Reisverhaal «van de Golf van Oman tot de Arabische Zee»

Oman, nog een land in het Midden-Oosten | Oman | 7 Reacties 14 Oktober 2018 - Laatste Aanpassing 23 Oktober 2018

2. Van de Golf van Oman naar de Arabische Zee

Sur is een stadje met ongeveer 80.000 inwoners.

Het stadje ligt aan een grote lagune maar bij lage tij ligt een deel van de lagune als een moddervlakte. De haven ligt niet meer langs de lagune-zijde van Sur.

In vroegere tijden gebeurde de handel met Afrika, vooral met Zanzibar, een deel van Oman, via Sur. Op bijgevoegde kaart is Oman in het rood aangeduid, Sur ligt bij het meest oostelijke punt.

Vanuit Sur was handel met de oostkust van Afrika en met Indië via de zee goed mogelijk

In 1861 was Zanzibar niet langer deel van Oman. Op dat moment had Sur meer dan 100 Dhau’s (schepen, zie verder) varen tussen het eiland en Sur.

De vroegere zeilschepen verlieten de haven van Sur in november om met de wintermoesson naar het zuidwesten te varen, langs de Oostafrikaanse kust tot in Zanzibar. Hier kwamen zij, na verschillende tussenstops, aan in februari. Zij voeren meestal dadels mee, welke ze tegen kruiden, hout en slaven ruilden. Met de eerste zuidwestwinden, vanaf midden april, zetten de Dhau’s weer koers naar het noorden. Afhankelijk van de winden kwamen zij weer aan in Sur, 6 tot 8 maanden na hun vertrek. De zee- en kooplui uit Sur hadden heel veel contacten met Oost-Afrika.

De handel verminderde na de scheiding tussen Oman en Zanzibar en stortte in, zeker toen de Engelsen de macht namen in de Golf. De rijkdom en de welvaart in Sur verminderde drastisch. Door de komst van de Engelsen werd ook de slavenhandel afgeschaft. Bovendien was de concurrentie met Europese stoomschepen zo groot, dat er niets meer overbleef van de machtige handelsstad Sur.

Pas wanneer de sultan van Zanzibar in 1964 bloedig verslagen werd en vele Omanisch kooplui vanuit Zanzibar terug keerden naar Sur, ging het in Sur weer bergop.

Onder de huidige sultan, Sultan Qaboos werd een nieuwe vissershaven in zee gebouwd, ter vervanging van de oorspronkelijke haven in de lagune. In het noorden van de stad is er wat industrie gekomen zoals een installatie voor de productie van LPG.

Er zijn verschillende theorieën over Sur, maar het ontbreekt aan harde bewijzen: zo zou Sindbad hier geboren zijn, de Feniciër zouden van hier afkomstig zijn, …

Wat zeker is, vele inwoners van Sur zijn heel ondernemend en verschillende grote Oman-bedrijven zijn gesticht en eigendom van bewoners uit Sur.

Het stadje heeft zelf nooit een bron gehad van drinkbaar water. Een vijftal km meer in het binnenland echter ligt Bilad, dat Sur voorzag en voorziet van drinkwater.

Sur is de enige plaats in Oman waar nog Dhau scheepswerven bestaan en werken. Omani hebben al lang geen interesse meer in scheepsbouw, alle ambachtslui zijn Indiërs. Er is echter nog weinig vraag naar Dhau’s, op de scheepswerven doet men vooral herstellingen.
De werf ligt aan de lagune, we bezoeken ze.

Er zijn 2 grote Dhau’s bijna klaar. Ik spreek met een Omani-gids, welke met enkele Duitsers op bezoek is. Hij vertelt dat deze beide schepen besteld zijn door Qatar om op zee te varen met toeristen. We hebben dus geluk.

er is net een groep gepensioneerde Vlamingen op bezoek, stukje ouder dan wij …

een van beide Dhau’s

de voorsteven van een Dhau

handenarbeid is goedkoper dan de aankoop van machines

Verder is men bezig met een kleinere vissersboot voor lokaal gebruik.

immens grote nagels en bouten worden hier gebruikt

Gisteren spraken we met een eigenaar van vissersboot(en). Hij vertelde dat men nu meer opteert om vissersboten uit polyester te bouwen dan uit hout: goedkoper in aanschaf, minder onderhoud nodig en vooral minder kost aan brandstof wegens minder zwaar.

Al het hout welke hier gebruikt wordt is teak. Op mijn vraag aan de gids van waar het hout komt, vertelde hij me dat het meeste uit Indonesië afkomstig is, in mindere mate uit India en af en toe uit Cambodja. Hopelijk afkomstig van ecologische houtproductie?

de boom welke deze planken leverde moet wel erg oud geweest zijn …

Van het hout gaat er niets verloren. Wat niet voor een grote Dhau kan gebruikt worden, is misschien nog bruikbaar voor een vissersboot, of kleiner voor een soort kano, of nog kleiner voor een groot scheepsmodel, of nog voor een kleiner model, of uiteindelijk nog voor modelbouw. Van wat er dan nog rest worden allerlei souvenirs gemaakt, zoals houten schaaltjes, juwelenkistjes, …

een smalle boot

een grotere modelboot

kleiner model

sommige met een mooi bewerkte achtersteven

en dit wordt een miniatuur dhau

De Dhauwerf ligt dicht bij de plaats waar de lagune in zee uitmondt. Hier is een hangbrug gebouwd, niet voor zwaar verkeer, wel voor auto’s.

Vanop de brug hebben we mooie zichten op het deel van de stad aan de overzijde: Al-Ayjah.

hier zijn de rotsen hoger,

het schiereiland waarop de oude stad ligt is veel vlakker en lager gelegen

de vuurtoren en een van de wachttorens aan de overzijde

hier liggen polyester vissersboten op het strand

Een 5-tal km in het binnenland van Sur bezoeken we het Bilad-fort. Bilad is de stadswijk (waar er bronnen zijn om Sur van drinkwater te voorzien). Het fort is helemaal gerestaureerd.

een van de vier zijden van het gerestaureerde fort

de torens worden door de vele duiven gebruikt als til

ook hier is er een waterput. In Bilad zijn er verscheidene waterbronnen

het fort is binnenin verder leeg. In de muren komen heel veel schietgaten voor

één toren kunnen we beklimmen

mooi versierd plafond in de toren

overal is er duivenmest

In het fort staat er 1 boom. We horen krijsen, papegaaien vliegen aan en af en landen op de takken van de boom.

Omdat ik ’s morgens enkel mijn gewone lens mee heb, keren we later op de dag terug. De boom is zo hoog dat we hem van buiten de muren zien en de vogels kunnen fotograferen.

Halsbandparkiet (Psittacula krameri)

De oude stad Sur ligt op het schiereiland in de lagune. In het centrum bevindt zich een van de oudste soeks van Oman. In tegenstelling tot andere soeks is deze niet overdekt. Bij een wandeling zien we dat vele winkeltjes al vernieuw zijn en dat men bezig is om in het midden van de steegjes een overkapping te maken.

geen tatoeages, wel hennatekeningen op handen, armen, … bij de vrouwen

De soek is bijna uitsluitend vrouwendomein, we zien dan ook heel wat zwart gekleedde vrouwen, soms helemaal gesluierd, zich door de straatjes haasten.

onder hun zwarte bovenkleding dragen vele vrouwen kleurrijke kledij

mooie vrouwen, mooie kledij, verstopt achter zwarte bovenkledij, een hoofddoek en soms ook wel een sluier voor het gelaat. Net zoals in Iran …

een enkele kleermaker voor mannenkledij

Een Omani, welke in zijn auto zit te wachten op zijn vrouw, spreekt ons aan. Hij vertelt dat de soek op 900m van de zee ligt en dat die afstand vroeger door kamelen werd overbrugt. Kamelen brachten de goederen, zoals zijde, stoffen en andere waar, van de haven naar de soek. Nu zijn er vooral inwijkelingen welke deze weg volgden. Indiërs zijn hier gekomen, zij drijven vooral handel in zilver, goud en juwelen.

handel van Indiërs

Mensen uit Bangladesh zijn ook in Sur gekomen, zij zijn bedrijvig in het maken van vrouwenkledij.

bij een kleermaker voor vrouwelijke kledij uit Bangladesh

We zien zo een man bezig met het maken van versiering op een vrouwenmantel.

vertrekkend van kleurige stof worden allerlei vormen van versiering in een gouden kleur of in (nep)edelstenen aangebracht. Ook dit is handwerk


Langs de lagune is er een rijbaan, soms wordt het zicht op de lagune belemmerd door struiken. Toch zien we een aantal flamingo’s. In de bodem van het zoute water vinden ze hun voedsel.

omdat de vogels zo ver staan en de lucht niet erg helder is, zijn de foto’s van de Flamingo (Phoenicopterus roseus) niet erg duidelijk

een jong van de Kleine Zilverreiger (Egretta garzetta) komt dichtbij


En dan is er nog de vissershaven. Langs de landzijde is er één toegang, de rest is helemaal ommuurd.
Tegen 17u vertrekken de vissersboten, met Aziatische bootslui. Na 10u vissen zullen ze de volgende ochtend weer keren. Slechts enkele boten blijven 2 of 3 dagen weg, andere tot 2 weken.

de mannen brengen alles in gereedheid om te vertrekken. De eigenaar, een Omani, vraagt hen om even naar ons te kijken voor een foto

de meeste borden zijn in de haven in het Arabisch en in het Indisch (of de zuid-Indische taal)

de boten varen de haven uit, hopend op een goede vangst

het aantal mannen aan boord tellend, moet er ofwel veel gevangen worden, ofwel ligt het loon zeer laag

de Kortpotige Mangrovereiger ( Butorides striata bevipes)


De eigenaars, Omani, zitten samen in stoeltjes, op de grond of op een verhoogje.

foto van op grote afstand genomen. Deze mannen zitten hier dagelijks, uit verveling wat aan hun voeten wrijvend …

Vele kleinere boten liggen op de oever, het is gemakkelijk om ze in het water te slepen.

op de voorgrond, bootjes op het strand, in het midden op de achtergrond de vismijn waar de vis ’s morgens vroeg verhandeld wordt

de grotere vissersboten blijven in het water, zoals hier de dhau’s

Ook hier leven vogels, er is immers voer aanwezig. Meeuwen en sterns vliegen de ganse tijd rond. Reigers zitten stil, goed voor een foto.

de Westelijke Rifreiger (Egretta gularis), de eerste maal dat we deze vogel zien

moeilijk te determineren omdat deze pleviers een overgang hebben naar hun winterpluimage

de Blauwe Reiger (Ardea cinerea) komt juist aangevlogen

’s Morgens vroeg gaan we terug naar de vissershaven, we zijn er iets na 6u. De eerste vissersboten -dhau’s- liggen al aan de kade. Andere komen korte tijd nadien toe.

de vis blijft nog aan boord van de schepen, meestal bedekt met een deken

de vis ligt niet gekoeld op het schip, ’s nachts is het toch nog steeds meer dan 25°

de weegschaal staat klaar, hoewel niet ge-ijkt …

Om precies half zeven wordt er gestart om de gevangen vis aan wal te brengen, de vangst gaat naar de vismijn, hier vlakbij

deze grote Zwaardvis weegt heel wat, via een draagdoek wordt het dier aan land gebracht

het grootste aanbod is tonijn, een kleinere soort dan deze welke in Tokyo gevangen werd

de man in het midden is de veilingmeester, regelmatig maakt hij zich kwaad, steeds roept hij. Hij begint met een lagere prijs, deze wordt per 1 rial verhoogd, tot iemand hem betaalt

de drie mannen rechts van de veilingmeester, zijn bieders. Ze hebben elk 25 rial (53€) in hun hand. Het geld dat de veilingmeester krijgt steekt hij in zijn hoofddeksel

de werkelijke kopers komen echter niet in de veilingzaal. Zij zitten buiten (met een zonnebril op), drinken koffie en eten dadels. De bieders gaan af en toe naar hen, om nog geld te krijgen voor een volgende vis of lading vis

big bussiness en veel kopzorgen

een zuivere mannenzaak. Werkers zijn mensen uit Bangladesh, Omani maken hun handen niet vuil

de gekochte vis wordt uit de bakken van de vissers, overgeladen op de pick-ups van de kopers. Nog steeds komt er geen ijs aan te pas …

tegen 7u is de veiling afgelopen.

Er zijn vissers welke niet via de veiling verkopen, maar rechtstreeks aan hun klanten

Ook later op de dag komen af en toe vissersboten terug. Zij verkopen direct particulier. We zien steeds dezelfde mannen in de haven, zij kopen de ganse dag vis op, welke dan met koeltransport vervoerd wordt naar het binnenland en naar Muscat


Een eindje verder zuidelijk langs de kust is het gebied van de oostkaap van Oman

de oostkaap is op de kaart aangeduid

Bij de oostkaap gaat de Golf van Oman (noordelijk) over in de Arabische Zee (zuidelijk), deel van de Indische Oceaan. De oceaan gaat hier vlug heel diep, tot meer dan 3 000m diepte …

Hier bevindt zich weer een fort, gebouwd (vermoedelijk) tussen 1560 en 1570

de man welke het fort open houdt geeft ons in vrij goed Engels wat uitleg

er staan nog enkele kanonnen opgesteld, verder is het fort soortgelijk aan het voorgaande

de grootste wachttoren staat langs de zijde van het land, hij is enkel te beklimmen via een steile ladder, enkel voor de schildknapen dus

de wachtpost voor de schildknapen hangt aan de buitenzijde van de toren

Daarnaast is de oostkaap een belangrijk gebied waar zeeschildpadden komen nesten.

er zijn vele sporen op het strand, de Groene Schildpad komt hier zowat dagelijks aan land (telkens een ander dier) om eieren af te leggen. De grootte van het hol komt overeen met de grootte van het dier. De sporen op het zand zijn gemaakt door de vinnen van de schildpad

wat een moeite moeten de dieren doen om tegen het zand omhoog te klimmen, zodat hun eieren zeker niet door het water overspoeld worden

Een dorpje ongeveer 10km verder, meer in het centrum van het natuurgebied, bevindt zich het Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek van de Zeeschildpadden, annex klein museum. Het complex is vrij nieuw.

in een parkje voor het gebouw zien we een namaak Groene Zeeschildpad

hier wordt inkomgeld gevraagd

op de muur van de inkomhall worden de net-uit-het-ei-geslopen babyschildpadjes voorgesteld

Er hangen een aantal mooie foto’s van zeeschildpadden

een baby welke net het ei heeft opengebroken

al de baby’s van 1 groep eieren sluipen dezelfde nacht uit het ei. Dan moeten de schildpadjes richting zee lopen, een heel gevaarlijke onderneming omdat eenden, vossen, … op de loer liggen. Sommige diertjes zijn mis georiënteerd en lopen de verkeerde richting op. Slechts een klein aantal bereikt uiteindelijk de zee

Hier lopen natuurbeschermers tijdens de nacht over het strand. Elk schildpadje dat dreigt verloren te lopen, wordt opgepakt en gedurende 1 dag in het centrum gehouden. ’s Avonds worden de baby’tjes dan naar zee gebracht

één van de tientallen diertjes welke vandaag in het ondiepe waterbekken gehouden worden

foto van 2 babyschildpadjes net voordat ze de zee hebben bereikt

We lezen hier dat er wereldwijd 7 soorten zeeschildpadden voorkomen, 4 ervan nesten in Oman :
de Onechte Karetschildpad (Caretta caretta), de Karetschildpad (Eretmochelys imbricata), de Soepschildpad (Chelonia mydas) en de Warana of Dwergschildpad (Lepidochelys olivacea). De Lederschildpad (Dermochelys coriacea ), niet behorend tot de familie van de Zeeschildpadden komt hier soms voor, maar nest niet in Oman.

de Soepschildpad wordt tot 1,2m lang

De Karetschildpad echter wordt maximaal 0,8m lang, de Dwergschildpad maar 0,75m. De Lederschildpad meet over het algemeen 1,5m, sommige individuen zijn heel wat langer. En dan de Onechte Karetschildpad: die is maximaal 1m lang.

De voeding: de Soepschildpad is vegetariër en voedt zich met algen (wieren) en zeegras, de echte Karetschildpad voedt zich met lagere soorten zoals sponsen, koralen, lage diersoorten en planten. De Onechte Karetschildpad eet krabben, koralen, schaal- en schelpdieren, zeeëgels en vis. De Dwergschildpad eet schaaldieren en de Lederschildpad voedt zich met kwallen.

Zeeschildpadden zijn gevoelig aan allerlei vormen van vervuiling, plastiek nemen ze op als voedsel. Heel wat van de dode zeeschildpadden zijn gestorven met hoeveelheden plastiek in hun maag waardoor ze geen voedsel meer hadden opgenomen.

De mens is nog steeds de grootste vijand van de zeeschildpadden.

de Soepschildpad werd gebruikt om luxe soepen te maken, van het schild werden allerlei voorwerpen gemaakt.

Vele landen beschermen nu de zeeschildpadden, wat niet betekent dat elke mens ze beschermt. Nog steeds zijn er groepen mensen die zeeschildpadden vangen. Oman behoort tot de landen welke vooruitstrevend de dieren beschermen.

We keren terug naar Sur, waar we nu de derde nacht overnachten. De volgende dagen zullen we waarschijnlijk meer in onze tent slapen.

Vanuit Sur rijden we weer een stukje naar het binnenland. Daarna buigen we af richting zuiden.

Tussen deze afslag, bij Kamil, en de kust bezoeken we nog 3 dorpjes.
Het eerste, Al Wafi, is, net zoals Al Kamil, een unicum in Oman. Hier is de oude stad omgeven door bomen, niet enkel Acacia, maar ook (Prosopis cineraria- geen Nederlandstalige benaming) bomen.

het blad van de Prosopis cineraria lijkt een beetje op Mimosa

We vinden vrij vlug de oude stad. Ook hier stonden lemen huizen, nu is het geheel ook hier vervallen. Het mooie is dat de hoofdweg door deze oude wijk beschaduwd wordt door vooral dadelpalmen.

toegang tot de oude stad

dadelpalmen in het midden van de weg

nog een bewoond huis tussen de ruïnes

De mensen in Al Wafi zijn geen toeristen gewoon, ze komen aangestapt, aangereden per fiets of auto, of ze staan gewoonweg te kijken naar ons. De meeste verstaan geen Engels, maar “how are you?” hebben ze allemaal wel geleerd.

Al Wafi, net zoals de volgende dorpen, liggen aan de rand van de Wahiba Sands, de woestijn welke we enkele dagen geleden bezochten. We zien hier verschillende zaken welke dierenvoer verkopen, centraal is er een markt waar vers dierenvoer verkocht wordt.

De verkoop gebeurt door Aziaten, de Omani zitten op een mat domino te spelen. Graag een foto …

En jonge man wenkt ons mee te komen, eerst toont hij dat we een foto van hem moeten maken, daarna geeft hij uit zijn winkel 2 flesjes water.

Een eindje verder langs dezelfde weg, bevinden zich 2 dorpen: Jalan Bani Bu Hassan en Jalan Bani Bu Ali, genoemd naar de heersersfamilie uit elk van beide dorpen. De beide families leefde eeuwen in oorlog. Het dorp Ali stond onder invloed van Saudi-Arabië, de inwoners “bekeerden” zich tot een streng conservatieve moslim sekte. Hun sjeik probeerde oppermachtig te worden, hij was een despoot. De Engelsen hebben hem ooit verslagen, nadat ze zelf in hun gelederen heel slachtoffers hadden geteld.

In het eerst dorp, Hassan, is het fort, daterend uit de 9de eeuw, helemaal gerestaureerd. In de 19de eeuw is er een groot buitenfort rond gebouwd. Het geheel is erg mooi.

buitenaanzicht

ook hier is er een waterput, het water komt van erg diep

het oudere fort, helemaal gerestaureerd

enkele binnenzichten

grote ribbels op de grond in de kamer waar dadels werden opgeslagen

het uitzicht vanop de torens zou mooi zijn,

alleen zijn de torens voor ons niet te beklimmen

het groene zien we toch net boven de kantelen uitsteken

zicht op het jongere fort

wanneer we ons bezoek beëindigd hebben, geeft de man van het onthaal ons een zakje met allerlei toeristische info over Oman

In het tweede dorp, Ali, is het fort nog steeds bezit van de sjeik-familie, zij laten het gebouw helemaal instorten. Er is nog wat te zien, ook hier moet het ooit mooi geweest zijn.

Op 500m van het fort bevindt zich een wel heel speciale moskee, toebehorend aan dezelfde clan en sekte. Hier zijn geen minaretten, wel 52 koepels. Het geheel is ook in leem opgetrokken en wordt nu gerestaureerd. Elk van de 52 koepels verlucht de moskee, wat, samen met een aftakking van een waterkanaal, zorgt voor verkoeling.

zicht op het voorplein, even in de deuropening gaan staan


Bij Al Ashkhara komen we aan de kust. Het dorp is een arm vissersdorp.

in de haven liggen dhau’s, op het strand de polyesterboten

Er zijn wat vogels te zien

reiger

Witoogmeeuw (Ichthyaetus leucophthalmus)

een grote meeuw, nogal koleriek

Nu verlaten we het toeristische gebied van noord- en centraal Oman. De volgend tijd komen we in een gebied waar praktisch geen westerse toeristen meer komen. Enkel in het zuiden, in de provincie Dhofar, zullen we ze terug tegen komen, toeristen vliegen van Muscat naar daar.

We volgen de kustweg richting zuiden. Deze weg loopt door de zuidelijke uitlopers van de Wahiba Sands, de woestijn is al opgerukt tot aan de Arabische Zee.

Langs de weg zijn er heel wat nederzettingen, mensen zijn hier vrij arm, de meeste mensen welke we zien zijn Aziaten.

Hun nederzettingen, gemaakt uit allerlei materialen, zijn erg vuil. Al hun afval slingert rond. Deze namiddag zijn de vissersbootjes terug aan land we zien koelwagens welke hun vis komen opkopen.

Het is niet zo gemakkelijk om een slaapplek te vinden omdat het woestijnzand tot aan de baan komt. We kijken uit en vinden dan toch een groot plein met harde grond, een goede plaats, een eind van de weg, om ons tent op te slaan.

wanneer we kamperen worden we wakker met de zon, om 5u45, dan is het nog wat frisser om alles weer in te pakken. Hier is zelfs alles nat, tent (aan de buitenzijde), auto, …

Omdat we gisteren een groot eind van de route langs de kust gereden hebben, is het vandaag slechts een half uurtje rijden tot Shana

route welke we voor een deel gisteren en voor een klein deeltje vandaag hebben gereden.

In Shana kopen we tickets voor de ferry naar Masirah, het grootste eiland van Oman.

kaart van het eiland Masirah

de catamaran (groot genoeg voor meer dan 10 jeeps) waarmee we de overtocht maken

er zijn twee dergelijke schepen die de overtocht maken, gelijktijdig vertrekt er een in elk van beide havens


Het eiland is helemaal nog niet toeristisch, het is zelfs (in de huidige tijd) nog niet zo lang bewoond. In de oudheid echter was het door de Grieken gekend als Serepsis. Het leger van Alexander de Grote heeft hier aangemeerd.

De Engelsen richtten hier hun RAF basis in, zij kwamen met hun luchtmacht tussenbeide in allerlei oorlogen, tijdens de jaren 1950 tot 1970. Nadien heeft de Oman luchtmacht de basis overgenomen.

Nu leven hier zo een 11.000 mensen welke voor een deel werken op de basis, voor een deel in overheidsdiensten, de andere zijn vissers. Toerisme is hier nog maar in zijn beginstadium, er zijn enkele hotelletjes of zeer duur of zeer eenvoudig. We overnachten in dit laatste slechts een nacht, de andere beide nachten kamperen we op het eiland.

Er is maar één plaats van betekenis, Hilfe, in het noorden. Voor de rest zijn er wat heel eenvoudige nederzettingen, en hier en daar een huis.

Om het eiland te bezoeken is er een weg welke min of meer de kust volgt. Af en toe is er een (niet geasfalteerde) zijweg richting strand. Regelmatig slaan we af. In principe mag er op de standen gekampeerd worden, tenzij er een bord het verbod weergeeft omdat het desbetreffende strand gebruikt wordt door zeeschildpadden om hun eieren te leggen

Langs de zeezijde zijn er massa’s watervogels te zien. We kunnen ze terug brengen tot een kleiner aantal soorten.

Heuglini’s Kleine Mantelmeeuw (Larus fuscus heuglini) vogels welke dit jaar uit het ei gekomen zijn

De kamelen zijn ook hier ingevoerd; af en toe zien we een liggen of staan

Pontische Meeuw (Larus catchinnans)

Op de stranden aan de westzijde van het eiland (zijde langs het vaste land) is het veel meer windstil. Aan de oostzijde is er veel meer wind en op verschillende hoogtes op het strand zien we wat de golfslag heeft afgezet. Een tijd geleden moet hier een zware storm voorbij getrokken zijn. Er liggen heel veel stukken koraal en grote, uitgedroogde vissen naast resten van langoesten. Er is ook nog een stuk schild van een zeeschildpad

lager op het strand, heeft de huidige golfslag schelpen

een stukje kust aan de oostzijde

regelmatig is dit bord langs het strand geplaatst. Het geeft weer waar zeeschildpadden nesten en waar andere organismen voorkomen

een strandje in het noordoosten. Hier zijn mosselbanken, voedsel voor een groot aantal vogels

Op het eiland is er een luxe resort, buiten onze prijsklasse om er te overnachten. We gaan er langs, er is immers weinig info beschikbaar ivm eventuele snorkelplekken en plaatsen waar we aan vogelobservatie kunnen doen. En we hebben geluk, hier werkt dé vogelobserveerder in Oman. De man zelf is afkomstig uit Goa (Indië, vroeger Portugees bezit). Derrel Pinto (Portugese achternaam) geeft aan welke vogels hij officieel observeert op het eiland, zijn teller staat al op meer dan 300!

Derrel Pinto, geen moslim, dus geen probleem om samen op de foto te staan

Tussen zijn werk door, vertelt hij ons waar we wat kunnen zien, hij toont ons zijn foto’s. Schitterend, zijn camera en lens zijn we vele duizenden euro’s waard. Goede gok van Stephan om naar het resort te gaan.

Het resort zelf heeft wel wat planten, daar zijn ook al vogels te zien.

Grote Pieper (Anthus richardi)

Indische Scharrelaar (Coracias benghalensis) prachtige vogel in zijn vlucht met blauw-turquoise vleugels

Watersnip (Gallingo gallinago)

Bruinnekraaf (Corvus ruficollis)

Palmtortel (Spilopedia senegalensis)

in een van de bomen zit een kameleon, wel heel speciaal van kleur

Daarna rijden we langs de westkust van noord naar zuid. We houden halt daar waar Derrel ons aangeduid heeft. Hier de “oogst”

Purperreiger (Ardea purpurea)

op enkele plaatsen op het eiland komt de Flamingo (Phoenicopterus roseus) voor

een jong

Grote Aalscholver (Phalacrocorax carbo)

Grote Zilverreiger (Ardea alba)

Tureluur (Tringa totanus)

Grauwe Franjepoot (Phalaropus lobatus)

Grutto (Limosa limosa)

Steltkluut (Himantopus himantopus)

de Aasgier (Neophron percnopterus) komt hier veel voor

Reuzenreiger (Ardea goliath)

Krombekstrandloper (Calidris ferruginea)

Mongoolse Plevier (Charadrius mongolus)

op strand liggen enkele van de mooie schelpen

Baraba Meeuw (Larus fuscus barabensis)

Bijna aan de zuidelijke punt zijn er enkele strandjes. Boven de klif is er een schuilhutje, hier houden we halt voor de nacht.

zicht vanaf de zee

in de verste verte niemand anders te zien. Toch komt er ’s avonds een auto langs, een chauffeur en een oude man. De oude man stapt uit, kijkt even rond bij ons, knikt goedkeurend en ze zijn weer weg …

Tijd voor Stephan om te zwemmen.

Ondergaande zon

De volgende dag zien we de zon opkomen boven de bergen

Ook de volgende dag zien we vogels, kamelen, geiten en schapen en zelfs ezels.


Aan de oostzijde van het eiland is er een grote oase met een echt landbouwbedrijf. Er wordt water genoeg opgepompt om al de dieren, de mensen en het ganse bedrijf van water te voorzien. Alles ziet er even groen uit, zoals wij kennen na een natte meimaand. Bij dit gebied zien we één mooi, groot huis, de rest is koterij, ook waar de medewerkers wonen.
Koterij is een huisvesting welke we veel zien, de mensen die we rond de krotten zien zijn geen Omani, wel inwijkelingen.

Vogels die nog we gisteren niet zagen:

Visarend (Pandion haliaetus)

Westelijke Rifreiger (Egretta gularis)

op dit strand lopen heel wat van deze krabben rond

schelpen en nog eens schelpen

een vlak deeltje aan de oostkust

de schelpenzoeker

hier staat een grote kolonie Hemprichs Meeuw (Ichtyaetus hemprichii)

af en toe kruisen de ‘kamelen’ onze weg.

de dieren zijn steeds erg nieuwsgierig, ze hopen dat we lekker gras meebrengen …

de Rotsduif (Columba livia) telt heel wat kleurvariaties

Gele Kwikstaart (Motacilla flava)

Rosse Grutto (Limosa lapponica)

deze Dunbekmeeuw (Chroicocephalus genei) moet van ver weg gefotografeerd worden, komen we iets dichterbij dan vliegen de vogels weg

een vogel welke we overal ter wereld zien , Steenloper (Arenaria interpres)

een vogeltje dat dicht bij ons komt om kruimels te pikken, Tapuit (Oenanthe oenanthe)

voorzicht

nog enkele schelpen

Aziatische Goudplevier (Pluvialis fulva)

water uit het waterzuiveringsstation komt deels terecht in een kreek waar heel wat watervogels te spotten zijn

jong van de Grauwe Franjepoot

Het is wat moeilijker om een plek te vinden om onze tent op te slaan. De ganse oostkust is verboden gebied omdat de mogelijkheid bestaat dat zeeschildpadden aan land komen om hun eieren te leggen. En dan is licht absoluut verboden.
Het noordelijk gedeelte van de westkust is nogal erg bewoond, dus ook daar mogen we niet staan. Toch een plaatsje gevonden bij de zee, niet ver van de doorgaande weg.


Om 5u45 worden we gewekt door het licht, ongeveer 10 minuten later komt de zon boven de horizon piepen. Tegen 8u zijn we aan de haven waar we nog onze instapkaarten moeten ophalen. In het kantoor staan er 2 rijen mensen aan 2 loketten. Nadat we even in de ene rij staan zegt iemand dat vrouwen voorrang hebben aan het andere loket.

Wanneer we op de pier aankomen staan 2 Omani naast hun auto naar ons te kijken, ze wachten om ons aan te spreken. Interessante babbel gehad met de ene man, over de veiligheid in Oman, de vriendelijkheid, Sultan Qaboos, de man die vader is over zijn natie, … en over het vuil dat we overal aantreffen. We zullen dat tegen alle Omani vertellen, misschien is er dan wel iemand die invloed heeft om ervoor te zorgen dat mensen hun vuil niet meer overal deponeren, wat volgens de man, vooral te wijten is aan de Aziaten ….

Omdat het zaterdag is, de laatste dag van het weekend, zit de boor vol. Er is een mannenafdeling en een familie-afdeling. Nu worden de familievaders ook gevraagd om de mannenzitplaatsen in te nemen, er zijn immers veel meer vrouwen en kinderen mee. Kinderen komen regelmatig eens kijken, waarschijnlijk ben ik een zeldzaamheid.


Eens terug op het vasteland rijden we langs de oostelijke weg richting zuiden

route welke we vandaag rijden

We slaan na meer dan 300km rijden, de afslag in naar kaap Madrakah.  Bij de kaap ligt een dorp en er is een lang strand, goed om onze tent op te slaan

op de achtergrond de kaap

en rechts de Arabische Zee, deel van de Indische Oceaan

overal op het strand zijn er bandensporen te zien, het zand is echter fijn en diep, dus niet zo gemakkelijk om te rijden met banden welke niet half leeg gelaten zijn

er zijn nogal wat golven op zee, dat belet echter niet dat krabben over het strand koersen

’s avonds verhaal voor de blog schrijven en de foto’s selecteren. Het zal nog even duren voor dit op de server van tangatanga terecht komt. Hier in de verre omgeving is er geen wifi

Hier is er geen water genoeg om al de inwoners uit het dorp van drinkwater te voorzien. Drinkwater wordt door omgekeerde osmose uit zeewater bereid

Omdat we dagelijks water moeten tanken voor alles behalve voedsel, stoppen we bij de plaats waar we vrachtwagens water zien tanken. Stephan stapt uit met de lege bidons, een man wenkt om te komen. Hij is Egyptenaar en werkt hier bij de waterdienst. Hij toont Stephan de installaties

Tijdens de laatste dag van dit verhaal, op zondag, rijden we naar de grens van de landstreek Dhofar (op de kaart als Zufar aangeduid)

Het grootste deel van de weg loopt, net zoals gisteren, door een vlak landschap met zand en stenen, af en toe wat lage begroeiing, soms kamelen die de weg kruisen (en voorrang hebben) en regelmatig een wadi die de weg kruist. Af en toe zijn er nederzettingen, vandaag meestal wat minder krotterig.

De eerste lagune, welke we zouden bezoeken, is niet te vinden, er is geen enkel spoor die in de richting gaat.
De tweede, veel grotere lagune kunnen we gemakkelijker bereiken. Eerst is er een asfaltweg, dan een niet verharde weg. Bij de lagune liggen veel vissersboten, dat verklaart de goede staat van de weg er heen.

Deze lagune loopt 7 tot 8 km landinwaarts en is verbonden met de zee. Ook hier zitten zeevogels, voor flamingo’s en lepelaars zijn we nog te vroeg op het jaar.

De meeste vogels zagen we de vorige dagen, die vermelden we niet meer.

mooie vogel, maar mijn vogelgids laat me in de steek om de naam te bepalen

Amerikaanse Goudplevier (Pluvialis dominica)

op het strand ligt een skelet van een schildpad, helemaal leeggegeten door vogels

wat verder zitten heel veel meeuwen op een zandbank, we zijn nog op een grote afstand. Komen we dichter dan vliegen ze krijsend weg

jongen van de Baraba Meeuw (Larus fuscus barabensis)

Wulp (Numenius arquata)

Reuzenreiger (Ardea goliath)

Reuzenstern (Hydroprogne caspia)

Kuifleeuwerik (Galerida cristata)

dit vogeltje blijft dicht bij ons zitten, dus betere foto

Iets verder bevindt zich enkele roze zoutmeren. Er is een asfaltbaan en een goed georganiseerde parking. Maar het waterpeil is erg veel gedaald, sommige van deze meertjes bevatten geen water meer, enkel een zoutkorst

We rijden nadien verder tot de grens met Dhofar, een landstreek waar we een tijdje zullen blijven.

Omdat er langs deze lange weg geen overnachtingsmogelijkheden zijn, is de laptop niet verbonden met wifi en sturen we het verslag later door.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

katrien Dankjewel voor je boeiende reportage Lou! wat hebben de Omani mannen een zalige tijd! Vervelen ze zich echt of gaan ze op in de tijd? wat die niet gekoelde vis betreft: best eerst goed doorbakken vooraleer te proeven:) Hier is lieske aan de beterhand, woont nu terug bij ons samen met haar 2 hondjes. Ook dat is een nieuwe ervaring! mooie verderzetting van jullie expeditie! herfstgroetjes. Katrien Geplaatst op 26 Oktober 2018
Lieve Goeie dag wereldreizigers! Ik was blij dat tangatanga er terug was. Jullie zitten midden in wat wij soms op een of andere documentaire eens zien passeren. Met uw blog hebben we een privé-documentaire, en hoe geïllustreerd! Geniet maar verder en tracht niet teveel zandkorreltjes te proeven. Geplaatst op 25 Oktober 2018
Cecile Strandjutters Zand dadelpalmen,kamelen,zeeschildpadden ,schelpen....mooi decor om door te rijden Stad Sur mooi gelegen met die dhau s in de haven Al die forten om niet te vergeten dat ze overal ter wereld goed gevochten hebben... Veel vogels uit Europa , minder mooi verenkleed dan in zuid Amerika En de Pakistani en de Indiërs doen daar het vuile werk voor de rijke Omani ! Benieuwd naar foto s uit uiterste zuide... Groots avontuur daar in de zandbak! Cecile Geplaatst op 25 Oktober 2018
LucFanGaby M.b.t. dat vogeltje, ik opteer ook voor de (gewone) grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata, spotted flycatcher (zie de borst)). Die komt zeer algemeen voor in Europa, mogelijks/wellicht ook tot in Oman. Een Fideculasoort (w.o. de bonte evenals de 'bontgekleurde' vliegenvangers) lijkt mij weinig waarschijnlijk, die hebben (behalve de mannetjes op kleur) bovendien een meer uitgesproken oogring. Die uitgesproken oogring komt ook voor bij de (niet bontgekleurde) kleine vliegenvanger (F. parva). Maar wie weet welke soorten of ondersoorten daar nog allemaal rondvliegen … Goeie reis verder en stuur al dat fraais maar door! Geplaatst op 25 Oktober 2018
Martine Een voor mij weinig bekende wereld gaat open ook al heeft de regio al een heel lange geschiedenis. Jullie reizen, wij leren! Geplaatst op 25 Oktober 2018
Dirk en Marleen Hey reizigers! Tja, je doet hier ook weer goesting ontstaan...! De 'onbegrepen' vogel: ik denk een vliegenvanger, muscicapa of ficedula, daar zijn in Oman enkele soorten van te zien, en mogelijks zijn vrouwtjes af en toe wat grijzer..., minder gekleurd… Zou zelfs de gewone grauwe vliegenvanger kunnen zijn... Maar ook zonder identificatie zal jullie reis wel lukken... Oei, vroeger blokkeerde deze site als ik internetverwijzingen inlaste, niét dus... Geplaatst op 23 Oktober 2018
LucFanGaby Leuke reportage van een land waar we allerminst mee vertrouwd zijn. Hou jullie haaks! Geplaatst op 23 Oktober 2018

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking