in de week op de grond om hun behoeften te doen.  De dieren zijn vrij traag en veranderen om de paar dagen van boom.  Hierbij gebeurt het nogal eens dat ze geëlektrocuteerd worden door hoogspanningsleidingen.  Deze dieren vallen dan naar beneden.  Jongen worden ook soms verlaten door de moeder, of de moeder sterft om één of andere reden en de jongen blijven als wees achter.  Er zijn hier ook volwassen dieren.  80% van de dieren die hier komen worden na een tijd terug in de natuur vrij gelaten.  De overigen zijn gekwetst en kunnen niet meer zelfstandig leven.  Zij krijgen een band met de mensen die hier werken en zijn , voor zover we dat zien, vrij lief met hun bewakers.
In dit gebied hebben we eerst een uurtje kanotocht op de rivieren.  Daarna bezoeken we de dieren die hier levenslang blijven en daarna de baby-opvangplaats.  Dieren die terug in de natuur worden uitgezet worden zo weinig mogelijk aangetrokken door hun verzorgers en moeten hun dierlijk instinct behouden.

In het ganse Caraïbische gebied zijn er enorme bananenplantages.  Hier zijn ze erg uitgestrekt.

een bananenplantage

p4047932---2-
De plantages hebben kleine vliegtuigen om dagelijks allerlei pesticiden te sproeien vanuit de lucht.

een sproeiend vliegtuigje
p4057957---2-
We spreken met enkele mensen uit deze streek.  De bananenplantages zijn een noodzakelijk kwaad.  Enerzijds zorgen ze voor veel  werkgelegenheid  in de streek.  Anderzijds veroorzaken ze veel milieu- en gezondheidsproblemen. 
 Chiquita is, na Dole, het tweede grootste bedrijf in de fruitsector ter wereld.  Daarnaast is ook nog Delmonte actief.  In het Caraïbische gebied van Costa Rica hebben deze bedrijven heel wat land ontbost voor de aanleg van de bananenplantages.   Het betreft tropisch regenwoud met zijn bijhorende fauna.  Daarbij zijn ze ook actief in Panama, Nicaragua, Honduras, Guatemala.

Heel wat mensen worden hier te werk gesteld en, in tegenstelling tot andere bedrijven in het land, is het grootste deel van de banananarbeiders gesyndikeerd.   Hierdoor hebben de arbeiders een tiental jaar geleden betere voorwaarden wat betreft loon en sociale voordelen kunnen bekomen.

Met vliegtuigjes en helicopters worden dagelijks pesticiden gesproeid.  Daarnaast worden ook via de grond allerlei chemische stoffen toegevoegd.  Het is immers zo dat de bananen door heel wat lagere en hogere diersoorten en door schimmels aangetast worden.  De bananen worden bovendien bedekt met plastiek zakken die geïmpregneerd zijn met pesticiden. 

Pesticiden is het verzamelwoord voor groepen chemische stoffen tegen levende organismen. 

Na de pluk worden de bananentrossen gewassen met detergenten en weer behandeld met schimmelwerende middelen.  Daarvoor zijn grote volumes water nodig.  Door de vele regen komen ook al deze sproeimiddelen terecht in het grondwater en uiteindelijk in de rivieren. 

Deze hoeveelheid pesticiden die via de lucht verspreid worden beïnvloeden de gezondheid van iedereen die in deze streek woont.  De lokaal toegevoegde producten treffen vooral de landarbeiders.  Deze producten werken in op de huid en de ogen, de ademhaling, de bloedsomloop, zijn kankerverwekkend of neurotoxisch, giftig voor het zenuwstelsel  (http://www.cosibah.org/mal_efecto_de_los_palguicidas_en_plantaciones_bananeras.pdf)

Dit alles heeft als resultaat dat het gezondheidspeil in het Caraïbische gebied  duidelijk lager ligt dan ergens anders in het land.

In Costa Rica worden ook biobananen  geteeld.  Hun hoeveelheid is echter erg klein.  Er zijn ook ecobananen.  Dit woord houdt enkel in dat dezelfde producten gebruikt worden, maar dat ze niet via de lucht gesproeid worden.
ATEC is een organisatie in het zuidelijk Caraïbengebied (ook Talamanca genoemd) die gesticht is door de leden van de lokale gemeenschap,  Afro-Caraïbiërs, Bribri-indianen en nakomelingen van de Spanjaarden.  De bedoeling is dat de mensen hier hun natuur en cultuur kunnen delen met toeristen op een verantwoorde manier.  Eris lokaal een groep mensen opgeleid tot gids.  Hun verplaatsingen gebeuren te voet of per paard.  De kostprijs van een excursie met deze organisatie gaat voor 90% naar het inkomen van de gidsen.

Wij maken een ochtendwandeling  met de bedoeling wat meer van de lokale flora en fauna te leren kennen en ook  wat informatie te krijgen over de cultuur.  De gids  kent heel wat over het gebruik van de planten en ook over de visie van de indianen op de natuur.  Die theorie is mooi, alles moet leven in harmonie. De praktijk echter is wel anders (zoals bij vele theorieën).

de Aardbeikikker met zijn gekleurde poten komt hier niet voor.  Er is echter wel een kleine, helemaal  rode, kikker die niet giftig zou zijn. 
Wat betreft dat gif, de Aardbeikikker is op zichzelf niet giftig, maar door zijn voedsel, scheidt hij een giftige stof af op zijn lichaam.  Geeft men de Aardbeikikker ander voedsel, dan is die gifstof op zijn lichaam afwezig
p4058030---2-
Op de terugweg komen we langs het KéköLdi gebied.  Hier wonen nog wat Bribri-indianen.  Men kan in hun gebied wandelen en aan andere activiteiten deelnemen.  Men moet hiervoor steeds beroep doen op een ATEC gids (een indiaan in dit geval).  De wandelingen zijn nogal zwaar, wij bezoeken enkel de leguanenboerderij.  Leguanen werden (en worden nog steeds) gevangen om gegeten te worden.  Het zou een verfijnde smaak hebben van kip.  Vooral wijfjes met eieren in zich zijn erg gegeerd.  Deze boerderij kweek echter de groene leguaan niet om te verkopen of om te verorberen.  Zij zetten de dieren terug uit in de natuur omdat de soort met uitsterven bedreigd is.

een jonge groene leguaan (Iguana iguana)
p4058034---2-
Verder is er  ook nog de Tree of Wildlife Rescue center and botanical garden, een hele mond vol.  Het centrum is 3 jaar geleden door een Nederlandse gesticht.  Er is een plantentuin waarbij bomen en planten met een bordje benoemd worden.  Verder is er ook een noodopvang voor wilde dieren .  Hun aantal is beperkt.



 



 


 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

claudine Zeer boeiende uitleg over de schildpadden,wij waren daar in het goede seizoen en hebben die geweldige dieren uit de zee zien kruipen,eieren zien leggen en terug naar zee zien wandelen.Jullie hebben weer geweldige foto's van slangen en kleurrijke vogels.We waren ook blij verrast met de mooie close-up van een luiaard.We zagen ze telkens zeer hoog in de bomen. Ivm.bananen zou je je wel afvragen of pesticiden niet door de schil gedrongen zijn,niet te veel bananen eten zeker? Liefste Lou en Stephan nog veel ontdekkersplezier en geniet van de zon. Claudine en Guido Geplaatst op 09 April 2013
Bernadette Hallo Lou en Stephan, we maken weer kennis met schattige boomkikkertjes en heel wat andere ongewone diersoorten. Waar vinden jullie telkens weer al die privé-initiatieven van natuurbeschermers? Machtig, zeker als je dit vanaf je keukentafel bekijkt ... Bedankt, en doe zo voort. Geplaatst op 08 April 2013
Lieve Opnieuw hebben we hier een mooi (o.a.) beeldverhaal kunnen volgen van wat jullie zien, en kunnen we ons een beeld vormen wat jullie meemaken. Al is de realiteit van hieruit natuurlijk niet te evenaren! En schrikken van die mooie grote kever doen we van hieruit ook niet. Voor de slangen zou ik echt wel een grote omweg maken! En wat de bananenkweek betreft: het is overal de grote geldwinst die dicteert wat gebeurt hé. Hier is de leemontginningskwestie ook weer opgelaaid. Evengoed voor het geld. Alleen nog niet zo ongezond. Al vrees ik voor de kwaliteit van het grondwater, want wie weet wat ze daar allemaal ingooien achteraf!.Goed dat er ginds toch al arbeiders gesyndiceerd zijn. Tot zover. Nog veel reisgenot en tot volgende keer! Geplaatst op 06 April 2013
Astrid Beste Lou, Met veel plezier lees ik telkens jouw warm verhaal. Ik ben jaloers van jullie huidig klimaat. Afgelopen week hebben Martine (Vanwelden) en ikzelf Jan vergezeld naar Sint Petersburg waar het nog kouder was. We hebben heel veel gezien, niet alleen gebouwen, musea maar ook een ballet. Martine gaf een rondleiding in de Hermitage, vooral over de wandtapijten. In bijlage een kiekje voor Catharina palace. Vele groeten en blijf bloggen! Astrid Geplaatst op 06 April 2013

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking