Reisverhaal «het oostelijk binnenland van West Maleisië»

Sri Lanka, Singapore en West Maleisië | Maleisië | 3 Reacties 13 April 2019 - Laatste Aanpassing 14 April 2019

13. het binnenland van West-Maleisië

Richting zuiden verlaten we de kust, we rijden naar Tasik Kenyir, het andere grote stuwmeer in het al even oude oerwoud (130 miljoen jaar oud).

het grote meer is op de kaart aangeduid

Ook hier is een deel van de jungle nog intact, maar de vele gebieden er rond, immens grote oppervlakten, hebben geen woud mee. In de plaats zijn oliepalmen geplant.

Oliepalmen produceren palmolie, een zeer veel gebruikte plantaardige olie in industriële bereidingen. Om oliepalmen te laten groeien moet er oerwoud, regenwoud en jungle wijke, helemaal niet OK voor het klimaat
Wil je iets meer er over lezen, dit is een tekst van het WWF https://wwf.be/nl/palmolie/

en nog extra en genuanceerde uitleg https://eostrace.be/artikelen/zo-kan-de-oliepalm-een-verrijker-van-de-landbouw-worden
palmolie in de voeding https://www.oxfamwereldwinkels.be/nl/de-mythe-van-duurzame-palmolie

Het meer is zo groot (260.000 ha of 2699 vierkante km) dat een dag varen je nog niet zo ver brengt. Gelukkig is er het een en het ander te bezoeken bij het noordoostelijk gedeelte van het Kenyir meer.
We kiezen ervoor om een boottocht te maken waarbij we een waterval, een vlindertuin en een kruidentuin zullen bezoeken

men kan een speedboot huren, zoals wij doen.  Hier kunnen tot 6 mensen een ruime plaats vinden.  Men betaalt per boot, en kan de kost nadien delen door het aantal deelnemers.  Nu vandaag, zondag, is het weekend voorbij, en zijn er geen andere toeristen ...

iedereen, ook de bootsman, is verplicht om een zwemvest te dragen

een andere manier om een (groter) deel van het meer te bezoeken is via een huisboot.  Huisboten worden door groepen of families gehuurd, nu zijn er vooral schoolgroepen.  Er zijn 20 bedden, er is een keuken, een eetzaal, ...Deze boten varen trager, maar meestal worden ze voor verschillende dagen en nachten gehuurd.  's Nachts moeten de boten bij de wal ergens aangemeerd liggen.  De goedkoopste, lees de oudste en minst comfortabele, meest uitgeleefde, kosten per dag-nacht 375€

meer moderne, nog beter onderhouden en van meer comfort voorziene huisboten kosten per dag 500€ (telkens voor 20 mensen)

wel erg eenvoudig gebouwd ....

een echt huis-boot

men kan ook een kano huren, kamperen tijdens de nacht, en op die manier gedurende een aantal dage, het meer verkennen.  Hier zien we een groep leerlingen van de internationale school op kanotocht

een sport voor vooral groepen jeugd ...

een van de vele eilanden in het meer.  Vroeger, voor 1985, was dit een gebied met heuvels en dalen.  De valleien zijn bij het onderwater zetten, opgevuld met water, de heuvels waarvan de top of een deel hoger ligt dan het waterpeil, zijn nu de eilanden.  

Omdat er wilde dieren, waaronder olifanten leefden in het gebied, heeft men, voor de niet-zwemmende dieren, zoals de olifanten, een reddingsoperatie op touw moeten zetten.  Dit betekent dat deze dieren van de eilanden weg gehaald werden (hou rekening met het gewicht en volume van een olifant) en in de jungle op het vaste land weer werden vrijgelaten

op vele plaatsen staan er wegwijzers, zodat mensen welke met een boot varen, hun weg terug vinden in het gebied

het gebied is jungle, hier en daar echter wordt een eiland voor een bepaald gebruik, bestemd, zoals een vlindereiland, een kruideneiland, ... .  Op andere plaatsen kan men kort wandelen naar bvb. een waterval

de kleur van het water is groen, deels te wijten aan de weerspiegeling van de vegetatie

hier en daar staan er dode bomen in het water.  Hier is het meer vrij ondiep en wordt er niet gevaren

achter elke bocht gaat het meer verder

Dit deel van het meer ligt ten noorden van een groot nationaal park. Om het inlands toerisme hier aan te trekken is een immens BTW-vrij winkelcomplex voorzien en een reusachtig groot waterpretpark.

de bouwwerken gaan door op het eiland.  Bovendien bouwt men een grote en brede brug naar het eiland zodat er veel mensen hier kunnen komen en blijven

er was een vrij dure lodge vlak naast het meer (huisjes op de foto te zien).  Maar dit sloeg niet aan, nu is de zaak al enkele jaren gesloten

De Lasir waterval ligt vrij kortbij de oever van het meer, nu het waterpeil hoog staat.  Maar in augustus, en later op het jaar, bij een lager waterpeil, moet men een heel stuk vroeger uit de boot en een wandeling maken langs een aangelegd junglepad , met boomstammen en trappen

eerst over wat gladde rotsen klimmen en dan een betonnen trap

Er is een hangbrug om van de ene naar de andere oever te gaan

het water valt op stenen, plets, kolkt, vliegt, verstuift, ....

een groep mensen, welke hier in de buurt met hun huisboot aangemeerd liggen, komen hun bad nemen in het gebied van de waterval

Bijna terug bij het startpunt van onze boottocht, ligt het Kruideneiland

*********

hier aan de overzijde ligt een vakantieverblijf uitsluitend toegankelijk voor mensen (en hun familie) welke bij de overheid werken....

Ons derde bezoek is aan het Vlindereiland

****

volgens de informatie welke we gelezen hebben, zouden hier wel 20 verschillende vlindersoorten voorkomen.  We hebben geteld en we komen aan 4 soorten, minder dan wat we hier in de natuur zien ...

De volgende dag  wandelen we ook naar de Sekayu waterval, waar we enkel het onderste gedeelte zien. De klim naar hogere watervallen is helemaal niet meer onderhouden.  Deze waterval ligt  niet aan het meer, maar in de jungle ten oosten ervan.  

Hier heeft men ooit ook een mooie infrastructuur gemaakt met wandelpaden, trappen, chalets voor overnachting, chalets waar mensen zich kunnen verkleden, uitzichtterrassen, ...  Het meeste ervan is kapot en niet meer bruikbaar.  Het pad en de trappen tot de onderste waterval is nog bruikbaar, maar verderop helemaal niet meer.  Waarschijnlijk wandelen er geen mensen meer verder.

één hangbrug kan nog gebruikt worden, hier rijkt het waterpeil bij een stortvloed niet meer tot de brug

toch nog een vogel te zien in Maleisië, de Smyrna-Ijsvogel (Halcyon smyrnensis)

de ijsvogel zit bij een vijvertje vol met waterlelies

de boom rechts op de foto is een originele meranti, hout dat vroeger werd gebruikt voor heel wat ramen en deuren in België

er zijn hier meer vlinders te zien dan gisteren in de vlindertuin

met de wandelstokken lukt dat allemaal nog best

de Dayallijster (Saxicoloides fulicatus) heeft geen problemen met mensen en verstopt zich niet achter bladeren

we komen bij de onderste waterval, niet erg hoog

het water net voor het in de waterval snel naar beneden stroomt

hogerop zien we eerder een bergbeek in een snel verval 

hier zien we dat de rotsen volledig glad geslepen zijn door het snelstromende water.  Nu staat het waterpeil laag, maar dikwijls, soms erg plots, kan het waterpeil zeer snel stijgen.  Heeft te maken met sterke regenval

wanneer het kolkende water een afgeronde steen doet ronddraaien in een kleine kom in de rots, wordt er een mooie cirkelvormige uitsparing gevormd, zoals er hier enkele te zien zijn

hier is de cirkelvorm maar gedeeltelijk, de rest is weg geschuurd of weggeslagen door de enorme kracht van het water, dag in dag uit ....

het snelstromende water is hier nog erg helder

hogerop nog wordt het water deels opgevangen en in leidingen naar de huisjes beneden geleid.  Hier wordt het water als drinkwater gebruikt, zou OK zijn voor de lokale mensen

de vegetatie hier is weelderig

naast loofbomen zijn er ook heel wat soorten palmen

in tegenstelling tot de duizendpoten, zijn miljoenpoten, zoals deze, onschadelijk

zelden is er wat kleur te zien tussen al het groen

een klein vogeltje, misschien de Geelborsttimalia (Mixornis gularis chersonesophilus)

Kort nadat we de wandeling beëindigen begint het hier weer erg te regenen.  We zijn immers weer in de buurt van bergen.  De regenbui duurt kort, maar is hevig.

Kuantan ligt dan weer aan de oostkust van het Maleisische schiereiland, 200 km verwijderd van onze overnachtingsplaats aan het meer

Het uitzicht voor het grootste deel van de tijd onderweg zijn oliepalmplantages

Kuantan op de kaart

De oorsprong van de stad is niet bekend, nu leven hier in de havenstad meer dan 600.000 inwoners. We maken een wandeling, het markantste bouwwerk van de stad is de Sultan Ahmad Shah-moskee.

Ook niet-moslims kunnen de moskee bezoeken, mits aangepaste kledij en niet op vrijdagvoormiddag, de moskee vervangt een voorgaande, erg futuristisch maar met stabiliteitsproblemen. De huidige moskee is Arabisch geïnspireerd en gebouwd in 1994.

broek uit Sri Lanka, sjaal uit Bali en bloeze uit België.  Ik val hier helemaal niet uit de toon

we kregen de instructie om niet op het tapijt te lopen.  Daar zagen en hoorden we verscheidene mannen liggen slapen

de moskee is in de kleuren wit en blauw

Dichtbij is het hooggerechtshof, in een koloniale bouw.  Er zijn echter verscheidene bijgebouwen die helemaal niet koloniaal zijn

het achterste gebouw doet ons denken aan het gebouw van de scheikunde in de Ledeganckstraat.  Nooit degelijk gebouwd, nooit goed geïsoleerd

en iets verder , ook in een koloniaal gebouw, bevindt zich het Pahang Art Museum. 

het gebouw aan de voorzijde

de toegang, een doorlopende gang met aan beide zijden een poort, is langs de zijkant van het gebouw 

de centrale hall

metalen draaitrappen naar de zolderverdieping

in een van de kamers staan deze meubelen

We komen er toe om 12u30.  Een man vertelt ons dat het pas om 14u weer open gaat.  Maar waarschijnlijk kan hij aan onze gezichten afleiden dat dit niet is wat we verwachten.  Dus zegt hij 'OK, ik open het voor jullie'.  Hij ontsteekt de lichten in alle kamers speciaal voor ons.  Overigens is het museum gratis

enkele lokale, vroegere hoofddeksels zijn tentoongesteld

met bijhorend schilderij

een aantal batik stempels (om stof te bedrukken,zoals we nog gezien hebben op Bali en Java)

er is een aantal schilderijen, sommigen zonder naambordje

foto's over de dag van de onafhankelijkheid (september 1963) van Engeland

keramiek van Mohd Roslan Ahmad, de stukken hebben allemaal ergens een knik of zijn 'uitgelopen'

sommige stukken staan in een gesloten vaatkast

bij andere is de kast geopend

veel stukken zijn privé eigendom en staan hier nu samen tentoon gesteld

er zijn 2 schilderijen met Arabische tekens

er zijn enkele kamers met werken van Radzuan, ze zijn te koop.  Deze voor 1700€.  De afmeting is 192 cm x 152,5 cm

dit doek van Abdul Rahoof, net als enkele andere werken, zijn ook te koop.  Kostprijs voor dit is 1500€, afmetingen 91,5 x 91,5 cm

enkele opvallende werken van Syarifah Kirana Syed Ghazali.  Deze vrouw werkt als mode-ontwerpster sinds 1990.  Zij geldt al een pionier in Maleisië om traditioneel en hedendaags te combineren.  Ze werkt in deze staat, waar we nu verblijven, Pahang

nog 2 werken van dezelfde kunstenares

Terug op straat zien we wat verder dit bord

wat betekent het woord OKU in het Engels?  Even opzoeken, het blijkt een Maleisisch letterwoord te zijn 
'
Orang Kurang Upaya', wat betekent' persoon met een beperking'.  Weer iets bijgeleerd

hier is nog meer werk voor de boeg voor de klimaat- en milieumensen 'voor de toekomst van onze kinderen AFVAL SCHEIDEN'

Een eindje verder, buiten het stadscentrum, bevindt zich de Sri Mariamman-tempel, een van de weinige hindu tempels aan de oostkust.

de naam van de tempel is vermeld in het Maleis (geschreven in onze letters) en in het Hindu of Tamil

kleurrijke keramiek

een toren vol met goden, godinnen, dieren en andere figuren

het lijkt wel een decor voor een poppenkast ...

en een kar om in de processie mee te nemen.  Doet me denken aan de processies toen wij kind waren ....
Dit vertoon is van overal en van alle tijden ...

voorstellingen als beeld of als schilderij, alles wordt vrij goed onderhouden ...

Verder maken we een wandeling langs de rivier

Kuantan ligt aan een brede rivier niet ver van de monding in de Zuid-Chinese Zee

idyllisch zou je denken .... ware het niet dat de rivier een open riool is voor al het afvalwater van de stad met meer dan 600.000 mensen.  Dus even adem ingehouden om de foto te maken ....

men is hier bezig met een heuse promenade te maken met banken, speelruimte, eetgelegenheden, en een grote uitkijktoren.  Volgens ons zal je dan wel een goede en stevige neusknijper nodig hebben om het bezoek aan de esplanade te overleven ....

Op 40 km van de stad, in Sungai Lembing, is de grootste tinmijn van Maleisië te vinden. Tussen 1882 en 1986 was hier de grootste onderaardse tinmijn ter wereld. Het tunnelsysteem was 322 km langen ging tot een diepte van 690m. Hier komen vooral in het weekend mensen om het een en het ander te bezoeken.

We rijden eerst naar het bezoekgedeelte van de tinmijn. 

poppen maken het geheel wat levendig

enkele oude en verroeste wagonnetjes

Elke bezoeker die hier aankomt, betaalt toegang en wordt dan met een oud treintje naar de mijn vervoerd.  Dit is eerder voor de fun dan uit noodzaak, aan het einde van het bezoek immers, stappen we gewoon buiten.

de uitgang van de mijn

de locomotief bestuurder.  Ooit werden mijnwerkers op verschillende diepten horizontaal met dergelijke wagonnetjes vervoerd

Het bezoek aan de mijn is niet echt geleid, we kunnen vrij rondwandelen en de info-borden lezen.

deze man begeleidt ons wat betekent dat hij op enkele plaatsen stopt en zegt waar we verder kunnen wandelen

de geschiedenis in het kort.  Bij de start was het gebied hier jungle en geïsoleerd van eender welk bewoonbaar gebied.  Een van de belangrijke zaken was de installatie van pompen omdat het gebied en de mijn onderhevig was aan overstromingen.Nadat de mijn sloot, werd er nog illegaal verder geëxploiteerd.  We zien dat later in de mijn

wij wandelen door een gang waar vroeger een spoorlijn liep

op deze gang komen lage mijnschachten uit

Tinaders strekken zich uit in alle richtingen van de ruimte (in de grond) en de diepte.  Tijdens de ontginningen ontstonden hierdoor 14 verschillende mijnen elk met een verschillend gehalte aan tinerts.  Naast tin was er ook koper (in grotere hoeveelheden), ijzer, arseensulfide, lood en zink aanwezig.  Al deze mineralen in een te kleine concentratie om economisch rendabel uit te baten.

In de 19de en 20ste eeuw was de vraag naar tin erg groot, den maar aan de blikken waar voeding in werd bewaard.  Ook nu nog wordt tin gebruikt zei het in veel kleinere hoeveelheden, denk maar aan de Ipad van Apple waar er 700 gesoldeerde punten aanwezig zijn met in totaal 1 tot 3 g tin.

deze grote mijnkamer ligt heel gemakkelijk bereikbaar. Kort na de sluiting van de mijn (1986) , in 1987 kwamen  hier 20 voormalige mijnwerkers illegaal tijdens de nacht werken (zo vermoedt men).  Per nacht hadden ze een opbrengst van 2000 tot 3000 Ringgit (500 tot 750€).  Wanneer men dat bedrag vermenigvuldigt met het aantal nachten dat hier werd gewerkt, heeft deze ruimte hen 1 miljoen ringgit (250.000€) opgebracht.  Men vermoedt dat de mannen het gesteente mee namen naar huis om het daar fijn te maken en het tinerts op de zwarte markt te verkopen.  Er werd gewerkt tot het hier te gevaarlijk werd.... .

de mijnschachten en het erts werden met hamer en beitel uitgehouwen.  De stenen werden dan uit de schacht, ook al manueel, verwijderd en op een treinwagentje geladen.  Dat wagentje werd manueel verder geduwd door de mijnwerkers

 WO I bracht een gouden tijd bij de mijn.  Vele wapens werden van tin gemaakt, de vraag was zeer grott, de prijs steeg.

Tijdens WO II, in 1941,  kwamen de Japanners hier.  Het hoofd van de mijn liet alle schachten onder water zetten, alle materiaal vernielen en alle, nog niet verkocht erts in de diepste schacht deponeren.  Alles wat in de winkels te koop was werd uitgedeeld aan de mijnwerkers.  De Japanners vonden niets meer om te vernielen.  Zij namen wel hun intrek in het huis van de manager.
Vanaf november 1945 werd er hard gewerkt op verschillende plaatsen om alles terug te herstellen.  Hierbij werd 7.720.000 ton water verwijderd, wat voldoende zou zijn om 8.744 olympische zwembaden te vullen!

Er was een vertikale schacht om de mijnwerkers in een soort kooi naar beneden, of naar boven te brengen.  

model van de mijn met één schacht.  horizontaal zijn de gangen te zien op verschillende niveau's.  Het hoogteverschil tussen niveau's was minstens 30m.  Er waren uiteindelijk 24 niveau's, de onderste bijna 700 m diep.  Hier was het zo warm dat er enkel met een soort airco kon worden gewerkt

In zo een kooi was er plaats voor 8 mannen. 

een grote robuste bel (model fietsbel) werd gebruikt als communicatiemiddel tussen de verdiepingen, de schacht, de kooi en de man welke boven de kooi bediende.  Volgens een codesysteem, wist de bestuurder van de kooi dan van welke verdieping naar welke verdieping de kooi moest gaan, of er mensen of goederen werden vervoerd, of er en noodgeval was of het over een normaal vervoer ging.  Viel de kooi stil door een panne, dan moest er gewacht worden tot de zaak hersteld was

treintje dat materiaal, soms ook mensen, tussen de verschillende niveaus vervoerde

Uiteindelijk produceerde de mijn in zijn meer dan 100 jaar bestaan, 13 miljoen ton tinerts wat overeenkomt met 150.000 ton puur tin.  In Sungai Lembing leefden in die periode meer dan 10.000 mensen.

De eigenaars van de mijn, Britse kolonisten, exploiteerden de mijn gedurende meer dan 100 jaar.  De mijnwerkers kwamen uit China.  Op het einde van de 19de eeuw, begin 20ste eeuw was het leven in China zeer hard: te weinig voedsel, geen werk, geen economische vooruitzichten.  Een job in de mijn trok aan.  Ook hier was het leven hard. 
Heel snel werden vele mijnwerkers ziek aan beri-beri (tekort aan vitamine B1, hier door het eten van gepelde rijst.  Later , nadat men had ontdekt waardoor het gebrek werd veroorzaakt,werd aan de rijst vitamine B1 toegevoegd.  Bij ongepelde rijst zit er nog vitamine B1 in de pel.  Beri-beri uit zich in neurologische aandoeningen en hartziekten) en darmziekten.
De Engelse compagnie zorgde al snel voor gezonder voedsel, ziekenhuizen, scholen en andere sociale maatregelen.

een moskee voor de mohammedanen

en een Chinese tempel hoorden ook tot de maatregelen voor het welzijn van de mijnwerkers

Al snel kwam hier ook elektriciteit.  De inwoners kregen ook taksvrije winkels waardoor hun welstand steeg

Naast mijnwerkers werden ook andere mensen aangetrokken.  Hierdoor groeide Sungai Lembing tot een grote stad met veel inwoners.

Toen in de jaren 1980 een economische recessie zorgde voor een sterkt dalende vraag naar tin, leed het Engels concern zo sterke verliezen, dat ze de mijnbouw moesten beëindigen.  
Tegenspoed kwam in de stad, jongere mensen trokken weg.  Enkel de oude mensen bleven nog, het stadje geraakte in verval.
De staat nam de mijn over.  Sinds 2003 is ze open voor toerisme.  Naast het museum, een wandeling naar een heuveltop, een waterdal op 40 km afstand, ... worden Maleise toeristen aangetrokken.  Elk weekend zorgen deze voor inkomen van de lokale handel, hotels en andere verblijven, eetgelegenheden, ... .  Het stadje herleeft voor een deel

In het voormalige woonhuis van de manager van de mijnbouw, is nu een museum, dat handelt over de tinmijnen, ondergebracht

kennelijk zijn de elektriciteitsdraden het enige wat hier vernieuwd is

een gezellige zitruimte met goede zetels.  Hier kunnen we een film over de geschiedenis van de mijn bekijken met getuigenissen van mensen welke bij de mijn werkten en nog in leven zijn

heel veel hout

de Engelsen hadden hier een herenleven met allerlei clubs voor sport en vrije tijdsbesteding

en ze waren niet met weinigen ...

Slaapkamer van de CEO van het mijnbedrijf.   De sultan van Pahang was de mijn en alles daarrond zeer gunstig gestemd.  Hij kwam regelmatig op bezoek, dit was dan zijn slaapkamer.  

naast het bad dat er normaal uitziet, hier het zeer lage toilet dat ook door de sultan bij zijn bezoek gebruikt werd

deze sultan heerste van 1882 tot 1914 en trok buitenlandse investeringen aan in Pahang

portret van de sultan welke regeerde van 1942 tot 1973.  De man stond dicht bij het volk en zorgde voor een sterke vooruitgang tijdens zijn periode.  Hij kwam ook regelmatig op bezoek naar de mijn

Naast tin komen nog een aantal andere metaalertsen voor.  

graniet waar tin(IV)oxide in voorkomt, hier tot meer dan 77% in sommige aders.  Cassiteriet is de naam van het gekristalliseerde tindioxide

gezuiverd tin.  Om het metaal tin vrij te krijgen uit zijn erts moet het gesteente gesmolten worden

het zuivere tin, gesmolten en in een vorm gegoten

Chalcopyriet (koper-ijzer-sulfide CuFeS2),  arsenopyriet (ijzer-arseensulfide FeAsS), galeniet (loodsulfide PbS), sfaleriet (vnl zinksulfide ZnS, maar ook cadmium en ijzer), cobaltiet (cobalt-arseen-sulfide CoAsS) en mangaanertsen komen hier veelvuldig voor.  Deze ertsen en zuivere metalen zijn echter meestal in té kleine concentraties aanwezig om met winst te kunnen uitzuiveren.  Wetenschappelijk onderzoek in de regio (bodem, rivier) heeft aangetoond dat er een te grote concentratie aan lood en aan chroom aanwezig is, wat dus zorgt voor schadelijke effecten (https://www.researchgate.net/publication/279593033_Risk_assessment_at_abandoned_tin_mine_in_Sungai_Lembing_Pahang_Malaysia). Dit fenomeen wordt hier in alle talen verzwegen.  Wie niet weet, niet deert .....

In het museum bevindt zich een kaart waar alle metalen welke te vinden zijn in de staat Pahang zijn aangeduid (oppervlakte 35.804 vierkante km, dus groter dan België)

alle zware metalen worden in Pahang in de ondergrond aangetroffen

een kaart waar enkel de goudvoorraden op zijn aangeduid

naast de metalen zijn er ook sporen van de radio-actieve elementen thorium en uranium aangetroffen en van zeldzame elementen uit de lanthaniden- en actiniden-groep

In Sungai Lemning woonden in de periode van de tinmijnen meer dan 10.000 mensen.  Het stadje, nu een slapend dorp, heeft nog heel wat gebouwen uit die tijd.  We wandelen er een tijdje rond.

er is een goed onderhouden grote weide, waar o.a. voetbal gespeeld wordt.  Hier zal begin juli 2019 ook de aankomst (en vertrek) plaats vinden van een marathon -lopen in deze hitte wordt helemaal afgeraden ....

in het dorp staat een tiental van deze grote bomen.  Ze vormen een middenberm in de hoofdstraat

de meeste huizen zijn in hout opgetrokken

het dorpje wordt wel eens vergeleken met een Far West nederzetting, dus beter hier Far East ...

hout en (verroeste) metalen golfplaten geven hier een bepaalde sfeer aan het dorp

geen rijkdom meer in dit eens zo welvarend dorpje

stille getuigen van een beter verleden ....

de taal vertelt ons uit welk land de inwoners ooit kwamen

lang geleden waren deze auto's nieuw ...

gelukkig zijn er hier en daar mensen waar het toch beter bij gaat.  Hun huizen zijn nieuw of gerestaureerd

en hier de rivier, die een belangrijke rol speelt voor het dorp, soms ongevraagd tijdens grote overstromingen

richting stroomopwaarts

Op de terugweg naar Kuantan bemerken we een 350 m hoge alleenstaande rots.  Nieuwsgierig wat de aangeduide grot  zou zijn, slaan we het straatje er naartoe, in.

De weg voert ons langs grote oliepalmplantages

links en rechts van de weg

onder de palmen groeit er enkel gras.  Hier komen koeien grazen ...

rijen en rijen oliepalmen

we kruisen enkele tractors die een aanhangwagen trekken beladen met trossen oliepalmpitten.  Uit deze vruchten wordt de palmolie uitgeperst, een niet zo gezonde soort vet omdat het een groot aandeel verzadigde vetzuren bevat (palmolie en kokosvet zijn niet aan te bevelen plantaardige vetten)

de rots, eenzaam in het oliepalmlandschap

wanneer we bij de rots komen zien we dat het gesteente toch niet zo solide blijkt te zijn

een grot, dat betekent kalksteen.  Dus begrijpelijk dat ze hier en daar in brokstukken uit elkaar valt.  Regenwater lost immers de kalk langzaam maar zeker op (maar zeker langzaam)

 Makaken leven hier in grote groepen

van boven zien we dat , voorbij de oliepalmen, er nog zo een rots in het landschap staat

bij het binnen komen van de grot zien we dat ze enorm uitgebreid is zowel in de diepte als in de hoogte

de grot is voorzien op massa-toerisme.  Er ligt een breed pad helemaal in beton

dit is geen mooie druipsteengrot

op een zeldzame stalactiet na

een beetje groot formaat ....

in een zijgang hangen vleermuizen aan het plafond

de pelgrims komen naar hier om beelden te vereren zoals deze liggende boeddha van 9 m lang

en voor de verering van enkele stalagmieten die aanzien worden als het geslachtsorgaan van de god Shiva


Vanuit Kuantan, aan de oostkust, steken we opnieuw het schiereiland over, nu in westelijke richting. We stoppen nog wel bij het grote nationaal park Taman Negara.

Taman Negara is de groene vlek op de kaart

Dit park heeft een ouderdom van 130 miljoen jaar. Maleisië ligt helemaal niet in een tectonisch gebied, er heersten weinig klimaatschommelingen, de evolutie gebeurde er spontaan en werd niet onderbroken door een of ander natuurverschijnsel.

Eerst hebben we 100 km snelweg, daarna is er een gewone weg, pal richting noorden. 

overal zien we dat de oliepalmvruchten rijp zijn en geoogst worden.  De opbrengst met ha is de grootste van alle oliegewassen.  In feite komt de palm uit West-Afrika en werd in 1870 in Maleisië aangeplant als sierpalm

in 1917 werd de eerste kleine plantage in Maleisië een feit en de palmolie-industrie startte op. In de jaren 1960 startte de overheid met een landbouwplan om de afhankelijkheid van tin en rubber te verminderen. Daarbij werd aan arme, landloze boeren de mogelijkheid gegeven om zelf een bedrijf te beginnen waardoor de armoede terug gedreven werd.

elke tros vruchten weegt tussen de 10 en 25 kg, er komen tussen 1000 en 3000 vruchten per bundel voor.  Rijpe vruchten hebben een oranje kleur, onrijpe een paarse

Eind 2018 was er in het totaal 4,49 miljoen ha oliepalmplantage op Maleisië (1,5 maal de oppervlakte van België), goed voor een productie van 17,73 miljoen ton palmolie.  Hiermee is de oliepalm het gewas dat de hoogste opbrengst aan olie heeft van alle gewassen op aarde, nl. 0,26  ha voor 1 ton palmolie (voor soja-olie zou er een 10x zo grote oppervlakte nodig zijn, voor zonnebloem- en raapzaadolie een 6x zo grote oppervlakte (http://www.mpoc.org.my/The_Oil_Palm_Tree.aspx).  De palmolie is dus een goedkoper product voor de westerse industrie dan andere oliesoorten.
En zoals overal, de winst is het belangrijkste.  De koekjes, cakes, chocolade-, ... industrieën gebruiken allemaal deze goedkopere, maar meer ongezonde palmolie.  Kijk maar eens de samenstelling na op verpakkingen ....

er zijn veel vrachtwagens nodig om de trossen naar de fabriek te brengen

Je zou denken dat naarmate we dichter bij het nationaal park komen, de natuur meer en meer jungle zou zijn. Maar dat is helemaal niet zo in Maleisië. We komen eerst langs een enorm grote houtzagerij waar massa’s boomstammen liggen te wachten op verwerking. Het zijn dikke en grote stammen.

Bij het begin van de 50 km lange weg die naar het nationaal park leidt, ligt het dorp Jerantut. Hier bevinden zich verschillende houtverwerkingsbedrijven, enkelen hebben een Chinese naam.

Deze bedrijven vellen de bomen in het (oer)woud, vervoeren de stammen naar hun bedrijf, stapelen daar de bomen op

Afhankelijk van de houtsoort en de kwaliteit, wordt het hout op verschillende manieren verwerkt. Voor het beste hout  is er de houtzagerij waar het hout gezaagd wordt in balken, planken, …

Daarnaast wordt er ook multiplex gemaakt, vezelplaat, houtpulp voor de papierindustrie, …

Enkele jaren geleden heeft het WWF met de steun van Europa, een onderzoek gedaan om de ganse houtindustrie, vanaf het kappen van de bomen, tot de export, in Maleisië in kaart te brengen. Echter de meeste industrieën weigerden hun medewerking, zodat het rapport maar een deel van het geheel heeft kunnen voorstellen. Geen enkel bedrijf dat houtpulp maakt heeft zijn medewerking verleend.

60% van het hout wordt in Maleisië verwerkt tot eindproduct, waarbij de meubelindustrie een belangrijk deel van het hout verwerkt. Het grootste deel van deze meubels is voor de Aziatische markt
In 2018 waren de grootste invoerders van Maleis hout de Zuidoost- Aziatische landen, Oceanië (Australië en Nieuw Zeeland) en India (jaarlijks stijgt de vraag naar Maleis hout sterk vanuit India). België voerde in 2017 voor bijna 34 miljoen US$ aan hout(producten), afkomstig uit Maleisië, in

Een eind verder zien we boomaanplantingen, we zagen plantingen de gerooide bomen moeten vervangen). Na wat opzoekwerk blijken deze aanplantingen rubberplantags te zijn.

De exportwaarde van het rubber zou dit jaar deze van de palmolie evenaren

Maleisië behoort tot de top van de wereld ivm de productie van rubber en palmolie (voor dat laatste staat Indonesië op nr 1. Rubber uit Maleisië wordt vooral ingevoerd in China, de VS, Japan, Indonesië en Singapore. België voerde voor iets meer dan 75 miljoen dollar aan rubber(producten) in

Voor palmolie uit Maleisië zijn de grootste importlanden India, Pakistan, China, Nederland, Japan. En België? Van de meer dan 16,5 miljard ton palmolie die in 2017 werd uitgevoerd uit Maleisië, voerde België iets meer dan 7.000 ton in.

Wil je meer weten over de Belgische import van Maleise producten in 2017, dan vind je die op https://tradingeconomics.com/malaysia/exports/belgium

Verderop langs de weg naar het nationaal park komen we 9 of 10 grote opleggers tegen, volgeladen met dezelfde dikke boomstammen

twee van deze vrachtwagens.  Nog steeds wordt er dus kwaliteitsvol tropisch hout  op de markt gebracht, uit niet-ecologische productie (dit betekent dat er geen nieuwe bomen van hetzelfde type worden aangeplant)

Op één plaats zien we dat het oerwoud gerooid wordt, hier vertrekken vrachtwagens met de boomstammen.
Nog wat noordelijker komen we langs een gebied dat helemaal gerooid is, er erg kaal uitziet en waar nu kleine oliepalmen zijn aangeplant

in de tussentijd (de tijd tussen het rooien van de tropische bomen en het moment dat de oliepalmen groot genoeg zijn) spoelt er heel wat vruchtbare grond weg.  Gedurende enkele jaren wordt er bovendien weinig CO2 verbruikt, een negatief punt op het vlak van het klimaat.  

Wanneer de bomen na 20-30 jaar gerooid worden, worden ze verbrand, weer productie van CO2.  De Greta's en Anuna's van deze wereld hebben nog heel wat werk voor de boeg ..... .  Ondertussen echter groeit de welstand voor de boeren, ze zijn uit de put van de armoede geraakt .... .  Allemaal heel complex ....

Het oerwoud wordt gerooid tot tegen het nationaal park, daar is enkel nog 4000 km2 natuur over. Zo een gebied is te klein voor de grote, wilde dieren om er voldoende voedsel te vinden, zich te kunnen voortplanten, voldoende diversiteit in de genen te kunnen houden. Natuurlijk zie je hier geen wilde dieren meer, evenmin als vogels ….

Bijna bij het laatste dorp voor het natuurgebied is men verwoed bezig met gebouwen te zetten. Ook hier wil men de lokale bevolking attracties geven zodat ze hun weekend hier komen doorbrengen, wat dan weer de lokale economie ten goede komt  .....

We hebben hier een eenvoudige homestay. Er zijn immers weinig goede accomodatiemogelijkheden

We laden de bagage uit , verkleden ons en we trekken er op uit. Stephan had gelezen dat er bloedzuigers voorkwamen en muggen, dus tropenhemd (heel dicht geweven zodat er geen UV stralen door kunnen komen naar de huid, dus héél weinig ademend) aan en lange broek, bottines voor de junglepaden …

Het nationaal park ligt aan de overkant van de rivier, eerst een minuutje overvaren met een bootje (0,25€ per persoon per richting).

de kledij is niet aangepast aan de temperatuur

de overtocht duurt slechts enkele minuten

Iedere nieuwe aangekomene moet naar het kantoor van het nationaal park om er een ‘permit’ te kopen (ook al 0,25€ per persoon voor de ganse duur van het verblijf), en een ‘permit om het fototoestel te gebruiken’ (1,25€ per toestel)

We zien heel wat mensen terug keren uit het park met short aan, gewone T-shirt. De dame die permits verkoopt vertelt dat de bloedzuigers niet zo veel voorkomen.
We sloven de mouwen van ons tropenhemd op, en ritsen onze broeken af tot shorts….. dat scheelt al vele ml zweet ….

al iets meer aangepaste kledij

Er is een kaart aanwezig waarop de wandelingen en de trektochten zijn weergegeven. 

De wandelingen kan men zonder gids maken, ze duren hoogstens een dag (heen en terug). De trektochten mag men enkel met gids maken, de langste is 53 km (enkel) en duurt 7 tot 9 dagen (heen en terug) met overnachting in kampen (stel je daar niets romantisch bij voor, gewoon de slaapzak op een grondplastiek, wassen in de rivier, alle drinkwater voor zeker 24u meenemen, …). Enkel geschikt voor jonge, sterke mensen die in deze hitte uren en uren kunnen stappen en hun rugzak nog dragen).
Kostprijs voor de gids is 375€, voor maximaal 12 deelnemers en 7 dagen stappen. Heb je meer tijd nodig, dan betaal je voor elke extra dag nog 40€, spotgoedkoop dus

Wij maken een korte wandeling, bijna helemaal op een kunststof-balken-pad. Hier en daar is er wel al wat kapot, enkele meter ontbreken al, maar toch nog goed begaanbaar.

dit tropisch regenwoud is niet erg dicht begroeid op deze plaats

hier zijn nog de enige overgebleven boomsoorten te zien, dikwijls dikke bomen

Deze wandeling eindigt bij de rivier waar kan gezwommen worden

het water is helder maar bruin, waarschijnlijk te wijten aan de grote hoeveelheden humus

Rustig genieten van de natuurgeluiden? Nee helemaal niet. Op de rivier varen met groot lawaai motorboten met 2 tot 4 mensen in.

Onderweg zien we borden ‘luister naar mijn woorden, kijk niet naar de praktijk’ , het beetje natuur dat hier nog rest wordt ook uitgebuit

Bij het water blijven we een korte tijd in een schuilhut, hopend dat er toch een vogel te zien is

Bruinstuitspecht (Meiglyptes tristis)

Dayallijster

De volgende dag maken we een grotere wandeling, een waar de mogelijkheden groter zijn om vogels te zien.  We vertrekken daarom ook vroeger in de ochtend.  We horen regelmatig wel hier of daar een vogel, het aantal is echter beperkt

Roodstaartmuistimalia (Trichastoma abbotti)

bij een klein moddergebied komt deze IJsvogel voor, geen Nederlandse naam (Ceyx rufidorsa)

deze plant, misschien een varen, misschien niet, kaatst blauw licht terug in de volle zonneschijn

de wandeling vandaag gaat veel meer op en neer, het plankenpad volgt de helling

af en toe zijn de planken weg, hier omdat er een boom over gevallen is

en dan plots zijn de planken verdwenen en volgen we een bospad, eerder dan een junglepad  

daar waar de helling steil is, zijn het de boomwortels en de lianen die de helling nog wat vasthouden, het zand is weggespoeld.  Het pad wordt moeilijker en na een tijdje keren we terug

Later starten we een tweede wandeling langs de andere zijde, ook daar is het sterk klimmen en dalen.  Na 5 u wandelen bij een temperatuur van een stuk meer dan 30°C en een zeer hoge luchtvochtigheid (lees sauna-situaties) houden we het voor bekeken.  We hebben een heel klein stukje van het natuurgebied bewandeld

de 'stammen' zijn dikwijls geen boomstammen maar wel lianen, die tot 200 m lang kunnen worden.  Lianen hangen dikwijls over het pad.  Voor we ze met de hand vast nemen moeten we wel goed kijken, vele lianen zijn immers mieren-snelwegen met mieren van meer dan 1 cm lang ...

deze boom (Tetrameles nudiflora) heeft een enorm wortelstelsel waardoor de grond wordt vastgehouden en erosie wordt tegen gegaan.  Deze boom kan tot 45m hoog worden en een omtrek van 10m hebben.  Deze boom is bladverliezend, in tegenstelling tot vele andere tropische boomsoorten.  De boom komt in gans Zuidoost-Azië voor vanaf India tot het noordoosten van Australië.   Het is deze boomsoort welke bvb in Cambodja over en door de ruïnes van de tempels van Angkor Wat groeien

de rivier welke de grens vormt met het nationaal park.  Het regenseizoen gaat vanaf de maand november tot en met februari.  Dan is alles gesloten omdat het waterpeil heel wat hoger staat.  Deze foto is genomen vanaf de zijde van het nationaal park, de overzijde is het dorp waar de meeste mensen gelogeerd zijn.  Daar staan enkele meters die het waterpeil aanduiden tijdens de winters in de jaren 1960 en begin 1970.  Het hoogste waterpeil was toen 7,8m hoger dun wat het nu is.  Een deel van het park stond toen ook onder water

Terug bij de weg naar Kuala Lumpur is het niet ver naar Kuala Gandah, waar het Nationaal Olifant Bescherm Centrum is. Het ligt aan de rand van een gebied waar andere wilde dieren beschermd worden en dat slecht toegankelijk is voor wetenschappers en de lokale mensen, Orang (mens) Asli. Het Olifantencentrum is meer toegankelijk, 120 bezoekers per dag.

In Kuala Gandah is er het Beschermcentrum opgericht voor olifanten welke gekwetst zijn.. Er werden huisdier-olifanten uit Thailand, India en Myanmar ingevoerd om de wilde lokale olifanten te helpen. 

Enkele jonge olifanten tussen 2 en 6 jaar zijn bij de ingang gehuisvest.  Bezoekers kunnen bananen of stukjes suikerriet kopen om de dieren te voederen

.

sommige olifanten staan dicht genoeg om het fruit met hun slurf aan te pakken

2 andere olifanten staan iets verder weg. Deze dieren lossen dat op door hun slurf omhoog te houden en hun mond te openen zodat de bezoekers de banaan of het suikerriet naar de mond kunnen gooien

er staat een 2-jarig olifantje met een voetprothese in een afzonderlijk gebied. Doordat er nog steeds heel wat stropers zijn welke vallen uitzetten, zijn er af en toe olifanten welke met hun voet geklemd geraken. Om de dieren te redden moet de voet geamputeerd worden. Sponsors, zoals bvb een bank, betalen dan voor één of meer protheses. Als de olifant groeit moet de prothese immers groter worden

het olifantje heeft via zijn moeder de afwijking meegekregen dat het een hele haarbos op zijn kop heeft staan

Olifanten zijn, ondanks hun masse, goede zwemmers. Ze gebruiken hun 4 poten om zich voort te bewegen en hun slurf is een snorkel om te kunnen ademen

men heeft in 1989 en in 1991 telkens een wilde olifant op het grondgebied van Singapore gevonden, waarvan men vermoedt dat de dieren overgezwommen zijn vanuit het zuiden van Maleisië

wanneer het te warm is nemen olifanten met hun slurf water op en blazen dat water uit over hun rug. Ze nemen dus een douche. Een slurf kan in éénmaal 8 liter water opzuigen

olifantenvel is veel dikker dan dat van de mens, zo een 2,5 cm. Toch is een olifant gevoelig voor zonlicht. Om zich te beschermen rollen ze zich in de modder of blazen ze zand over zichzelf

De huid aan de binnenzijde van de oren echter is zo dun als papier. Daardoor kan de olifant zweten, zijn/haar lichaamstemperatuur regelen. Door te wapperen met hun oren koelen ze zichzelf ook af.

deze olifant heeft geen staart meer. Bij een aanval door een tijger is de staart afgerukt. De olifant is gered. Om nu vliegen weg te jagen, iets wat normaal met de staart gebeurt, gebruikt deze olifant haar slurf met takken of suikerrietstengels. Die slaat zij dan links en rechts op haar zijde

De oudere vrouwelijke olifanten hier in het centrum waren ooit huisdieren, werkolifanten, in Thailand en Cambodja.  Ze zijn, samen met hun mahouts overgebracht naar hier om te helpen bij de 'verhuis' van wilde olifanten (zie hieronder).
Jonge mannetjesolifanten welke hier zijn na een redding, worden terug in de natuur uitgezet voor ze geslachtsrijp zijn

Het bezoek van mensen, het voederen van de dieren, (betaald) bezoek achter de schermen heeft als doel dat de (lokale) mensen zouden beseffen dat olifanten moeten beschermd worden.
Stropers hebben het nog steeds gemunt op olifanten, in opdracht van het buitenland (rangers willen China niet bij naam vernoemen). Ze vertellen zelfs dat olifant zou opgegeten worden …

’s Namiddags komen telkens 5 werkolifanten met hun mahout (olifantentemmer) naar de rivier om een bad te nemen. Bezoekers kunnen vanop een uitzichtbalkon het baden volgen.

de mahouts schrobben hun olifanten met een schuurborstel

het uiteinde van de slurf steekt steeds boven water uit, de rest van de kop zit onder water. Door de slurf kan de olifant ademen

na het bad terug naar de jungle

Olifanten zijn overal ter wereld met uitsterven bedreigd. De mens is hun grootste (en enige) natuurlijke vijand. Door het kappen van oerwoud verliezen de olifanten hun natuurlijke omgeving waar ze voedsel vinden en zich kunnen voortplanten. De Aziatische olifant is nog meer met uitsterven bedreigd dan zijn Afrikaanse soortgenoot.

In Maleisië, zo vermoedt men, leven in het wild nog tussen 1000 en 1300 olifanten, en dat in de 3 nationaal parken.

Door het wegkappen van het woud tegen een grote snelheid waren in de jaren 1970-1980 heel veel olifanten hun woon-, leef- en voedselgebied verloren. Deze dieren moesten verhuizen. Dat kon enkel door ervaren rangers gebeuren. Er is weinig geld beschikbaar voor de verhuis van de dieren.

Maar ook nu nog vermindert het woongebied van olifanten door de aanhoudende kap van het regenwoud.

We zien een film (gemaakt met hulp van National Geographic) over de noodzakelijke verhuis van olifanten.
Een eigenaar van een nieuwe oliepalmplantage, aangelegd nadat regenwoud gekapt is, contacteert de ‘verhuisploeg’ omdat een groep olifanten een deel van zijn plantage heeft verwoest. Olifanten zijn beschermd, dus hij mg zelf niet het geweer nemen om ze dood te schieten …..

De ploeg, bestaande uit rangers en minstens een dierenarts, komt ter plekke. Ze gaan op zoek naar sporen om de olifanten te vinden, een gevaarlijk karwei omdat een wilde olifant in staat is om een mens te doden

Vinden ze een olifant dan gebruiken de mannen geweren waarin zich een spuitnaald bevindt vol met een verdovend middel. Het is belangrijk dat de spuit raak is, de olifant kan in het andere geval nog gevaarlijker uit de hoek komen.
Men kan natuurlijk de olifant in het wild niet wegen om de hoeveelheid verdovingsmiddel te bepalen.  Daarom gebruikt men de omtrek van de poot

deze en volgende foto's zijn genomen tijdens de vertoning van de film.  De kwaliteit is dus niet zo goed

Ongeveer 10 minuten later valt de olifant neer, bewustloos. Rangers gaan nu naar het dier en binden de 2 voorpoten met zware kettingen aan elkaar vast. De 2 achterpoten worden op dezelfde manier vastgebonden.

Direct nadien wordt er een tweede spuit gegeven, in het oor, om de olifant terug bij bewustzijn te brengen.

Soms zijn de dieren bij het ontwaken zodanig agressief dat ze alsnog in staat zijn om recht te komen om de mannen aan te vallen.
Nu moeten de werkolifanten, 2 van hen, met een vrachtwagen aangevoerd worden.  Hun mahouts zijn natuurlijk mee.  De werkolifanten moeten nu vriendschap sluiten met de olifant die moet verhuisd worden.  Olifanten omarmen elkaar met hun slurf, dit is een teken dat ze elkaar aanvaarden. 
De werkolifanten moeten nu de  andere olifant in hun midden nemen, ze wandelen naar de vrachtwagen.  De te verhuizen olifant wordt op de vrachtwagen geladen

de speciale vrachtwagen dient enkel om olifanten te vervoeren.  Dit vervoer kan uren of zelfs meer dan een dag duren

De olifant wordt dan vervoerd tot aan een grote rivier waar boottransport naar een nationaal park mogelijk is. Het is trekken en sleuren om de olifant van de vrachtwagen op de boot te krijgen.

Op de boot wordt de olifant ook weer zodanig vastgemaakt dat het dier geen mogelijkheid heeft om iemand te verwonden of de boel af te breken.

op de boot worden de olifanten continu nat gehouden. Er ligt suikerriet als voer

Eens bij een geschikte plaats van het nationaalpark moet de olifant van de boot getrokken worden. Eens aan land en bevrijd van de kettingen krijgt de olifant nog een anti-verdovingsmiddel, waarna de boot direct de oever verlaat.

adieu, olifanten! Soms krijgt een olifant een halsband met een zender mee om te volgen wat er met het dier gebeurt. Maar door gebrek aan middelen kan de dienst maar sporadisch een halsband en vooral zender kopen

Het gehele proces is helemaal geen aangenaam gebeuren, noch voor de olifant, noch voor het team. Het is wel de enige mogelijkheid om het dier te redden en het terug in zijn natuurlijk omgeving uit te zetten, het tropisch regenwoud … of hoe een groep mensen met weinig middelen toch probeert de negatieve gevolgen van natuurverwoesting tegen te gaan

Tot op heden zijn er al 800 olifanten terug verhuisd (letterlijk te begrijpen) naar de grote oerwouden.

nog de laatste dag verwerken ….

En om te eindigen nog een interessant artikel, zeker in het kader van de huidige mobilisatie voor een beter klimaat

http://www.vilt.be/belgie-blijft-palmolie-in-biodiesel-verdedigen

Nog een klein addendum: toen wij studeerden kregen we les van professor De Maeseneer.  Hij had heel wat contacten met Maleisië ivm de kweek van tropische vissen.  Hier in het gebied waar we laatst verblijven zijn er 2 dergelijke soorten die overal te eten en te koop zijn

Pangasius suchi of Maleise katvis, wordt hier gekweekt maar is met uitroeiing bedreigd omdat de meren en rivieren als maar sterker vervuild worden

Tilapia, de vis waar de prof het nogal over had, zou veilig zijn om te eten, zo vertellend de kranten hier.

In België worden beide vissoorten in diepvries aangeboden.  Uit welke landen ze echter afkomstig zijn is niet erg duidelijk

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Katrien Hey wat een luxueuse kamer om dit verslag te eindigen :) Mag wel hé na al die ferme wandelingen. Dankjewel alweer voor jullie uitgebreide vertelling, er is weer een dik boek in wording... Hier schijnt de zon volop al blijft het nog ferm koud. Zonnige lentegroeten uit Gent en geniet daar nog even! warme groeten Katrien Geplaatst op 15 April 2019
Cecile Hallo daar Misschien rugzakken aan het vullen.... Ik zit op terras kamer in Safaga aan rode zee..( tui magic life Kalawi ) Dank voor de info ivm palmoliewinning,ook voor de info over de olifant en de tinertsen ... Veilige terugvlucht Cecile Geplaatst op 15 April 2019
LucFanGaby L & St. Tussen de zondagse frieten en Parijs-Roubais (de enige koers na de Ronde van Vlaanderen die mij interesseert) door genoten van uw laatste reportage. Proficiat ermee, vooral voor de implicaties duidelijk geïllustreerd op het (geo-)ecologisch vlak: andermaal het misdadig opsouperen van de natuurlijke rijkdom van onze aardbol. Iets anders: de olifant is evolutionair niet tot ontwikkeling gekomen op de savanne, laat staan in het bos, maar wel degelijk in het water en hij is best wel in staat tot een behoorlijke zwempartij! Pas dáár, in het water, kon hij zo'n massa aan lichaamsgewicht (tot best wel 5 ton) ontwikkelen. Zijn slurf (lees 'snorkel') dateert ook van toen! Bovendien beschikt ook hij over een zgn. 'circulaire speklaag', een thermische isolatielaag specifiek voor waterbewonende zoogdieren (Nb.: ook de H. sapiens beschikt daarover, een van de indicaties dat ook hij door een waterfase is gegaan. Zie de AAT, the aquatic ape theory (moerasaaptheorie)). En dan De Maeseneer (en Sorgeloos) met hun aquacultuur ... Tilapia wordt/werd geteeld in het koelwater van de kerncentrale in Tihange. Lang niet veel meer van gehoord ...! Geplaatst op 14 April 2019

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking