Reisverhaal «Noord-Sulawesi: weer een apart volk én natuur»

Indonesia: Sumatra en Sulawesi | Indonesië | 5 Reacties 26 Oktober 2017 - Laatste Aanpassing 29 Oktober 2017

6. Op weg naar het verre noorden van Sulawesi

De boot waarmee we terug keren van de Togian eilanden is er een welke ’s avonds vertrekt op het meest oostelijke eiland en ’s nachts vaart. Wij stappen ’s morgens om 5u30 op.

de Puspita aangemeerd in Wakai

Onderweg doet de boot enkele eilandejes aan. Zowel mensen als pakken worden in- en uitgeladen. Een bedoening welke ons doet denken aan het transport op de Amazonerivier in Brazilië. Het enige verschil, daar was het nog veel drukker.

ook brommers worden via de smalle loopplank op het voordek gereden. Als de loopplank niet wordt gelegd, wordt de brommer door enkel mannen gewoon omhoog geheven en op het schip getild

bij de dorpjes is het water vuil, soms erg vuil. Dat houdt echter de lokale kinderen niet tegen om in het water te duiken

alles, maar dan ook alles wat onbruikbaar geworden is, wordt in de zee gekieperd. Hier hebben mensen nog geen notie om het vuil te verzamelen, vuilnisbakken te plaatsen, en hun omgeving netjes te houden. Niet alleen Gaia heeft hier veel werk aan de winkel, ook de milieumensen kunnen hier goed werk verrichten.

Deze ferry - de Puspita Sari- is helemaal niet te vergelijken met enige ferry in Europa. Hij doet ons eerder denken aan de foto’s welke we in Antwerpen is het Red Star line-Museum hebben gezien.

Op het schip is er nauwelijks een plek om te zitten, er zijn wel “kajuiten” en ligplaatsen. Die bevinden zich op 2 dekken, één in het ruim en één op het dek erboven. Bovendien is er een vuil en stinkend hurktoilet op de onderste verdieping.

een kajuit waar je enkel met een open deur kan verblijven. Er is immers geen luchtverversing in het muffe kamertje

de “tatami-lounge” hier kan je een mat huren om op te liggen, of je eigen mat meebrengen


Het was de bedoeling om morgen, maandag, met de grote ferry, Tuna Tomini, over te steken vanuit Ampana naar Gorontalo. De boot kan immers ook auto’s meenemen, zo kreeg ik als informatie. De Tuna Tomini vaart 2x per week in elke richting.

Kaart waarop de overtocht van Ampana (provincie Centraal Sulawesi) naar Gorontalo (provincie Gorontalo) is aangeduid

Op die manier kunnen we een lange rit besparen rond de Tominibaai, richting Manado, de stad op het oostelijk einde van het noordelijk schiereiland.

In het resort in Malenge zagen we een schema van de overtochten tussen het vaste land van Sulawesi en de Togian eilanden . Hierop staat er te lezen dat de maandag ferry niet vertrekt in Ampana, maar in Wakai, op een Togian eiland. We bereiden ons dus voor op het alternatief.

We hadden, voor we vertrokken naar Togian, gevraagd aan de eigenares van het hotel in Ampana om een kajuit en de overtocht voor de auto te reserveren.
Wanneer we in Ampana in het hotel komen vertelt ze ons dat de ferry, Tuna Tomini, op zondag al vertrokken is, richting Togian eilanden, en er op maandag aanmeert in Wakai. Daar vertrekt het schip dan maandag avond naar Gorontalo. En ze vertelt verder dat de prijs voor een “kajuit” en voor de auto hoog is, Europese prijzen…

In feite vinden we het helemaal niet erg dat we niet met de ferry mee kunnen. Veel geld betalen voor een vuil en muffe bedoening, waarschijnlijk helemaal niet kunnen slapen en tussen sigaretten rokende mensen onze nacht moeten doorbrengen …

Maandag vertrekken we om rond de Tominibaai te rijden, 1212km geeft de GPS. We komen dan we een dag later aan bij Manado, het is echter veel aangenamer om te rijden dan om met de lokale ferry de overtocht te maken

de blauwe lijn geeft de route weer welke we op 3 dagen zullen rijden, van Ampana op ongeveer 1,5° zuiderbreedte tot Manado, 1,5° noorderbreedte


Omdat er op internet niets, maar dan ook niets over deze overlandroute beschreven staat, en zeker al niet in reisgidsen, weten we helemaal niet wat ons te wachten staat. Hier en daar hebben we gehoord dat de toestand van de baan niet zo goed is, weinig benzinestations, er zijn bijna geen overnachtingsmogelijkheden, weinig bewoning…. . We hebben onze eigen matrasjes mee, dus geen nood, een kerk of moskee is ook een overnachtingsplaats.

Tot onze verrassing is de weg tijdens de eerste dag rijden vrij goed, beter dan wat we al hebben mee gemaakt. Overal langs de weg, de Trans Sulawesi Highway, zijn er nederzettingen en dorpen, meestal staan de huisjes langs de ene weg. We tanken als we een benzinestation tegen komen, maar dat blijkt om de 60 tot 80 km te zijn, dus niet zo eenzaam.

Na 395km rijden bereiken we de evenaar. Er staat een klein monument.

meisjes komen aangelopen, ze zijn zeer bedeesd. Ik hoor hen het woord “foto” zeggen, dus hen teken gedaan om naar het monument te komen voor de foto. Ze hebben Engels geleerd, alleen durven of kunnen ze het niet spreken. Hier komen dan ook zeer weinig toeristen, de kinderen gebruiken het Engels nooit

Rond 16u beginnen we uit te kijken voor de nacht -het is immers om 17u30 donker. Na een tijdje vragen we aan enkele vrouwen waar er een hotel, pension, homestay is. Mensen spreken hier enkel Indonesisch, gelukkig hebben we een woordenboekje mee. Over 25 km in Tinombo, vertelt één van de vrouwen.

Tot onze grote verbazing staat daar een echt hotel, met een westers toilet, airco en een goede douche.

Dit alles geeft hoop dat ook de tweede dag wel zal meevallen.

De wekker staat op 5u, maar we worden om 4u30 al gewekt door het luide geroep door de microfoons van de moskee. Tijd voor iedereen om op te staan.
Dat zorgt ervoor dat we om 5u40 al op weg zijn, het is net licht.

ongeveer 10 minuten later staat de zon al wat hoger aan de hemel. Nu is ze net uit de wolken

Niet veel later wandelen de schoolkinderen al in uniform naar de school. Hier en daar zit er iemand naast de rijweg bij een vuurtje van afval of van hout. De boer is met zijn ossenwagen al op weg.

Het water van de Tominibaai is bijna rimpelloos, we zien de bollen drijven op de zee. Bollen waaraan de draden met oesters hangen, het zijn pareloesters.
Wat verder wandelt een jongen met 2 koeien op weg naar wat gras of ander groenvoer. Mensen zitten al op een stoel, het begin van een lange dag zitten …
Op de zee zijn vissers bezig met hun vangst. Straks zullen ze hun vis vers verkopen.

Na een tijdje komen we bij het dorpje Tomini. De naam van de grote baai waarin de Togianeilanden liggen is afgeleid van dit kleine dorp

onder dit bovenste deel zitten kinderen, op weg naar school. Waar kinderen de toeristen gewend zijn komen ze aangelopen voor een babbeltje en een foto. Hier draaien de kinderen hun hoofd weg, schrik?

In de vlakke delen zijn er rijstvelden. De rijst staat al hoog maar is helemaal nog niet rijp.
We zien ook hier en daar een kind dat niet naar school gaat, dat thuis gehouden wordt. Ook dat kan in Indonesië. Tegen 7u15 zijn blijkbaar alle kinderen op school, wat niet wil zeggen dat ze in de klas zitten. Soms zien we ze later op de voormiddag sportles krijgen -in hun gewone kledij met das en hoofddoek op, of ze staan aan het snoepkraam op de speelplaats.
Mensen openen hun grote plastiek vellen en spreiden de cacaobonen, de kokos of nog wat anders open. Weer een dag waarbij hun oogst kan gedroogd worden, “zongedroogd” zo noemen wij dat.

Af en toe verlaat de weg de kust omdat er een klein gebergte in de zee uitsteekt. Dan loopt de weg achter dat gebergte.
Hier en daar loopt of rijdt toch nog een kind in uniform, de tijd van aankomst op school is misschien niet zo belangrijk.
We rijden langs een lokaal marktje waar vrouwen vis en groenten kopen. Als groente is er witte kool, dikke wortel en groene blaadjes.

Mensen welke veraf wonen kunnen niet naar de markt komen. Geen nod, de verkopers komen wel aan de deur

vooral snoep heeft deze man in aanbieding

groenten en ander spul, soms zien we ook visverkopers

het is een sociaal gebeuren, de leurder met zijn klanten

Eens terug bij de zee zien we dat de waardevolle mangrovegebieden kaal staan. Werd het hout gebruikt om vuur te maken? Of is men iets anders van plan in dit brakwater gebied? Voor zeevissen en ander marien leven is de mangrove echter zeer belangrijk, het is een voortplantingsplaats en een veilig onderkomen voor kleine, jonge visjes of andere dieren.

Regelmatig horen we uit luidsprekers het zwaluwgekwetter. Overal staan hier torens om de vogels te lokken, je weet wel voor de vogelnestjes welke op de markt in China zeer veel waard zijn …

Waar geen rijstvelden te zien zijn staan op de helling bananen- of cacaostruiken. Maar vooral zien we kokospalmen.

nog nergens in Indonesië hebben we maaltijden met kokos gegeten. We weten dat uit de witte kokos het vet geëxtraheerd wordt. Wat we vooral veel zien is dat de harde delen van de kokosnoot verkoold wordt, dat voor onze “ecologische houtskool”.

Om 10u lopen de kinderen van de lagere school al weer op straat. In het middelbaar is er pauze, de jongeren lopen ook op straat en kopen bij de kraampjes met zoetigheden of een ijsje. Zij moeten nog langer op school blijven …

De weg is meestal goed, hier en daar moet er nog verbeterd worden

eens de weg verbeterd is, moeten de wegkanten en de waterafvoerkanalen nog afgewerkt worden. Het materiaal dat hiervoor nodig is wordt gewoon op de rijweg gestort …

bij de verbetering van de weg, wordt daar waar het kan, de scherpe bochten weggewerkt. Hiervoor moet er grond, en dikwijls rots weggegraven worden

voordat de weg vernieuwd wordt, worden er nieuwe duikers geplaatst. Dan wordt er een diep kanaal gegraven, in dat kanaal wordt de betonnen duiker geplaatst, bovenop komt een plaat beton en dan een hoop grond. Later, bij het vernieuwen van de baan komt hier asfalt over

Uiteindelijk komen we bij de provinciegrens. Provincies zijn in het bijzonder grote land Indonesië een belangrijkere entiteit dan in België.

adieu Centraal Sulawesi

welkom in de provincie Gorontalo

bij het rode sterretje rijden we de provincie Gorontalo binnen

Direct na de welkomszuil is er een grote politiecontrole. Iedere auto wordt tegen gehouden. Omdat wij met een nummerplaat van Zuid-Sulawesi rijden, moeten we een aantal papieren tonen -ik had ze nadrukkelijk gevraagd voordat we de auto huurden. We verstaan wel niet wat de mannen zeggen, maar we kunnen het ons wel voorstellen. Ook het internationaal rijbewijs moet getoond worden. Het is voor hen onbegrijpelijk, ze kennen geen Engels. Maar eens tempel en een datum is in orde. Dan moeten ze in het paspoort ook de visa zien. Dat heb ik met mijn beperkte kennis van het Indonesisch uitgelegd, de stempels getoond, … . Het enige is dat het Indonesische visum, dat we bij de ambassade in België kochten, ook al in het Engels is. Uiteindelijk moeten de mannen nog in de auto kijken, moet Stephan een valies openen, … niets aan te merken.
Dan komt het moment van de foto -dat kennen we al van onze reis in Bali-.

ik vraag of ik ook een foto mag nemen, want normaal is een foto van leger, politie of iets of iemand officieels, verboden. En ja het mag. Met een gsm heeft een andere politie zeker 5 foto’s genomen van het viertal, …. Kunnen we ons in België niet voorstellen.

In de provincie Gorontalo is eerst de weg heel goed, maar dat verandert al snel. De weg is er slacht, hier en daar is men bezig met verbeteringen. Na 100km is de weg terug goed.

In de provincie is het blijkbaar drukker, we zien meer mensen, meer verkeer, en iets minder armoede -als we dat aan de huizen kunnen afleiden.

mensen worden hier in becak vervoerd, geen krotkarren, maar mooie voertuigen

er zijn meer kerken te zien, allemaal met een imposante toren

ook de ossenwagens zijn nog van de partij

Hier zien we nog heel wat grote vijvers langs de zeezijde van de weg. Waarschijnlijk zijn ze gevuld et zeewater, al zijn we daar niet zeker van. Zeker is dat er tussen het jaar 2000 en 2012 grote oppervlakten mangrovebossen zijn verloren gegaan voor aquacultuurvijvers waar vis en grote garnalen worden gekweekt.

Op verschillende plaatsen staan er grote isomodozen en zien we mensen bezig. Dus even stoppen en gaan kijken. En zoals we al vermoed hebben, worden in de grote vijvers scampi gekweekt

er is een grote moderne machine om ijsschilfers te maken. Een man heft het deksel van de isomodoos op om te tonen dat de scampi tussen het ijs bewaard worden

We willen vandaag tot aan de noordkust geraken. Helaas vinden we daar niet zo gauw een overnachtingsplaats. We moeten nog een half uur in het donker rijden, en telkens vragen. Net voorbij de gewapende grenscontrole met Noord-Sulawesi vinden we een lokale homestay, eenvoudig op zijn Indonesisch, maar netjes onderhouden.

een netjes onderhouden Indonesische badkamer met een hurktoilet en een mandi. Een mandi bestaat uit een kuip waar water via een kraantje kan instromen. Daarnaast is er een plastiek steelpannetje dat met water kan gevuld worden. Om het toilet door te spoelen wordt dat steelpannetje gebruikt. Het pannetje is ook een vorm van een douche, je kan het water over je uitgieten ….

Ook de derde ochtend zijn we iets later dan 5u30 op weg. Het is rustig, weinig verkeer.

We zien af en toe een bord tegen racisme, isis (is) en radicalisme. Soms ook tegen racisme, intolerantie, drugs en isis (is). Noord-Sulawesi ligt het dichtsbij bij het Filipijnse eiland waar isis (is) naartoe is uitgeweken. De zeegrenzen worden door het leger en politie streng bewaakt om de infiltratie zo klein mogelijk te houden. Vorige week werden de twee isis (is) kopstukken op de Filipijnen gedood, het wordt hier in de pers positief onthaald.

Het landschap langs de kust van Noord-Sulawesi is gekenmerkt door kokospalmen en nog eens kokospalmen, duizenden en duizenden hectares. Optimaal is 100 tot 160 kokosbomen per hectare.

Kokosbomen brengen maar vruchten voort vanaf een leeftijd van 12 jaar, en tot ongeveer de leeftijd van 60 jaar, wanneer ze onderhouden worden. Dan worden er per boom tot 100 vruchten per jaar geleverd.
We gaan bij enkele lokale bedrijfjes langs voor foto’s.

de groene kokos worden ofwel aan enkele grote bedrijven geleverd, of verder behandeld door lokale boeren

De kokos wordt van zijn buitenste groene schil ontdaan, of beter nog, men wacht tot ze bruin is. De kokosnoot wordt er dan uitgehaald. Het is een erg vezelige noot

kokosnoten zoals ze in België ook wel verkocht worden

De kokosnoten worden in 2 delen gekapt door gebruik te maken van het scherpe lange mes dat Indonesiërs voor alles en nog wat gebruiken.

Het binnenste gedeelte met het vruchtvlees wordt er uit gehaald en in stukken verdeeld. Dat wordt te drogen gelegd in de zon

het wit van de kokos zou snel moeten kunnen drogen. Hier in Sulawesi wordt door de lokale boeren enkel gebruik gemaakt van de zon als droger.

Industrieel gebruikt men snellere technieken om te drogen. Omdat het klimaat hier nogal vochtig is duurt het drogen langer en is de kans op besmetting door schimmels groter. Schimmels vormen dan aflatoxines, giftige stoffen.
Het gedroogde binnenste van de kokos wordt kopra genoemd.

Boeren verpakken de kopra in grote plastiek zakken welke worden opgehaald om industrieel verder te verwerken.

Cargill, het Amerikaans agro-industrieel concern, leverde zo een 10 jaar geleden aan arme boeren in Noord-Sumatra meer dan 1000 zaailingen van de kokospalm, om de arme boeren een beter inkomen te geven … (dixit Cargill). Cargill heeft echter in Noord-Sumatra een bedrijf waar de kopra verder wordt behandeld (met het ene hand geven en tegelijk met de andere hand nemen ….).

Uit de kopra wordt de kokosolie of het kokosvet gehaald. De beste methode is persing, dan is de opbrengst hoger. De kokosolie kan ook worden geëxtraheerd met hexaan, een snellere methode met een lagere opbrengst. In de kokos zit gemiddeld 33% vet, dat kan echter nooit volledig verwijderd worden, de opbrengst is steeds lager.

De kokosolie of het kokosvet wordt gebruikt in zeep, detergent, shampoo, zonnecreme, middel tegen insecten, synthetische rubber, autowax en margarine. (Sommige) bakkerijen en (sommige) koekjesfabrikanten gebruiken het kokosvet in hun producten.

foto van internet (merkloos)

foto van internet (merkloos)

Het gedroogde product, welke dan overblijft, wordt gebruikt in de veevoeding van varkens en runderen. Voor het grootste deel wordt deze coconut-cake uitgevoerd naar Vietnam, Korea, India, …

Indien de kopra aflatoxines bevat is de coconutcake eerder een gif dan een voedingsmiddel.

Wat overblijft is dan nog de vezelige schaal van de kokosnoot.

op vele plaatsen zien we de erg vezelige en harde schalen liggen. Misschien laat men ze een tijd liggen om te drogen?

Lokale boeren verkolen deze schalen.

de schalen zijn erg brandbaar. Op de stapel schalen is er hier en daar een brandje ontstaan

vele boeren hebben een oven gemaakt uit steen en bestreken met cement. Arme boeren zoals deze, maken een oven uit bamboe

hier wordt nog lucht toegevoegd zodat de schalen branden. Om te verkolen moet echter nadien de oven gevuld worden met schalen en er mag maar een kleine hoeveelheid lucht aangevoerd worden

de werkende ovens kan je vanaf de straat zien roken en ruiken

Na een aantal dagen wordt het verkolingsproces gestopt. De gevormde houtskool wordt als ecologische houtskool in België en andere landen verkocht.

een voorbeeld van internet

Er zijn enkele grote bedrijven welke de schalen verder verwerken. Zij maken geen ordinaire houtskool van de kokosschalen, maar bijvoorbeeld actieve koolstof voor katalytische of vuilabsorberende filters. En op internet vind je zelfs recepten om actieve kool te gebruiken om je tanden te bleken ….

Ons laatste stukje rit gaat door de bergen in het land van de Minahasa, het volk dat in Noord-Sulawesi woont.

Uiteindelijk hebben we deze 1213 km gedaan in 31u20’ waarbij we effectief 24u gereden hebben, een mooie tocht met 3 strenge politiecontroles.

7. Noord-Sulawesi, het Minhasa gebied

Onze eerste verblijfplaats is Tomohon, dat naast de hoofdstad Manado, een kernplaats is voor de Minahasa, oorspronkelijk een bos- en bergvolk. Dit animistische volk werd nooit gedomineerd maar is in de jaren 1800 bekeerd tot het christendom door Nederlandse missionarissen.

het christendom komt hier voor ons erg belachelijk over. Stap je 500m, dan heb je tot 6 kerken, elk van een verschillende “christelijke” aftakking tegen gekomen. Macht om zoveel mogelijk mensen in de rangen te tellen

en er worden nog veel kerken bijgebouwd, groot, groter, grootst ….

Door de kerstening zijn er enkele Minahasa gewoontes, zoals koppensnellen en het samenwonen in grote groepen, verdwenen. 

het wapenschild van de Minahasa, tezamen met de beide handen

Wat nog wel overgebleven is zijn hun voedingsgewoontes. Daarvoor moeten we naar de markt, afdeling vlees.

We hebben een kamer gereserveerd in een “resort” in de bergen, even weg van het drukke verkeer.

 vandaag rijden we niet meer, een mooie kamer

 en terras. De kostprijs is hier niet hoog.

deze vogel vliegt hier rond, zet zich en vliegt weer. Voorlopig nog geen naam gevonden

 overal zijn er bloeiende bomen en planten

bloemen en de zon, dat trekt vlinders aan. Hier een grote geel-zwarte vlinder

In het gebied rond Tomohon zijn er een zestal vulkanen. Sommige zijn al lang slapende, andere vertonen meer activiteit

de Mt Lokon is een actieve vulkaan, nu is hij rustig. De berg is nogal zwaar om te beklimmen

In een rondrit vertrekkend uit Tomohon, kunnen we verschillende plaatsen bezoeken, plaatsen belangrijk voor de Minahasa-mensen.

twee lachende Minahasa

een oud vrouwtje op de markt

Onze eerste stopplaats is de Minahasa markt in Tomohon.

 hier kweekt men rode en witte pindanoten

en de stinkende durian

Al gauw zien we “excentric “ aangeduid staan, waarschijnlijk is het daar dat we moeten zijn. En ja, de vleesafdeling is het meest belangrijke. We zijn niet alleen met ons fototoestel, we zien ook mensen uit Java welke hier op bezoek zijn. Minahasa eten alle dieren, maar geen vogels (uitgezonderd kip, eend en gans)

als eerste zien we de vleermuizen, niet enkele maar tientallen en tientallen Ze hebben de (niet zo aangename) geur van vlees, maar ruiken nog vers

de vleugels worden afzonderlijk verkocht en in stukjes gehakt. Waarschijnlijk voor de soep

dan de honden

deze hondenslager hakt er maar op los, hond na hond. Net zoals bij varkens wordt ook hier het vel gebrand

het is blijkbaar een soort honden welke gekweekt wordt om te slachten

 ook katten worden gegeten. Waarschijnlijk slacht men maar op vraag van een koper

een slager verkoopt niet alleen Minahasa lekkernijen (zo wordt dat hier genoemd!). Ook varkensvlees en andere delen van het varken liggen op de toog

als het vlees bijna op is, wordt er een volgend geslacht varken aangebracht, gewoon over de schouder gedragen

Er zijn ook enkele everzwijnen, daar is het vel niet weggebrand

dan zijn er de ratten, ook gebrand. Ze zijn op een houten stok geprikt

er liggen enkele geslachte pythons …. Voor de liefhebbers, vele, maar niet alle Minahasa

ier zit de kop nog aan de slang

als laatste komen we een man tegen welke een reeks gedode kikkers aaneengeregen toont, niet enkel de poten, wel de volledige kikker

Genoeg van al dat exentrieke, Tomohon is de bloemenstad van Sulawesi

We lopen langs een straat waar verschillende huisbedrijfjes zijn waar kledij gemaakt wordt

Nog enkele beelden van Tomohon

een bananenverkoper, zoals er honderden, nee, duizenden zijn

een kraam vol voedsel dat vooral suiker, bloem en veel vet bevat, een kraam zoals er dikwijls een op de speelplaats van een school staat

 hier gebeurt het plaatselijk vervoer van mensen, schoolkinderen en goederen niet door een becak, wel met een paardenkoets

Wat zuidelijker bevindt zich het Linow meer, waar nog zwavelhoudende vulkaangassen uit ontsnappen. Ook langs de oevers zien we nog dampen opstijgen.

eerste zicht op het Linow meer

de kleur van het water is niet overal hetzelfde

op vele plaatsen borrelen gassen naar de oppervlakte

op verschillende plaatsen rond het meer wordt waterstofsulfidegas vrijgesteld, de geur van rotte eieren

bij het niet zo goedkope toegangsticket hoort een kop koffie of thee. De happy few van de omgeving komt hier een uurtje van de dag doorbrengen, te midden van soortgenoten

Hier zijn enkele soorten vogels te zien

Witborstspitsvogel (Artamus leucoryn albiventer)

Kleine Zilverreiger (Egretta garzetta)

 Ringmus (Passer montanus)

Pertamina, het bedrijf dat zorgt voor energie, gas en brandstof, heeft hier een kleine geothermale centrale. De capaciteit kan ongeveer 80MW zijn , dit komt overeen met 40% van de vraag naar elektriciteit in de provincie in 2015. Probleem is dat er geen goed geschoolde werknemers te vinden zijn, en dat de Indonesiërs nog niet rijp zijn voor geothermale energie.

Er werd een informatiecentrum gebouwd. Het gebouw staat er maar werd nog nooit gebruikt.

Het zou moeten informatie geven aan jongeren zodat ze zich geroepen voelen om iets te studeren in deze richting.
De droom om een centrale te bouwen is nog helemaal geen realiteit, ze is er zelfs ver van.

Onderweg zien we een boer zijn paard staan wassen in de ondiepe rivier. Het dier moet waarschijnlijk dagelijks de koets trekken

En dan is er het Stenen Monument “Watu Pinawetengan”. Het is naar Indonesische normen, zeer goed aangeduid. Bij elke wegsplitsing staat er een bordje met de nog te rijden afstand.
We weten niet goed aan wat we ons mogen verwachten, ter plaatse zijn enkele schoolgroepen met jongeren van 16-18 jaar. Direct willen ze op de foto.

Pinawetengan is een dorpje waar zich een oude megaliet bevindt. Hier kwamen de 9 verschillende Minahasa stammen samen, men vermoed zo een 3000 jaar geleden. De steen werd pas in 1888 door een Nederlandse missionaris ontdekt.

het vermoeden van de leeftijd is gebaseerd op soortgelijke stenen gevonden in de Filipijnen, de noordelijke buur van Noord-Sulawesi. Daar is ergens een datering gebeurt

Op de steen zijn heel wat inkervingen te zien. Sommige ervan stellen mensen voor, andere een blad. Wat de betekenis ervan is weet niemand.

De Minahasa beschouwen de steen als een cultureel belangrijke plaats.

de belangrijkste steen ligt onder een dak. Buiten liggen nog enkele oude stenen. Doordat ze deels met wat mos of algen bedekt zijn, is reliëf nog moeilijk te herkennen

Wat verder naar het oosten is er een groter meer, in een oude vulkaankrater, Tondano meer.
Rond het meer zijn er heel wat rijstvelden.

hier is de rijst nog niet zo lang geleden uitgeplant

In het meer wordt vis gekweekt en waterspinazie. Volgens ons is er een probleem met de tropische waterhyacint, Crassipes.

de vissen welke in het meer gekweekt worden

visteelt en waterspinazie

Er zijn dicht bij de plaats Tondano aan de westelijke oever een aantal grote restaurants waar je gebakken vis met waterspinazie kan eten, een verplicht nummer voor elke toerist die met een gids in dit gebied rondtoert.

Ikan Bakar, gegrilde vis … hier zijn meerdere restaurants die hetzelfde serveren, bijlage is waterspinazie en een bord rijst

Ook hier zien we een vulkaan boven het landschap uitsteken.

Traditionele Minahasa huizen zijn gebouwd uit hout en staan op palen

Als laatste rijden we naar Waloan. Hier bevinden zich een aantal houtverwerkende bedrijven welke traditionele Minahasa huizen bouwen, helemaal uit hout. Wanneer de huizen klaar zijn worden ze weer in delen uit elkaar gehaald, vervoerd en op de grond van de koper weer in elkaar gestoken.

 hier worden huizen gebouwd door enkel gebruik te maken van een beitel en een hamer

en een zaag ….

 eerst het geraamte van het huis. Hiervoor worden dikke balken gebruikt. Hout wordt hier nog steeds bekomen door roofbouw, door bossen te plunderen

fijn en nauwkeurig werk

om een mooi versierde balustrade aan het terras van het huis te maken

een ploeg welke een huis in elkaar steekt

de muren hebben de dikte van een planchetje

het dak is steeds in aluminium golfplaten, enkel vastgemaakt aan het houten skelet. Elk huis heeft hier zeer veel openingen, het is hier toch steeds warm. Een groot dak is nodig tegen de soms hevige regen


Ten noordoosten van Tomohon bevindt zich de kleinste vulkaan, Mt Mahawu, een stratovulkaan welke in 1994 een uitbarsting kende.
De tocht naar de meer dan 1300m hoge top, Tomohon ligt al op de helft van de hoogte, gebeurt voor het grootste deel via een goed geasfalteerde, steile weg.

een nieuwe toegang ….

we hebben op enkele plaatsen langs de weg uitzicht op de omgeving. De vulkanen verder weg zitten in de wolken. Op de vruchtbare helling worden groenten geteeld

op de achtergrond is hier toch nog een andere vulkaan te zien


en het Tondano meer

Bij de parking is er niets of niemand, de gebouwen zien er alweer vervallen uit.

De vulkaan beklimmen is nu erg eenvoudig, er zijn144 trappen waarvan het vlak vrij schuin loopt. In het midden is er over de ganse lengte een handvat, op 8 plaatsen al onderbroken omdat de buis opgeroest en afgebroken is. Op 8 minuten zijn we boven.


de trappen met heel wat mos. Gelukkig niet nat en niet glad

de leuning en boven een bordje om de vuilnisbak te gebruiken. Deze werd echter al een hele tijd niet meer geledigd, dus rond de ton ligt het vol afval

het enige andere levende wezens dat we onderweg zien …

Boven is er nog een klein gebouw met een ladder, ook daar dreigt één van de verticale steunen binnenkort door te breken. Zowel beneden als boven in dit gebouw is er een mooi uitzicht in de krater

de krater van de kleine vulkaan. De laatste uitbarsting was in 1994

 beneden is er een klein meertje, het is nauwelijks te zien. De bodem van de krater lijkt op een uitgedroogd modderbad

er zijn sporen te zien van een afdaling in de krater, niet voor ons

Iets verder oostelijk, bij Airmadidi vinden we de oude Minahasa begraafplaats. Hier zijn een aantal graven te vinden., verzameld op de verschillende Minahasa begraafplaatsen.

enkele van de 114 graven welke hier verzameld zijn

Minahasa doden werden in hurkzit begraven, kwestie van sneller te kunnen opstaan in het hiernamaals. De graven zijn dus hoger dan normaal.

een graf bestaat uit een stenen kist, bovenaan open. Daar wrdt de dode in foetushouding in geplaatst. Dan komt daarboven een zeer zwaar deksel in de vorm van een dak, al dan niet gebeeldhouwd

hier is een man in kledij afgebeeld

in het midden op het dak is nog een hoofd te zien

door het beschimmelen en het vervuilen van de stenen zijn de figuren dikwijls moeilijk te zien

dikwijls zijn de figuurtjes naakt en in hurkhouding voorgesteld

dit is het hoogste graf

grotere figuren worden voorgesteld met benen zoals deze van een kikker

dit dak heeft de vorm van een vierkante toren met op elke zijde een figuur

De stenen graven zijn gebeeldhouwd en gebouwd in de vorm van een huis, een traditie die terug gaat vanaf 800 v.C. tot ongeveer 1600 n.C.. Afhankelijk van de rijkdom en de sociale status van de overledene was het graf eenvoudiger of meer luxueus.

een groot graf

De graven zijn allemaal leeggehaald. In het kleine museum naast de deur liggen wat kleinere gebruiksvoorwerpen. Aan de doden werden immers wapens (voor de man) en sieraden en huishoudgerei (voor een vrouw) meegegeven.

Een man vertelt ons dat de mooiste stukken in een museum in Manado te vinden zijn. Daar gaan we zeker eens langs

8. De natuur in het zuidoosten van Noord-Sulawesi

Via Bintung, een haven- en industriestadje aan de zuidoostelijke kust van Noord-Sumatra, bereiken we de oostkust in Batu Putih. Dit kleine dorpje ligt aan het einde van de weg, helemaal nieuw geasfalteerd en zeer goed te berijden.

Batu Putih lijkt ons het armste dorp te zijn welke we tijdens de voorbije 2 maanden hebben gezien.

omdat de mensen meestal voor hun huisjes zitten is het moeilijk om de grootste armoede te fotograferen

Er zijn wel 10 kerken, actief op in opbouw, in dit kleine vissersdorp te vinden!

bij de bouw of de vernieuwing van een kerk blijkt de imposante gevel en toren het meest belangrijke te zijn. Wie heeft hier de meeste macht en kan het meest geld inzamelen?

de Pinkstergemeenschap heeft blijkbaar erg weinig geld en leden ….

Het strand ligt vol met vissersboten. We zien een laag hokje van een man welke hier op het strand leeft. Zijn bezigheid: het zwarte vulkaanzand opscheppen met een kokosschelp en in een grote plastic zak gieten. Wat later zien we hem in het dorpje met zijn zakken.

de politieman die het strand controleert wil wel samen met zijn vriendinnetje op de foto

Het zwarte strand is enkel voor de lokale bevolking, het is helemaal net onderhouden, overal ligt er rommel.

het schiereiland op de achtergrond is het meest noordoostelijke van Sulawesi

een visser vertrekt, hopend op een goede vangst

een kleurrijk zicht al die vissersbootjes

Het dorp is de enige toegang tot het Tangkoko Nationaal Park, iets minder dan 9000 ha groot natuurgebied. Om dit natuurgebied te bezoeken hebben we een hele tijd geleden vanuit België nog, een goede gids vast gelegd.

bij de toegang tot het dorp staan er langs beide zijden van de weg welkomsborden waar de voornaamste fauna op is afgebeeld

we kijken ook even op de achterzijde van de borden waar goede reis wordt gewenst

Het guesthouse waar we verblijven bestaat bijna 1,5 jaar en is nog niet helemaal afgewerkt

We gaan de volgende twee dagen met Ateng, een lokale zeer goede gids,op zoek naar dieren en vogels in het gebied van het nationaal park. De man is geboren in het bos, zijn vader was ranger. Daarna werd de vader ranger in het grote nationaal park in Gorontalo. 12 jaar later tot zijn pensionering was de familie terug in Batu Putih. Ateng kent als geen ander dit (en andere) nationaal park. Ateng spreekt goed Engels en benoemt de vogels met hun Engelse benaming.

Er zijn meerdere gidsen, allemaal met één of meerdere blanken op stap, zij speuren niet rond, zij gaan enkel naar de hoogtepunten, daar wordt er dan gezeten en gekeken.

’s Morgens starten we om 6u, de eerste uren zijn er veel vogels actief.

hoog in een boom zit de Celebes Dwergsperwer (Accipiter nanus) een vrij kleine vogel, tot 25cm hoog. Hij is endemisch in Sulawesi (komt enkel hier voor)

Roetkopbulbuul (Pycnonotus aurigaster), tot 20cm hoog

de Blauwoor-ijsvogel (Cittura cyanotis cyanotis)  voedt zich met insecten. Ook deze vogel is endemisch

de Sulawesi Specht (Dendrocopos temminckii), maximaal 14cm hoog, is endemisch in Sulawesi. Dit is het wijfje

wijfje van de Blauw-kop-bos-ijsvogel (Actenoides monachus), 32 cm hoog. Endemisch en weinig voorkomend in Sulawesi. De vogel leeft in Tangkoko Nationaal Park

de Sulawesi-dwerg-ijsvogel (Ceyx fallax fallax) is slechts 12cm groot. Het is een vogeltje dat moeilijk te spotten is, bij het minste geluid vliegt het weg. Het voedt zich met insecten en kleine hagedissen. Deze dwegijsvogel is endemisch in Sulawesi en weinig voorkomend

een koppel Geelbuik-valkuil (Ninox ochracea), zeer met uitsterven bedreigd zit op een tak onder bladeren overdag te rusten

het mannetje van de Sulawesi Jaarvogel is 104cm groot. Deze vogel zien we op een tak van een boom, 25m hoog. Het wijfje legt 3 eieren in een hol in de stam van een boom. Dan maakt het mannetje dat hol dicht met allerlei materiaal, om zo het nageslacht te beschermen. 2 van de drie eieren worden verwaarloosd, één enkel wordt uitgebroed.

bij het dichtmaken van het hol laat het mannetje een opening, net voldoende groot om met zijn lange en zware bek het wijfje en nadien ook het jong te voederen. Wanneer het jong 3 manden oud is, gaat het hol weer open en het wijfje kan nu terug vrij. Zowel het mannetje als het wijfje komen regelmatig het jong voederen. Na nog eens 1,5 maanden later, vliegt het jong uit het nest.

het voedsel, welke het mannetje heeft verzameld, meestal fruit, soms ook kleine dieren, worden even bewaard achteraan in de keel. Nadat het wijfje of het jong iets gekregen hebben van het mannetje, moet hij de volgende brok vooraan in de snavel brengen, hier waarschijnlijk een vrucht

Soms wordt hetzelfde nest tijdens het volgende broedseizoen opnieuw gebruikt, op voorwaarde dat het veilig is. Het broedseizoen start in juni en eindigt begin november. We zijn dus nog net op tijd.

de Ficusbomen, reusachtig groot met plankwortels bevatten nog heel wat vijgen, voedsel voor vele dieren

een Vliegend Draakje (Draco volans). Natuurlijk vliegt deze agame niet, hij laat zich glijden in de lucht

De kleinste primaat ter wereld leeft in Tangkoko Nationaal Park, het Celebes Spookdiertje (Tarsius tarsier s.l.). Het diertje kan maximaal 15cm hoog worden en weegt 80g. Het is met uitsterven bedreigd. Het spookdiertje leeft ’s nachts, maar vlucht overdag uit zijn holletje in een boom als er onraad dreigt. Hij is voedsel voor grotere dieren en vogels. Hij voedt zich met insecten en vooral sprinkhanen

Primaten of Opperdieren is een groep van zoogdieren waartoe de halfapen, de apen en dus ook de mens toe behoren.

Er is nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek gebeurt naar het Spookdiertje. Er zouden 24 subspecies zijn, maar wetenschappers plaatsen nu enkele van deze subspecies in een ander genus.

de Kuifmakaak, Sulawesi-makaak of Zwarte Makaak is een apensoort welke enkel op Sulawesi voorkomt. Deze dieren leven in groepen tot wel 100 apen samen. Soms leven ze in bomen om zich te voeden, maar meestal komen ze op de grond voor. De groep heeft een territorium van wel 5 vierkante kilometer.

Daarom komt de Zwarte Makaak nog uitsluitend in en rond dit nationaal park voor. 

Dagelijks rijdt hier in het dorp een man op zijn motorfiets met een aanhangwagen rond. De aanhangwagen is een eenvoudige vorm van een kermismolentje. Wanneer de kindjes op een bepaalde plek rondgedraaid hebben, rijdt hij iets verder om de kindjes daar te bedienen. Blijkbaar een winstgevende activiteit, (groot)ouders kunnen het moeilijk weigeren. Ateng vertelt ons dat wanneer de man in het centrum zijn molentje laat draaien, er heel wat kindjes wenen, mensen welke het geld niet kunnen of willen geven.

Kort voor duisternis vertrekken we weer, nu naar een heuvel waar we uitzicht hebben op het nationaal park

Ateng laat het geluid van een lokale uil afspelen om de vogel sneller naar deze plek te laten komen en eerst komt er een andere vogel op het geluid af

de Bengaalse Spoorkoekoek (Centropus bengalensis sarasinorum), tot 42cm groot. Wanneer de vogel weg vliegt zien we zeer goed zijn bruine veren

Wat later horen we de uil naderbij komen. Het geluid wordt weer afgespeeld. Het is al donker, dus de vogel is moeilijk te zien. Maar met mijn sterke zaklamp is het zelfs mogelijk om een goede foto te maken

Sulawesi-dwerg-ooruil (Otus manadensis manadensis), tot 21cm groot, endemisch in Sulawesi

De volgende ochtend vertrekken we om 5u, iets later wordt het licht. We rijden naar een heuvel om van daar vogels weke hoog in de bomen leven, te kunnen spotten


Ateng neemt enkele stoelen mee om al zittend vogels te spotten.  Nogal statisch vindt ik, dus we lopen al snel rond

Soendakraai (Corvus enca celebensis), 45 cm groot. Het is de enige kraai in Sulawesi

 Haarkuifdrongo (Dicrurus hottentottus leucops), 31cm groot

Celebes-muskaatduif (Ducula forsteni), endemisch in Sulawesi. Men weet nog heel weinig van deze vogel

bovenaan het wijfje, ondaan het mannetje van de 40cm grote Sulawesi-specht (Mulleripicus fulvus). De vogels zitten op een boom ver weger 
Sulawesi-Malkoha (Phaenicophaeus calyorhynchus), 53 cm hoog. Zit even en vliegt dan weer weg. De vogel is endemisch in Sulawesi


op de achtergrond zien we een van beide vulkanen in dit gebied

een mooie vogel, 45cm groot, endemisch in Sulawesi. De Witte-muskaatduif (Ducula luctuosa)

Witkraagijsvogel (Todiramphus chloris)

het mannetje van de Zwartnekjufferduif (Ptilinopus melanospila), 27cm hoog, zagen we ook al op Togian

Roodkroontje (Loriculus stigmatus)  wijfjes hebben geen kroontje, endemisch op Sulawesi

bovenaan mannetje, onderaan wijfje van de Staalborst-honingzuiger (Nectarinia jugularis plateni)

Chinese Wielewaal (Oriolus chinensis celebensis), 27cm groot

de Roodstuitspreeuw (Scissirostrum dubium), 21 cm groot, zagen we ook in Malenge (Togian eiland)

De straat in Batu Putih eindigt abrupt enkele meter voorbij het guesthouse. We stappen even verder door de vuiligheid en komen bij de rivier. De rivier is de grens met het nationaal park.

in de ondiepe rivier lopen de varkens van de naburige bewoners

Aan de andere zijde van de weg, richting dorp, is het vandaag feest omdat één van de kerken 45 jaar bestaat

Tijdens de namiddag varen we met een bootje naar de mangroves. De tocht gaat eerst een eindje over zee, richting noorden.

 op zee liggen verschillende zelfgemaakte vlotten waar vissers hun netten zijn opgespannen

Dan varen we een rivier op, aan beide zijden voorzien van mangrove.

 bij het begin van de rivier liggen een aantal scheepswrakken. Hier en daar wonen nog mensen in de resten

een voorbeeld van de mangrove

wanneer we door de bomen bij de oever kijken zien we dat het mangrovegebied zich nog een heel eind landinwaarts voortzet.

Het is nu lage tij, het gebied staat min of meer droog. Als het waterpeil weer stijgt komt het ganse mangrovegebied onder water

speuren naar vogels, gaat moeilijk al zittend

Er zijn weinig vogels te zien, typisch iets voor Azië.

Mangrovereiger (Butorides striata javanica), 45cm groot, een vogel welke overal in de tropen voorkomt

De voornaamste vogel welke Ateng ons zeker wilde tonen is een zeldzamen endemische ijsvogel. Het dier komt in deze mangrove voor in een gebied dat slechts een paar honderd meter beslaat.

Grootsnavelijsvogel (Pelargopsis melanorhyncha melanoryncha), slechts 35cm hoog, maar met een enorme snavel

Hiermee eindigt ons bezoek aan het natuurgebied.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Bernadette en Wim Wat een prachtige tocht, en uitgebreide reportage. Bedankt dat we mogen meegenieten van jullie reis. Hoogtijd om weer eens in onze archieven te duiken ... Groetjes, en geniet ten volle! Geplaatst op 04 November 2017
Katrien dag Lou en Stephan alweer mee mogen genieten van jullie bijzondere ervaringen! wij genieten hier ook van een mooie herfstvakantie, fris maar zonovergoten op deze allerheiligendag. tot binnenkort! Katrien Geplaatst op 01 November 2017
Cecile Dag eilandvaarders Dolf zou ook omrijden ipv zo een kajuit op de ferry te nemen Wat is me dat daar met die kerkenbouw,arme mensen en radicaliseren ....wie betaalt die kerken? Minahasa zijn weeral raar exotisch volk , voor ons westerlingen toch,ook zo geïsoleerd op die eilanden Tangkoko NP met zijn endemische vogels in prachtige kleuren en zoogdieren moet een fantastische belevenis geweest zijn,ik leerde bij over het spookdiertje Wat er daar op de menu staat spreekt ons minder aan Veel Gr vanuit Flayosc Geplaatst op 29 Oktober 2017
Astrid Dag Lou, van vrijdag zijn we ook in Indonesië maar we komen jullie niet achterna! We zijn er maar één week, enkel op Java. Momenteel zijn we in Bandung waar Jan morgen een workshop geeft. Het verkeer is hier een hel! 5 uren hebben we erover gedaan om van Jakarta tot Bandung te rijden (195 km). Ons locale contacten zijn heel gastvrij en nemen ons mee op uitstap. Dinsdag vertrekken we met de trein naar Yogyakarta waar Jan weer een workshop geeft en we ook weer op uitstap genomen worden door een local. Daarna nog 1 dag Jakarta om dan zondagavond opnieuw huiswaarts te vliegen. Geniet nog van jullie trip! Geplaatst op 29 Oktober 2017
LucFanGaby Alweer een inspirerende reportage. Kijk al uit naar het volgend menu in de Koersveldlaan 7 in De Pinte: gefrituurde vleermuisvleugeltjes als amuze-boucheke, bitterballen van resp. hond en kat als hapje, gegrilde rat op een spiesje als eerste gang, 'n moot python gebraiseerd in koksvet met uuoflakke van de varkeskop op een bedje van vulkaangerookte pindanoten, gevolgd door een paar gemarineerde kikkers met ne bol vanilleijs als dessert. Ik kijk er al naar uit! Geplaatst op 29 Oktober 2017

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking