Reisverhaal «zuid Thailand deel 1»

Zuidoost Azië | Thailand | 2 Reacties 23 November 2013 - Laatste Aanpassing 05 Februari 2014

Het zuiden van Thailand is het gedeelte dat lang en smal is en en ten zuiden van Bangkok ligt. Een klein deel ervan ligt meer oostelijk en grenst aan Cambodja. In dat gebied ligt ook Pattaya, de voornaamste, maar zeker niet de enige stad, waar prostitutie hoogtij viert. Dat gedeelte bezoeken we niet, veel is er immers niet te zien.

Het grootste deel van zuid Thailand strekt zich over meer dan 1000 km van noord naar zuid uit.. Een deel grenst aan Myanmar, dat westelijk ligt, nog zuidelijker is de westzijde begrensd door de Andamanenzee. In het zuiden wordt het gebied begrensd door Maleisië. De 4-5 zuidelijke provincies zijn "sterk af te raden" door allerlei diensten, ook het Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken. Reden: problemen tussen moslims en Thailand.

Van Pak Chong, ten oosten van Bangkok waar we het natuurgebied bezochten, tot Pretchaburi rijden we via snelwegen. Niet te vergelijken met deze die we in België kennen: er rijden fietsers en motorfietsen, soms in de tegenrichting , er wandelen voetgangers, men steekt de snelweg over, er zijn plaatsen waar men een U-turn kan maken, … . Meestal zijn er 2, 3, 4 of 5 rijvakken in elke richting.

100 km rond Bangkok is er veel industrie. Ten westen en ten zuidwesten zijn we een tweede rijstteelt. Het gebied is daar erg waterrijk.
De ganse rit tot een heel eind voorbij Bangkok is eigenlijk absoluut niet mooi. Maar Bangkok moet voorbij gereden worden wil men van noord naar zuid reizen.

Later wordt het landschap weer mooier, minder vrachtwagens en geen industrie meer.

We houden halt in Petchaburi. Het is niet echt een toeristisch stadje, daardoor is alles wat goedkoper.
Petchaburi is bekend voor zijn zoetigheden gemaakt met palmsuiker.


De vroegere koningen hadden hier een buitenverblijf, het Phra Nakhon Khiri Palast. Het is geen luxe paleis, wel zijn de meeste tentoongestelde artikelen erg westers. Vele ervan zijn geschenken die de koningen van bezoekers ontvingen.

Het paleis ligt op een berg(je). Men kan te voet naar boven, vergezeld van honderden apen, of via een tandradbaan (1€ heen en terug).

Van boven heeft men een mooi zicht naar alle richtingen.

Ook boven proberen de apen te stelen wat ze maar kunnen, zelfs in vuilnisbakken met een kleine opening steken ze hun handen en armen in.

Vandaag is het de volle maan in november. Vooral de volle maan van oktober en november zijn belangrijk. Dan is het regenseizoen (bijna) ten einde.

De dag van volle maan, of het nu zondag of weekdag is, dat doet er niet toe, is er een klein festival. We bezoekn dat op 2 plaatsen.
Eerst wandelen we in het stadscentrum bij de rivier rond. Hier is een grote tempel, en 2 bruggen over de overvolle, snelstromende rivier. Er zijn heel wat stalletjes.

De belangrijkste verkopers zijn zij die een bloemstuk verkopen met enkele wierookstokjes er op en een kaars. Het bloemstuk is gemonteerd op iets dat op het water drijft. Heel veel bloemstukken, ook bootjes genaamd, bevatten één of meer orchideeën.

De mensen, persoonlijk voor zichzelf, een gezin, een koppel, … kopen zo een bloemstuk. Dan gaan ze naar de rivier en dalen ze via de trap af naar het water. Daar wordt de kaars ontstoken en dan houden ze het bloemstuk omhoog en denken over iets slecht uit hun kortgeleden verleden dat ze met het water willen weg laten drijven, en denken ook aan iets van de toekomst (dit is enkel bij het boeddhisme in gebruik). Daarna laten ze het bootje te water en veroorzaken ze wat golfjes zodat het wegvaart en met de stroom meegesleurd wordt. Onze chauffeur is boeddhist en hij legt ons dit uit, omdat we het vragen.

Er worden ook nog papieren ballons verkocht, net zoals 4 weken geleden. Onderaan is er een brandbare stof aangebracht, die ook aangestoken wordt. Hierdoor warmt de lucht in de ballon op en na een aantal minuten kan men de ballon loslaten en gaat hij de lucht in.

De betekenis van de ballon en van het bootje zijn soortgelijk.
Natuurlijk ontbreken de eetstalletjes niet, evenals enkele brolverkopers.

Later rijden we wat buiten de stad waar zich een grote tempel bevindt. Het is de tempel op 2 km van het guesthouse waar we verblijven.

Ook hier zijn de bootjes, geen ballonnen. Er zijn kraampjes allerlei, maar er zijn ook optredens en sportwedstrijden.

Voor vele mensen eindigt het festival rond 21-22u. Sommigen echter maken er ook een nachtelijk vertier van, alle gelegenheden zijn goed om te drinken!

De weg van Phetchaburi naar Phang Nga is iets meer dan 630 km en er zijn (voor het allergrootste gedeelte) 2 rijvakken per rijrichting. Maar zoals hiervoor al beschreven, het is geen snelweg! We doen over die afstand iets meer dan 8u. Overal waar we komen is het droog en begint het net te regenen, meestal zeer hevige regenbuien.

In Phang Gna is het over, geen regen meer. De weersvoorspellingen voor de volgende dagen geven telkens 50% of meer kans op regen!

Maar de volgende dag, helemaal geen regen, meestal zelfs blauwe lucht!

Phang Nga is vooral beroemd om het gelijknamige nationaal park in de Phang Nga baai, een baai die aansluit aan de Andamanenzee. Het nationaal park is beroemd om zijn James Bond rots. De rots kwam in een James Bond film van 1974 voor.
Het ganse gebied bestaat uit zeer vele eilanden in karst. Het uitzicht is zeer de moeite waard. Naast de deels begroeide rotsen zijn er ook grotten die in de kalksteen gevormd zijn.

De boten waarmee de baai bezocht worden zijn voorzien van een zware motor, de boten zijn ook veel beter gebouwd dan de rivierbootjes waarmee we op de rivieren of meren in Thailand en Lao voeren.

In het busstation van Phang Nga zijn er enkele kantoren van aanbieders van halve dag of dagtrips in de baai. We bestellen op maandagavond onze trip voor dinsdag.

De bodem van het nationaal park bestaat uit kalksteen dat 11.000 jaar geleden helemaal boven zeeniveau lag en bedekt was met ijs. Ongeveer 8.000 jaar geleden smolt het ijs (ijstijd ging voorbij) en het zeewaterniveau steeg zodat de valleien onder water kwamen. Ook allerlei andere invloeden rond 5.000 jaar geleden deden het zeeniveau nog verder stijgen. Door onderzoek vermoed men dat 3.000 jaar geleden het zeeniveau 1,5 m hoger lag dan nu. Er leefden toen volkeren waarvan men nog enkele getuigenissen, zoals rotstekeningen, heeft ontdekt. Er zijn geen resten van permanente bewoning gevonden, hetgeen het vermoeden bevestigt dat ze in grotten bij de zee verbleven.

de beroemdste grot in dit gebied is op het eiland Khao Ping Kan, beter bekend als de James Bond rots

Van Phrang Gna naar Pukhet stad is de afstand ongeveer 75 km.

Het eiland is verbonden met het vasteland via een brug. De hoofdstad is Pukhet stad, die ongeveer in het midden van het eiland aan de oostkust ligt.
De westkust is voor het grootste deel een aaneenschakeling van hotels en allerlei vertier en daar bevinden zich de meeste stranden. Door de gevaarlijke onderstromingen is zwemmen maar op enkele beperkte plaatsen mogelijk.
Het noordwesten is iets rustiger.

Normaal zou november al een drogere maand zijn, maar dit jaar is dit niet het geval.

Phuket is de meest welvarende provincie van Thailand, niet in het minst door zijn toerisme.

In de oude stad zijn heel wat gebouwen in Chinees-Portugese stijl te vinden.
Chinezen uit het zuiden van China en van het eiland Hainan zijn via de Zuid-Chinese zee in de jaren 1800 naar Phuket uitgeweken. Hiertoe behoorden ook vele handelaars.

Verder weken ook Maleiers naar Pukhet uit.

De vele winkels werden gebouwd naar het prototype dat geliefd was in Malakka, een havenstad op het Maleisische schiereiland. Malakka had een sleutelpositie in de handel in Zuid-Oost Azië vanaf de 14de eeuw. Toen al vestigden zich hier veel Chinezen.

In 1511 werd Malakka ingenomen door de Portugezen. Vanuit Malakka veroverde Portugal stukken land in Zuid-Oost Azië. Later hebben de Nederlanders en nog later de Engelsen de stad bezet. Nu is de stad haar betekenis kwijt als havenstad omdat grote zeeschepen, wegens de ondiepte, niet kunnen aanmeren.

De bouwstijl in Malakka werd beïnvloed door de Chinezen en de Portugezen.

De grondprijs voor de handelspanden in Pukhet werd bepaald door het aantal m gevel. Vandaar dat vele zaken een smalle gevel hadden en een grote winkeldiepte. Verder moest de voorgevel ook voor schaduw zorgen zodat de voetgangers goed beschermd voor de zaak bleven staan.
Veelal komt er op de gevel ook stuckwerk voor.
Deze Chinees-Portugese stijl bleef behouden tot ver in de 19de eeuw.

In Thailand zijn er op vele plaatsen nog pandjeshuizen te vinden, in Pukhet zijn die in handen van Chinezen. Indien iemand geld nodig heeft, en dat niet in bezit heeft, kan hij/zij dat krijgen, in ruil voor een roerende eigendom van een hogere waarde. Zelfs een auto kan als pand gegeven worden.
Komt men binnen de drie maanden zijn schuld, met intrest van 1,25% per maand (!) betalen, dan krijgt men het pand terug. Zo niet wordt het onroerend goed na 3 maanden verkocht en heeft de handelaar zijn geld terug

In Pukhet stad is er het Thaihua museum. Het gebouw zelf en alle tentoonstellingen binnenin leren ons veel over de geschiedenis van Pukhet.

In Pukhet was reeds in de jaren 1600 tin ontdekt. In de eerste helft van de 19de eeuw was het westen vragende partij voor tin. 5 rijke Chinese families, die eigenaar waren van de verschillende tinmijnen hadden meer arbeiders nodig, niet allen om in de mijn te werken,maar ook voor alle bedrijvigheid daar rond. Zo werden begin 19de eeuw heel veel Zuid-Chinezen aangetrokken.
De rijke families verzamelden Chinezen met dezelfde familienaam in één groep om de samenhorigheid te bevorderen. Ze hadden ook oog voor de gezondheid en de opleiding van de Chinese kinderen. De bouw van de school, samen met de opvoeding, was een belangrijke realisatie van hun doelstellingen. In 1948 werd de school helemaal gerestaureerd

Ondertussen was het toerisme op gang gekomen. In de jaren 1970 werd door Pukhet een wet uitgevaardigd dat toerisme op de eerste plaats kwam en dat de mijnindustrie moest ophouden te bestaan.
Dit was niet naar de zin van de Chiezen, maar uiteindelijk moesten ze zich erbij neerleggen.
De rijke Chinezen zijn dan beginnen investeren in zeer grote rubberplantages, en later ook in oliepalmplantages. Het toerisme is voor hen ook een belangrijke bron van inkomen.

Op de eindpunt van een schiereiland ten zuiden van Pukhet stad, bevindt zich het aquarium. Sommige zee-organismen zijn van erg ver weg ingevoerd, maar de meeste zijn afkomstig uit dit gebied. In dit gebied van de Adamenenzee komen heel veel koraalriffen voor, met de bijhorende koraalvissen

Door de tsunami van 26 december 2004, met het epicentrum ten westen van Sumatra in de Indische Oceaan en met een kracht van 9,3 op de schaal van Richter, werden in Thailand 5305 mensen gedood. De verwoesting vond plaats aan de westzijde van Thailand, ook Pukhet heeft erg geleden onder dat natuurgeweld. De koraalriffen en de mangroves hebben ook erg veel verwoesting gekend.

De volgende dag regent het weer de ganse tijd, wel met temperaturen van rond 26°C.
We hebben op het eiland Pukhet nog enkele uren een slechtweerprogramma af te werken, maar de bezoeken buiten schrappen we, niet wegens de regen, wel wegens de modder.
Het verkeer op het eiland is overal hectisch, stoppen, af en toe aanschuiven, weer stoppen, … en dat niet alleen tijdens de spitsuren, nee, de hele dag. Op 35 km doe je gemakkelijk meer dan 1,5u!

Centraal ongeveer op het eiland ligt Kathu. Nadat in de jaren 1980 alle mijnactiviteit is stopgezet in Pukhet ten voordele van het toerisme, is men in 1999 met de planning van een museum gestart.
In 2006 startte de bouw in Chinees-Portugese stijl, en in 2008 was de bouw voltooid. In 2009 begon men met de inrichting en pas in 2011 opende het museum voor het publiek.

Binnenin mag er weer niet gefotografeerd worden, maar niemand loopt rond en er is nergens een camera te bespeuren….

In het museum wordt er wat over de geologie van de aarde verteld en vooral tentoongesteld, is er ook wat over de mineralen die in de bodem en de zee van Pukhet werden gevonden, iets over de mijntechnieken, en verder nog wat taferelen en displays uit de tijd van de rijke Chinezen en de mijn. Ook opiumroken ontbreekt niet.

Alles staat bijna uitsluitend in het Thai gelabeld, dus soms is iets niet verstaanbaar.

Het doel van de oprichting van het museum is de 200 jaar mijnactiviteit in de herinnering te houden, en een toeristische activiteit bij te creëren. Nu al zijn er bijna geen toeristen, als het mooi weer is, denk ik, zien de talrijke personeelsleden hier niemand langs komen.
Veel van wat er tentoongesteld is werd ofwel door de mijnen ter beschikking gesteld ofwel geschonken door de rijke bewoners van Pukhet.

De mijnwerkers waren Chinezen, die met hun eigen gewoonten in Pukhet belandden.

Vooral tin werd hier opgegraven, of opgepompt. Naast tin waren er nog wat andere metalen als verontreiniging, die werden verwijderd.

De boom is er gekomen, toe het westen begon met blikken dozen en later ingeblikt voedsel. Die blikken bevatten binnenin veelal ijzer, met een tinnen laag als bescherming tegen het roesten.

Door de boom zijn nog meer Chinezen gekomen, waardoor ze een belangrijke stempel hebben gedrukt op elke vorm van de samenleving in Pukhet.
Vele bewoners nu hebben voorouders (één of twee generaties geleden) die Chinees, Malay of Thai waren.

Naast open mijnen werd er ook gewerkt in ondergrondse mijnschachten. Pas als er eenvoudige machines in gebruik genomen zijn, kon men ook dieper graven. Dan kon men soms gebruik maken van hydraulische pompen om het gesteente te breken en naar boven te voeren?
Soms werd er gebruik gemaakt van steenpompen. Het erts werd dan in de mijn reeds in kleiner gesteente gebroken en via dikke buizen omhoog gepompt.

Voor onderwatermijnen baggerde men met een soort baggeremmers.

Het tin dat hier gevonden werd is onder de vorm van het erts cassiteriet (chemisch tin(II) oxide). Het is het beste erts om tin te kunnen zuiveren. Het fijngemaakte erts werd met kalksteen (van de karstrotsen, dus voldoende in voorraad) en met steenkool gesmolten tot 1300°C. Hierdoor ontstaat er vloeibaar zuiver tin, met een zuiverheidsgraad van meer dan 99%, en afvalbrokken, die lichter in gewicht zijn en als slak bovenop drijven. Het vloeibare tin wordt dan in een volgend oven verder gezuiverd, meer dan 99,9% zuiver tin. Daarna wordt het gegoten in vormen en vervoerd naar de kopen, die het opnieuw kan smelten.

Na het mijnmuseum is er nog een laatste bezoek aan de vlindertuin annex insectenmuseum.
Er zijn een aantal mooi opgezette insecten en ook enkele levenden, waaronder schorpioenen en tarantula’s.

In de vlindertuin zijn vele orchideeën te zien

En natuurlijk, ook vlinders

In Pukhet lopen veel toeristen rond, momenteel omdat het helemaal geen strand- of zwemweer is. Blijkbaar is de grootste groep toeristen uit Korea. Wat ons het meest opvalt echter zijn de Russen, overal Russen. Af en toe is er wel een West-Europeaan te horen, maar dat is niets in aantal in vergelijking met Russen.

Pukhet ligt aan de westzijde van de Phang Gna baai, Krabi aan de oostzijde. We rijden dus weer voorbij Phang Gna.

Krabi stad ligt aan een rivier, die wat verder uitmondt in de Andamanenzee. De rivier stroomt over een afstand van 5 km door de stad.
De bodem rond Krabi bestaat uit klei en zand waardoor rubberaanplantingen, oliepalmen, mangoboomgaarden, kokosnoten en koffie hier goed gedijen. Regelmatig verschijnen er ook karstrotsen.

De kuststrook is vrij grillig ten westen van Krabi, met hier en daar (toeristische) stranden. In het gebied rond de stad zijn er mangrovebossen te vinden.
De stad zelf is wat toeristisch, vooral met mensen die de volgende dag naar één van de eilanden varen. Met dit regenweer, mist en iets wind blijft iedereen in de stad hangen. Op onze wandeling komen we dan ook wel wat blanken tegen (ook Russen).

We gaan ook even langs in enkele kantoren die daguitstappen naar eilanden verkopen. De ene probeert te verkopen, maar verstaat dat we pas morgen vroeg kunnen beslissen. De andere zegt dat het slechte weer aanhoudt en we dus niets kunnen gaan doen op de eilanden.
We horen dat de mensen van de eilanden weggehaald worden voordat er mogelijke stormen zouden losbreken.
We maken een wandeling naar 2 bezienswaardigheden: de tempel Wat Kaew en het dichtbij gelegen Krabi museum of Contemporany Art.

De mensachtige aap, Siamopithecus oceanus, waarvan gebitsresten gevonden zijn in een bruinkool (fossiele plantaardige brandstof) mijn in het zuiden van de provincie. De resten zouden van 40 miljoen jaar geleden dateren, uit het laat Eoceen. Hij/zij zou verwantschap kennen met soortgelijke organismen in Birma, Oman en Noord-Afrika. Tijdens het Eoceen waren uitwisselingen in de dierenwereld frequent tussen Afrika en Azië. De resten die hier gevonden zijn, zijn minimaal om een grote zekerheid te hebben. Er is wel een sterk vermoeden van verwantschap tussen mensachtige primaten in beide continenten.

Bovenop vele lantaarnpalen langs de rivier staat diezelfde arend in kleiner formaat afgebeeld. Hij blijkt hier in de streek voor te komen.

De volgende dag begint grijs en erg bewolkt maar toch zonder regen.
We bezoeken eerst Wat Tham Sua, de Tijgergrottempel. Deze tempel is gesticht in 1975 door de monnik Jumnean Seelasettho, die daar in een grot ging mediteren (Vipassana meditatie). Toen hij daar zat zag hij dikwijls tijgers of een tijger langs komen, althans volgens de legende.

Bovenop de rots, waarin zich de grot bevindt, is er een tempel gebouwd en is er een grote, zittende boeddha te zien.

De top van de rots is 600m boven de grond en er moeten meer dan 1200 smalle treden beklommen worden.
In de tempel wonen zowel monniken in hun oranje kleed, als nonnen in witte kledij. In tegenstelling tot de meeste monniken, kunnen de nonnen helemaal niet lachen!

Beneden is men momenteel bezig een nieuwe tempel te bouwen, het skelet in gewapend beton staat er al en vertoont al wat slijtage.

De onderste 2 verdiepingen worden tempel (een op elke verdieping) en er is al wat baksteenwerk ingevuld.

De trap tot boven is klaar incl een erg lage reling.

Traptreden op de eerste 2 verdiepingen hebben al wat brokstukken verloren.
Verder is men de spits van de toren aan het bekleden, met witte en met goudgekleurde tegels.
Op de onderste 2 verdiepingen staan er 4 torentjes, waarvan er 2 al wat bekleed zijn.

Onwillekeurig denken we aan de Sagrada familia in Barcelona.

Overal staan er tijgers als versiering en zijn er trappen met slangen of eerder met een drakenkop.

Aan de overzijde, in de karst is er de grot. Daarvoor is er een heel bouwwerk, zeer groot, waarin enkele goed gevoede monniken mensen en geschenken ontvangen, en na het gezang van de bezoekers, een tekst zingen in het Sanskriet. Sanskriet is voor Zuid-Oost Azië wat Latijn is voor het westen, een oude, dode taal, waarvan hedendaagse talen zijn afgeleid, en die in de godsdienst gebruikt worden (alhoewel boedhisme geen godsdienst is, eerder een filosofie). En om het raderwerk goed gesmeerd te laten draaien, de nonnen verkopen de geschenken! Er zijn 2 soorten geschenken nl. een verpakking met een oranje kledingstuk voor een monnik, en een soort grotere curverbox met allerlei dagelijkse benodigdheden waarbij vooral de bus scheerschuim opvalt.

Achter de grote hall is de grot van de monnik. Hier staan 2 tijgers

Als we binnen zijn in het gebied bij de grot, giet het meer dan pijpenstelen. We wachten wat tot de regen vermindert om naar de auto te gaan. Andere blanken denken er blijkbaar anders over en lopen in hun bikini in de regen met in hun hand een plastic zak die hun kledij bevat. Gesproken van aangepaste kleding!

We rijden naar een kust die te bereiken is via een ommetoer rond al de inhammen van een rivier. Hier komen we bij een uniek stuk strand, nu omgeven door een klein nationaal park.
Het strand bevat hele platen waarin massa’s fossiele gastropoden te vinden zijn, in het Nederlands noemen we die organismen slakken. Natuurlijk zijn er enkel fossielen van huisjesslakken te vinden (de naaktslakken hebben immers geen versterkte schaal die kan fossiliseren). De slakken hier hebben een torenvormig huisje.
75 miljoen jaar geleden zou hier een zoetwatermeer geweest zijn. In het water kwamen toen veel meer slakken voor dan nu. Bij het afsterven van het dier, zonken de slakken naar de bodem. Dit proces zou 35 miljoen jaar geduurd hebben. Ook plantaardige overblijfselen zonken en kleideeltjes kwamen op de bodem terecht.
Daar waar veel plantenmateriaal zich opstapelde is nu te herkennen aan de lagen bruinkool.
Naast klei was er ook kalkbezinking. De klei-schelp-kalklaag werd in elkaar gedrukt en is nu nog als plaat te zien. De platen zijn hier 1 tot 2 m dik, maar ze zijn blootgesteld aan de golfslag en eroderen dus.

De zee heeft grote en vele schuimkoppen, en het regent hard. Er is bijna geen wind. Ondanks de waarschuwing niet uit te varen met kleinere boten, komen we een groep Duitsers tegen die deze ochtend toch uitgevaren zijn. Ze hadden immers betaald! Maar na een tijdje varen zijn ze onverrichter zake moeten terug keren.

Wat later vandaag, bij een ander strand, staan heel wat mensen op een platform, blijkbaar ook politie en pers. Blijkt dat een vissersbootje (zo één van het formaat waar we enkele dagen geleden mee hebben gevaren) met muis vergaan is. De 3 mannen hebben zich kunnen redden door naar het nabije strand te zwemmen

Hun boot ligt een eind verder, omgekeerd, in de golven te zwalpen. Ze zitten te wachten tot iemand hun boot gaat halen en naar het strand sleept. De vangst en al hun materiaal zijn ze kwijt.

We zien hier en daar enkele mensen in de zee, die zich laten meevoeren met de golven. Door gevaarlijke onderstromingen, overal langs de kust, is dit niet de best gekozen bezigheid! Maar nergens in Thailand is er strandbewaking, evenmin als een gekleurde vlag. Iedereen moet het voor zichzelf weten.

Verder bezoeken we nog een orchideeënkwekerij, maar er worden , op één soort na, alleen maar andere planten gekweekt. Vlak ernaast is er een kwekerij van reuzenmeervallen (Pangasianodon gigas). Hier is een Amerikaanse en haar Zuid-Thaïse man, de boss. Hun 2 kinderen zijn thuis en ze heeft met haar kinderen een project om iets te leren over de diverse landen van waar haar bezoekers afkomstig zijn. Blijkbaar zijn wij de eerste Belgen sinds haar project gestart is.
Ze geeft elk van ons een zakje visvoer, in ruil voor inkomgeld, zodat de verschillende vissoorten gemakkelijk te zien zijn. Ze zijn immers gewoon om gevoederd te worden.
Naast meerval wordt er vooral Tilapia gekweekt. We zien ook enkele reuzen baarzen.

Zondag keren we terug richting Bangkok, met nog wat bezoeken op de terugweg. De weersvoorspellingen zijn een beetje streekafhankelijk, maar het lage luchtdrukgebied blijkt nog niet te verdwijnen.


 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Claudine Leleu Zo te zien is er veel te beleven in Phuket en omgeving.Het staat zeker op ons programma.Mooie foto 's van vlinders en schitterende zichten met het karstgrsteente.Enne,we zijn weer wat slimmer geworden dankzij je deskundige uitleg.We wensen jullie verder veel zon en tropische temperaturen toe.Geniet ervan. Hartelijke groeten. Claudine en Guido. Geplaatst op 25 November 2013
Cecile Hier goede zondag avond Weer mooie vlinders,koraalvissen gezien en prachtige karstzuilen in water! Volle maan brengt altijd sfeer in flayosc,ook ginder blijkbaar als je savonds buiten zit.ik Ben naar europalia india geweest in brussel,daar ook portugese huizen van 16 de eeuw,ook veel naga,slang motieven bij de hindoes,ook ganesha met olifantenkop Ik lees nu veel over verre oosten,nogal ingewikkelde vreemde kulturen Zet Jullie boeiend avontuur maar verder,hier st niklaas en kerstsfeer! Tôt ziens Cecile Geplaatst op 24 November 2013

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking