Reisverhaal «provinciesGuantanamo en Holguin»

enkele Antillen | Cuba | 3 Reacties 30 April 2014 - Laatste Aanpassing 30 April 2014

8. provincie Guantanamo

De provincie Guantanamo is de meest oostelijke provincie van Cuba met iets meer dan 0,5 miljoen inwoners. Het is een provincie met vooral veel natuur en met een grote klimaats- en dus ook vegetatievariatie. Van oost naar west is er een gebergte. Ten zuiden ervan is het erg droog, tenzij in de valleien. De dorpjes liggen in de groene valleien en men kweekt er fruit en groenten.
Over de bergen dreigen donker grijze wolken. En eens de afdaling richting noorden is ingezet, is de vegetatie weelderig groen. Hier is de hoeveelheid neerslag erg groot (4 maal zoveel als in België). Daar wordt vooral cacao en koffie geteeld, naast bananen en kokosnoten.

Guantanamo is vooral bekend wegens het Amerikaanse territorium ten zuiden van de stad aan de baai van Guantanamo. Dit 118 km2 km grote gebied is een overblijfsel van de Amerikaanse bezetting van Cuba. Voor de revolutie had de VS deze plaats helemaal als hoofdkwartier ingericht. Er waren heel wat nachtclubs, Cubaanse vrouwen werkten er in de prostitutie, er werden enorme volumes alcohol en drugs geconsumeerd.
na de revolutie zou de VS jaarlijks een pacht willen betalen van iets meer dan 4000 US$, maar dat wordt geweigerd door Fidel Castro. Enkele jaren na het begin van de revolutie werd de basis afgesneden van het Cubaanse elektriciteits- en waternetwerk. De grens is een van de sterkst bewaakte ter wereld.
Sinds de volledige isolatie heeft de VS een eigen elektrische centrale gebouwd en wordt zeewater ontzilt. Jaarlijks kost Guantanamo aan de VS meer dan 40miljoen US$, enkel als provocatie tegen Cuba.

SIn 2002 werd de militaire basis omgebouwd tot een gevangeniskamp voor islamitische terroristen. In de beginjaren waren er om en bij de 800 gevangenen, nu is dat aantal al sterk gedaald tot ongeveer 150. Obama wou het kamp sluiten, maar dat was tegen het gedacht van de senaat.

Het ganse gebied rond de baai is absoluut verboden terrein voor inwoners en toeristen.

Guantanamo, de hoofdstad van de provincie telt iets meer dan 210.000 inwoners. De stad is bekend geworden door het liedje Guantanamera. Toeristisch is er niets te beleven, we rijden er door omdat de weg er door gaat.

Toeristisch de meest belangrijke plaats is Baracoa, aan de noordkust gelegen. Het stadje is in 1511 gesticht en is de oudste stad van Cuba. Colombus zou hier aan land gegaan zijn, maar dat feit wordt ook door andere dorpen opgeëist.

Colombus kijkt ver weg over de zee

Tot 1965 was Baracoa enkel per schip bereikbaar. In dat jaar was de weg klaar over de bergen, die het zuiden verbindt met het noorden. Batista was ooit gestart met deze weg, maar doordat hij de arbeiders niet betaalde is het ganse project gestopt. Fidel heeft dan opnieuw ingenieurs aangesteld, en het moet gezegd worden, de weg is erg goed: breed, van afwatering voorzien en langs de kant van de afgrond is er overal een goede reling. De baan is in beton gemaakt, telt heel wat bochten, maar geen erg steile hellingen, noch haarspeldbochten.

hier en daar is er een uitzichtpunt op het gebergte. Men kan echter niet uit de auto komen of men wordt bestormd door horden agressieve verkopers

Maar voordat we aan La Farola, de bergbaan, beginnen, is er een lang stuk weg langs de kust, of net achter de eerste groep heuvels. De standen zijn helemaal geen bezoek waard, het is een vrij desolaat en droog landschap.

het strand is bezaaid met stukken scherp koraal en stenen

een eind verder is er een stand, bezaaid met keien en zeer grof zand

het is er zo droog dat er veel cactussen te zien zijn

In Baracoa is er kermis, de ingrediënten kennen we al: muziek, eten, drinken, dansende mensen, verkopers van allerlei prul, een geitenkar voor kindjes,…..

een dik en vet varken zal over enkele uren helemaal opgegeten zijn

de geitenkar

In het centrum van het stadje is het nu vrij rustig, iedereen loopt langs de zee waar er kermis is.

in de stad staan veel oude huizen, ook de bestrating is al oud. De meeste panden zijn aan een opfrisbeurt toe

in de stad is er een gedeelte autovrij, wandelstraat

Dicht bij het centrum is er een heuvel met een voormalig kasteel, nu een hotel. Men heeft er uitzicht op het centrum.

uitzicht op de stad

de tafelberg El Yunque zit ook dikwijls geheel of deels in de wolken

30 km ten oosten van Baracoa ligt “de mooiste canyon van Cuba”, bij Boca de Yumuri. Door de canyon stroomt de Yumuri rivier, nu in april is dat beperkt. Enkele dagen geleden echter had het nogal hard geregend en dan was de hoeveelheid water groter.
Bij de rivier, langs de weg, staat er een aantal mannen, die weer de auto proberen tegen te houden. We rijden verder en stoppen op de brug om enkele foto’s te maken, maar eerst moeten we hen wel vragen opzij te gaan, ze lopen en fietsen immers achter ons. Eén van hen, Alberto, heeft een naamplaatje op en zegt de chef te zijn. We maken hem wijs dat al dat jineteros gedoe ons niet aanstaat. Alberto maant hen aan weg te gaan, wat ze ook doen. We zeggen enkel met hem het bezoek te bespreken. Hij duidt dan aan met welke boot we dat kleine eindje zullen varen en wie met ons meegaat als “gids”, en ook wie op de auto zal passen. Ongeveer niemand in dit dorp heeft vast werk, dus iedereen wil wel een graantje meepikken.

 de ingang van de canyon, gezien van op de brug. De lengte van de canyon is eerder beperkt

de roeiboot is nog degelijk gemaakt en in privaat bezit

 een deeltje van de canyonwand

op 5 km stappen van het bootje ligt er een dorpje. De enige toegangsweg tot dit dorpje blijkt te zijn: 5 km stappen en dan per bootje tot de weg

één reiger blijkt de ganse dag in hetzelfde gebied rond te wandelen. Er zit voldoende vis in de rivier

Het tochtje per roeiboot duurt slechts 10 minuten, dan komen we bij een gedeelte van de rivier dat droog ligt, daarnaast is er nog beperkt water. We maken een wandeling langs een pad en de ‘gids’ geeft wat info over enkele planten.
We zien ook een koppel Tocororo’s, Cuba’s nationale vogel (wegens dezelfde kleuren als deze van de vlag). Er is ook gelegenheid om even (de tijd kiest men zelf) in de rivier te zwemmen.

eerst horen we Tocororo, daarna zien we hem ook

iets later komt de tweede vogel van het koppel ook aangevlogen en zien we de mooie versieringen op de flank

het natuurlijke zwembad

de brug over de rivier, dichtbij de monding in zee

De weg tussen Baracoa en Yumuri ligt tussen een erg weelderige vegetatie van natuurlijke planten, bananenplantages, kokosbomen en cacaostruiken. Na een tijdje rijden we vrij dicht bij de zee, het strand echter bestaat uit grof, zwart zand.

de kustlijn in het noordoosten van Cuba

Ten westen van Baracoa loopt er een weg die bijna nergens een wegdek heeft, vol gaten en keien. Net buiten de stad is er een chocoladefabriek. We stoppen en vragen of we ze mogen bezoeken, maar zoals verwacht krijgen we een neen. We komen wel te weten dat dit de enige chocoladefabriek van Cuba is, en dat alle chocolade die in Cuba wordt verkocht van hier afkomstig is.

de fabriek is ingewijd door Che Guevara in hoogsteigen persoon, enkele dagen meer dan 50 jaar geleden. De fabriek ziet er al verroest en oud uit.

De bruggen echter over de vele rivieren die we langs de weg tegen komen, liggen er wel goed bij.

de monding van een van deze vele rivieren

er zijn enkele natuurlijke overhangen langs de weg. Onder één van deze rotsen hebben 4 mannen een tafel en stoelen geplaatst en spelen ze een gezelschapsspel

een bloeiende boom met heel weinig blaadjes en mooi gekleurde bloemen

We rijden tot het Maguana strand, met mooi lichtbruin en fijn zand. Een eindje voor het strand liggen er koraalriffen, net iets te ver om er naartoe te zwemmen. Omdat er in de gidsen gewaarschuwd wordt voor kleine diefstallen, parkeren we ons bij een Gaviota hotel met een klein privaat strand.

 het licht gekleurde zand, groene vegetatie en de zee in verschillende tinten blauw

15 km verder dan Maguana is er het bezoekerscentrum van het Nationaal Park AlexanderHumbolt. Nu ja, bezoekerscentrum is een groot woord.


Zoals de naam doet vermoeden is er hier een samenwerking op ecologisch en biologisch vlak met Duitsland.

Duitsland heeft ook voor het standbeeld gezorgd

Er komen heel wat planten en ook enkele diersoorten voor, die endemisch zijn in Cuba, maar enkel in het Nationaal Park te vinden zijn.

bij de monding van de rivier komen ook, tijdens het seizoen, enkele zeldzame zeekoeien voor

de slak Polymita picta, een slak met verscheidene kleuren huisjes, komt hier ook voor. Ze is beschermd


De meeste wandelingen die men er kan maken, telkens met een gids, zijn lang en moeilijk. De minst zware tocht, die door de meeste bezoekers gemaakt wordt duur iets meer dan 4 uur. De gids geeft heel wat uitleg over planten en vogels.

er komen veel ananasplanten voor. Vermits fruit in Cuba op geen enkele manier bespoten of behandeld is, gooit men telkens de plantenresten terug in de natuur zodat nieuwe planten ontstaan en men geen roofbouw pleegt

enkele speciale soorten reptielen uit het park

deze is zo groen dat het dier bijna niet opvalt

ook de kleine, mooi gekleurde Cartacuba is hier weer te zien

De kleinste kikker die in Cuba voorkomt, is slechts 9 mm groot. Dit diertje krijgen we te zien.

de kleinste kikker, Eleutherodactylus iberius. Vergelijk met de lijnen op de handpalm om de grootte in te schatten

Kolibries zijn telkens weer een mooie verschijning

Ook de kleinste soort kolibrie ter wereld (?) komt hier voor. Ook dit vogeltje zien we.

dit vogeltje, Mellisuga helenae, weegt slechts 1 g en is maximaal 7 cm lang. Toch kan het zeer snel vliegen en bewegen

Tijdens de wandeling gaat de tocht blootsvoets door 4 rivieren, bezaaid met steentjes en stenen.

gelukkig helpt de gids

terug in de bewoonde wereld zien we een varken genieten van de modderpoel. Ieder diertje zijn pleziertje

een blad van een parasitaire plant, beschreven met een stukje hard hout, als aandenken aan de wandeling

De weg verder richting westen is steeds slechter. Bij de grens met Holguin verbetert het wegdek weer.

9. provincie Holguin

De provincie Holguin ligt aan de noordkust. Het is de derde grootste provincie met een oppervlakte iets minder dan 1/3 van België.
We rijden de provincie helemaal in het noordoosten binnen. De eerste gemeente is Moa en op het welkombord zien we dat er vooral zware industrie te vinden is. Het landschap is afschuwelijk lelijk, met weinig tot geen groen en met veel fabrieksschouwen, die torenhoog boven de huizen en heuvels uitsteken. Op dit moment giet het ook nog pijpenstelen, zodat het landschap er nog troostelozer uit ziet.

Reeds in het gebied van het Humbolt N.P. is de grond donkerbruin, wat wijst op ijzer.
In Moa blijft de ijzerhoudende grond, en zijn er mijnen die ijzer, nikkel en kobalt ontginnen. Nikkel blijkt het belangrijkste mineraal te zijn. Cuba neemt een belangrijke plaats in de wereld met de productie van nikkel.

Na Moa is de weg beduidend beter, maar toch komen we hier en daar plotseling een diepe put in het wegdek tegen .
Bij de afslag naar Banes is de weg nog goed, maar enkele km verder lijkt het alsof alles weggespoeld is en liggen er enkel nog grote puntige stenen en resten van diepe moddergeulen.
Onze gemiddelde snelheid is minder dan 40 km per uur. Het alternatief echter is omrijden gedurende 2 dagen!

Banes is een groot dorp en erg belangrijk voor zijn overblijfselen uit de precolumbiaanse tijd. Er zijn enkele casas particulares en geen enkel hotel. Het is weinig toeristisch.

de autovrije straat in Banes met speciale lantaarnpalen

vogels in een kooitje blijkt ook in Cuba een belangrijk statussymbool te zijn

wie die bronzen figuur is, weten we niet.  Het is wel leuk bij hem op de bank te zitten

een locomotief van de United Fruit Company, een groot Amerikaans fruitbedrijf, dat nu een multinational geworden is. Het bedrijf is mee buiten gesmeten uit Cuba. Nu wordt fruit vel meer biologisch geteeld, zonder al de sproeistoffen. Veel gezonder zowel voor de boeren als voor de verbruikers

 in Banes komen nog veel houten huizen voor, de meeste echter meer vervallen dan dit huis

dit is een voorbeeld van een appartementsblok dat staatseigendom is en waar de mensen gratis in wonen.

In Banes is er blijkbaar vele jaren geleden een vracht tweede- of derdehandsvoertuigen uit Nederland geleverd. Er rijdt zelfs een bus waarop vermeld is “buiten dienst” (in het Nederlands). Er rijdt ook een vrachtwagen van DAF rond en op een andere vrachtwagen staat er een website .nl.

We bezoeken het museum met overblijfselen uit de oertijd, verzameld op meer dan 100 plaatsen in de gemeente (een gemeente heeft in Cuba een veel grotere oppervlakte dan in België).
Om foto’s te maken vraagt men een hoge prijs, de kasten beneden zijn weinig verlicht. Dus dan maar geen foto’s. Boven echter, waar de kasten beter verlicht zijn, doet de gids ons teken dat we toch mogen fotograferen.
De oudste overblijfselen uit het stenen tijdperk, zijn 6000 jaar oud. Ze zijn van de Siboney indianen en erg ruw.

een voorstelling van de Siboney

De meeste voorwerpen, ook uit het stenen tijdperk, zijn van de Taina indianen, vanaf 4000 jaar gleden tot de inval van de Spanjaarden.

een voorstelling van de Taina

een stukje keramiek van de Taina, dd ongeveer 1000 nC

in het gebied van Banes kwamen zeekoeien voor, waarschijnlijk in groter aantal dan nu

tussen een groot aantal vrouwelijke figuurtjes die verband houden met de vruchtbaarheid, vond men één mannelijk beeldje

één van de vrouwelijke figuurtjes

De oerbevolking in Cuba is afkomstig van Zuid-Amerika. Ze voeren met vlotten en kwamen terecht op de Antillen, vanaf het zuiden tot uiteindelijk in Cuba.

de weg die over zee werd gevolgd door de indianen toen ze van Zuid-Amerika de Antillen hebben bevolk

Een klein eindje verder staat er de parochiale kerk. Hier trouwde in 1948 Fidel met zijn eerste vrouw (het huwelijk werd in 1954 ontbonden). En heel eigenaardig, hij kreeg een financiële bijdrage voor zijn huwelijksreis als geschenk van de latere dictator Batista, die in Banes werd geboren

de kerk van Banes, zonder torens

Ongeveer 30 km ten noorden van Banes ligt de archeologische opgraving Chorro de Maita. Het is een begraafplaats van Taina indianen uit de tijd 1490 – 1540. Men heeft er bijna 100 skeletten opgegraven op een vrij kleine oppervlakte. Sommige skeletten bevatten nog weinig resten, andere zijn meer intact. De leeftijd ten tijde van het overlijden was vrij jong, tot maximaal 35 jaar. Men vermoed dat de meeste gestorven zijn aan een of andere epidemie, en dat op verschillende momenten.

één van de 98 skeletten, de meeste in foetushouding begraven, direct in de grond zonder urne of kist

als enige persoon is deze begraven in een “christelijke” houding met de armen gekruist voor de borst en de benen gestrekt. Sommige denken dat deze persoon een missionaris zou geweest zijn

Omdat de totale oppervlakte vrij klein is, heeft men over de opgravingsplaats een museum gebouwd.
De skeletresten zijn behandeld zodat ze niet verder ontbinden.

een overzicht van de begraafplaats. De skeletten liggen zoals ze gevonden zijn

buiten het museum ligt het skelet van een kindje

een tijdstabel om de drie groepen indianen, die in dit gebied geleefd hebben, te situeren. De Taina is de jongste groep en was er nog ten tijde van Colombus. De meeste van hen zijn gedood of gestorven door besmettelijke ziekten, overgedragen door de Spanjaarden. Indianen hadden geen enkele vorm van resistentie tegen deze bacteriën en virussen.

In het museum zijn ook enkele tentoonstellingskasten met kleine voorwerpen die in de buurt opgegraven zijn. De voorwerpen of resten ervan die bij de skeletten werden gevonden zijn allemaal opgeslagen in het archeologisch departement in de hoofdstad Holguin. Ze zijn niet te bezichtigen. Op de stoffelijke resten echter is er telkens met een kleurpijl aangeduid uit welk materiaal het gevonden voorwerp is, en is het voorwerp vervangen door een stukje karton of plastiek.

een gouden beeldje, iets meer dan een cm groot. Dit is een kopie

een gouden oorring met kwartskristallen

 ringen gemaakt uit schelpen om de vingers te versieren tijdens feesten en ceremoniën

Aan de overzijde van de straat heeft men een Taina dorp nagebouwd met levensgrote figuren. Een gids geeft op vraag uitleg. Wat later komen nazaten van indianen een show geven waarin de bezoekers mee betrokken worden. Het geheel is wel nep, maar geeft toch wat uitleg over het leven van de Taina, zowat 1000 jaar geleden.

één van de kleine gouden figuurtjes is sterk vergroot en is het symbool van de Taina cultuur in Banes geworden. Het is geplaatst bij de toegang tot de Aldea Taina, het nagemaakt indianendorp

een god van de Taina, gemaakt uit een versierde menselijke schedel op een soort urne. Hierin werden de stoffelijke resten van een belangrij of erg geliefd persoon bewaard

terwijl het dorpshoofd sigaren, aangevuld met drugs, rookte, snoof de medicijnman (op de afbeelding) steeds hallucinerende middelen zodat hij permanent contact had met de goden. Hij inhaleerde tegelijkertijd door neus en mond

voor de show zijn enkele mensen als Taina uitgedost

 wij tussen de showindianen

8 km noordelijker ligt Guardalavaca, weer zo een internationaal strandtoerisme project. Hoe meer westelijk, hoe exclusiever de hotels (en hun prijs). Bij Playa Esmeralda was er een plan nog een derde luxueus hotel te bouwen. Natuurgroepen echter probeerden dat te verhinderen omdat die plaats, waar het hotelcomplex gepland was, het enige overblijvende gebied in Cuba en ter wereld, is waar een bepaalde boomsoort nog voorkomt. Raul Castro zelf heeft het verbod op de bouw ondertekend.

de Guana (Hildegardia cubensis) is de met uitsterven bedreigde boomsoort. Hij is bladverliezend in het droogseizoen

de jonge boompjes schieten uit de kalkrotsen omhoog

Nu kan men een wandeling maken via een leerpad, dat goed in elkaar zit en goed onderhouden is.

het hele gebied bestaat uit kalkgesteente. De kalk is afkomstig van schelpen, toen deze plaats ooit nog zeebodem was. Kalkgesteente wordt langzaam maar zeker door water aangetast. Vandaar dat er hier een kleine grot voorkomt

de grot is natuurlijk, de rotstekeningen nagemaakt

dit gebied is zeer droog. Er komen 5 soorten cactussen voor

deze cactus is de grootste die in dit gebied voorkomt

We stoppen daarna nog even bij de Playa de Guardalavaca dat vol zit met Cubaanse toeristen. Deze week immers, de week voor Pasen, heeft het ganse onderwijssysteem verlof.

aan het uiteinde van het 1,5 km lange strand is het erg rustig met weinig toeristen

aan het andere uiteinde, daar waar verderop de hotels liggen zonder strand ,is het ook rustig. De Amerikaanse en westerse hotelgasten blijven boven op de rots bij hun zwembad

tussenin genieten de Cubanen van hun strand. Het zijn vooral dagjes mensen die hier komen.

Men is echter bezig met de bouw van een nieuw 5-sterren hotel. Daardoor zal de helft van het strand niet meer vrij toegankelijk zijn. Koning (kapitaalkrachtige) toerist is in het communistisch systeem belangrijker dan wij en ons!

Via Guardalavaca rijden we naar de hoofdstad vaan de provincie, Holguin. Het is een vrij grote stad. Ondanks de aanbevelingen in de reisgidsen is het een eerder armtierige stad die weinig te bieden heeft.

de stad is gekenmerkt door 5 parken. Rond deze kerk zou zich één van die parken bevinden, maar het grootste deel van de gronden ligt er braak bij

net zoals rond vele pleinen, is er voor de gebouwen een breed gebied afgeboord met zuilen. Dat zorgt ervoor dat de voetgangers in de schaduw kunnen lopen terwijl ze winkelen

Er zijn enkele musea welke we bezoeken.

Het Museum Historia Natural heeft een collectie schelpen, de meeste uit de provincie, opgezette Cubaanse vogels, opgezette of in vloeistof bewaarde reptielen en enkele zoogdieren, ook al opgezet.
Om foto’s te maken moet er door buitenlanders weer flink geld gegeven worden, maar de collectie is het niet waard.

het museum heeft een mooi gerestaureerde voorgevel. Binnenin is er niets te bemerken van een restauratie of een vleugje verf

Het Museo de Historia Provincal is gehuisvest in het mooiste gebouw van de stad, althans de voorgevel en de patio. Veel van de grote kamers staan leeg. Er is een collectie muziekinstrumenten van het einde van de 19de eeuw. Verder zijn er een aantal gebruiksvoorwerpen uit dezelfde periode. Ook hier is het niet de moeite om veel te betalen voor cameragebruik.

de voorgevel van het museum

op een binnenmuur boven de patio is een muurschildering te zien

de patio

Een 30-tal km ten noorden van Holguin ligt Gibara, een dorp met vele koloniale huizen, in de Baai van Gibara.

Gibara is de gemeente waar een groot aantal krabbensoorten gevonden zijn

Het is in deze baai dat bijna zeker Colombus voor het eerst in Cuba aan wal kwam. In zijn beschrijving over de plaats die hij uitverkoos, had hij het over een baai en over een tafelberg in zadelvorm. Baracoa legt het accent op een tafelberg, Holguin over een tafelberg in zadelvorm. En blijkbaar is deze plaats de enige die voldoet aan de beschrijving.

de tafelberg in zadelvorm

In Gibara heeft in 2008 de orkaan Ike lelijk huis gehouden waardoor 2/3 vaan de huizen ernstig beschadigd werd. Privé woningen zijn heropgebouwd, maar aan andere gebouwen is men bezig of moet men nog grondig renoveren.

we zien hier voor de eerste maal in Cuba, windmolens. Zoals alle technologieën zal dit ook van Chinese makelij zijn

In de hoofdstraat zien we een sigarenfabriek. We mogen niet binnen, maar een fot door de openstaande deur, dat is geen probleem

ooit was dit het mooiste gebouw van de stad, het huis van een Spaanse koopman. Nu echter is het bijna in de staat van verval, deels door Ike veroorzaakt


 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Claudine Die prachtige bontgekleurde vogeltjes schitteren als juweeltjes in de bomen.Mooie stranden zonder lelijke appartementen,dat moet een zalig gevoel geven.Geniet nog van de mooie N.P. en wandelingen door riviertjes en kleine kleurrijke dorpjes. Hartelijke groeten van Claudine en Guido Geplaatst op 01 Mei 2014
Van Hulle Rita Ja,het leven is overal toch anders.Jullie kunnen nu vergelijken waar het "best" is om te leven.Maar wandelen door rivieren met een mooie don Juan aan je zijde is ook niet mis!Een mooie foto is de bloeiende boom met weinig takjes en een helblauwe lucht..Ik wacht op het vervolg! Rita Geplaatst op 01 Mei 2014
Cécile Buenas dias Is de vogel op de uitnodiging een quetzal? Denk ik,naast de mooi gekleurde tocororo en de vêle andere,modern aandoen de precolombiaanse beeldjes,weer al gedroomde witte stranden Hier beetje zomer in flayosc,Heel stil overdag,snachts veel sterren,vandaag 1mei Boek aant lezen over henry quatre,franse koning,Dolf klust,wachten op 4de kleinkind Veel groeten Cécile Geplaatst op 01 Mei 2014

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking