Reisverhaal «Limpopo»

Zambia en zuidelijk Afrika | Zuid-Afrika | 2 Reacties 27 Oktober 2012 - Laatste Aanpassing 27 Oktober 2013

Voorbij Loskopdam rijden we Limpopo binnen. Het eerste deel van de omgeving van de N11 is landbouw. Er zijn vooral grote citrusvruchtenboerderijen. Er zijn ook een aantal druivenboerderijen, waarschijnlijk voor tafeldruiven. Verder is er hier en daar een enorm graanveld en soms zien we maisvelden. Wat verder noordelijk zijn er vooral wildboerderijen. Wat er met het wild gebeurt weten we niet (jacht of vleeskweek). Eens we op de N1 komen is het landschap meer bergacchtig en ligt er wat grond braak. We stoppen op enkele km voor Makhado. Er is een camping in een natuurreservaat van een vereniging voor wildbescherming. Maar wild of zelfs vogels zijn hier beperkt te zien. De kampeerplaats is het voornaamste om de lange rit naar het noorden te onderbreken.

Na Makhado gaat de weg door de Soutpanbergen, een stukje mooie natuur. Wegens de erg smalle vallei zijn hier in 1961 2 tunnels gehouwen in de rotsen.

Verderop is er weer landbouw en vooral wildboerderijen.

We komen in de streek waar de baobab het zeer goed doen. Er staan vele zeer grote prachtexemplaren.

Musina is de meest noordelijke stad van het land en ligt op slechts 10 van de enige grensovergang met Zimbabwe. Hier komen vele emigranten uit Zimbabwe toe, deels gevlucht omwille van de politieke tegenstelling, maar grotendeels omwille van de heel slechte werkgelegenheid. In Musina ziet het dus letterlijk en figuurlijk zwart van het volk. Sommigen proberen met verkoop iets bij te verdienen, sommigen proberen verder in het land werk te zoeken, sommigen hangen wat rond wachtend op iets hoopvoller.

Leger en politie is hier in grote aantallen aanwezig en ze stoppen overal waar ze denken dat er iets niet naar de Zuidafrikaanse normen werkt.

Er zijn veel sloppenwijken. Er zijn veel winkels maar er is geen luxe te zien, behalve dan het mooie bord van De Beers die hier een goudmijn exploiteert. De Beers heeft een belangrijk deel van de goud- en diamantmijnen in gans zuidelijk Afrika in bezit.

In dit geval zijn het nu geen Chinezen, maar we zien wel een erg grote Chinese zaak waar zeer veel verkocht wordt.

Er zijn ook kopermijnen in de omgeving van de stad.

Voorbij de stad slaan we af richting westen naar het Mapungubwe Nationaal Park. Dit park ligt tegen de grens van Zimbabwe en van Botswana, met telkens de Limpopo rivier als fysische grens. In het park zijn 10 plaatsen voor tenten, maar die blijken “full booked” te zijn. Op 30 km van de parktoegang is er een wildranch waar ook kampeergelegenheid is. En nu weer iets anders: elke tentplaats heeft een huisje met een terras, een eigen toilet, een eigen douche en een eigen keukentje. Omdat het hier ’s avonds minder koud is, zitten we op het terras. Op de andere campings zitten we meestal nog te lezen (en de blog te maken) in onze minibus.

Door het manoeuvreren zien we plots één van de 4 banden leeg lopen. We zien het niet alleen, we horen het ook. Al snel komen 2 mannen van het domein helpen, ze steken de reserveband op zodat we terug naar Musina kunnen om de band te laten herstellen.

Het domein is groot en mooi georganiseerd tussen de aanwezige rotsen door. In heel het gebied hier, dus niet enkel in het Nationaal Park, komen wilde dieren voor.

Het nationaal park Mapugumbwe heeft enkele bijzonderheden.

Eerst is er een gebied dat tot Werelderfgoed is verklaard. Dit gebied bevat opgravingen en vondsten van het laat stenen tijdperk. De tijdperken zijn totaal verschillend van deze in Europa. Ondanks het feit dat de oorsprong van de moderne mens in Afrika te vinden is, is de ontwikkeling hier veel langzamer verlopen. En er zijn geen geschreven bronnen, dus men heeft weinig om zich op te baseren. Maar hier in het gebied van de Limpopo rivier zou zich het eerste koninkrijk op Zuid-Afrikaanse bodem bevonden hebben. Er woonde sinds 1030 in dit gebied een volk waarvan men resten gevonden heeft bij opgravingen. De grondlaag waarin die resten zich bevinden is niet zo erg dik. Vanaf 1220 tot 1290 zijn hier 3 andere lagen opgekomen. Ze zijn telkens vrij dik en bevatten onderaan een verharde laag die de bodem van de huizen vormde. Die harde lagen, ze zijn nu nog hard, bestaan voornamelijk uit klei en dierenmest. Daarop zijn potscherven, resten van botten, assen van verbrande bomen en ook modder gekomen. Men vermoed dat er regelmatig overstromingen plaatsvonden van voornamelijk de Limpoporivier. Het belangrijkste echter dat men hier heeft opgegraven bevond zich op een rotsplateau dat zich boven de vallei, waar het volk woonde, uitstrekte.

Dit rotsplateau heeft rechte rotswanden, er was maar één mogelijkheid om boven te komen en dit was (en is nog steeds) via een kloof. In de wanden had men wat plaats uitgehouwen (nog te zien) waar men houten balken in aanbracht om zo een soort ladder te vormen. Nu zijn hier houten trappen gemaakt.

Boven leefde (minstens één) een koning en mensen die tot zijn gevolg behoorden. Alles wat men boven nodig had (inclusief water) moest via die ladder en door vrouwen gedragen, omhoog. Boven was er enkel rots. Indien iemand stierf moest die begraven worden, terwijl er nog maar beperkte mogelijkheden waren om rotssteen te bewerken. Dus is er grond van de vallei door vrouwen, via die ladder, naar bovengebracht.

In 3 graven heeft men hier gouden voorwerpen gevonden. Maar niet alleen goud was hier. Er zou blijkbaar al een handel geweest zijn met de Arabieren en het Verre Oosten. Dit bewijst men aan de hand van terug gevonden voorwerpen die van het oosten afkomstig waren. Het meest merkwaardig is een gouden neushoorn met slechts één hoorn en met korte poten. Die is gemaakt uit bladgoud en bedekte een houten neushoorn.

Het bezoek aan de site gebeurt met een safarijeep om de eerste 6,5 km door het park te overbruggen en dan een wandeling met een gids (gewapend)

Als tweede troef heeft men nu een museum in het nationaal park (het is nog geen jaar open, en werd pas vorige maand officieel ingehuldigd. Het gebouw is een heel speciaal ontwerp, dat helemaal past in de omgeving wat betreft gebruik van stenen. De mensen die er aan gewerkt hebben waren werklozen uit de buurt die een opleiding kregen. Er is zo weinig mogelijk Koolstofdioxide-uitstoot nodig geweest voor de gebruikte materialen en technieken. In het museum kan er absoluut niet gefotografeerd worden.

Een derde troef is het landschap dat heel wat zandsteenrotsen kent. Op het einde van een weg die voor elk voertuig te berijden is, heeft men 2 goede, betegelde wandelpaden. Eén dat eindigt op een uitzichtterras op de vallei met rode zandsteenrotsen, een tweede dat richting Limpopo rivier gaat met uitzicht op de rivier en de samenvloeiing met de Shashi.

En een vierde iets zijn de wilde dieren en de vogels. En ook hiervoor heeft het park een speciaal iets. Er is een treetop walk, een houten looppad op een meter of vijf boven de grond, langs de bladeren van de bomen. Het wandelpad is vrij lang, veilig en gaat tot aan de Limpopo. Men wandelt daardoor hoger en dichter bij de vogels. Maar er zijn ook dieren onderaan te zien.

Het Mapungubwe Nationaal Park is echt de moeite van een bezoek waard.

De Limpoporivier vormt hier de grens met naar het noorden Zimbabwe en naar het oosten Botswana. Ter hoogte van het park is er een samenvloeiing van de Shasharivier met de Limpopo. De Shasha vormt de grens tussen Zimbabwe en Botswana. 3à-40 jaar geleden was de grens tussen Zyud-Afrika en zijn buurlanden hier met militair materiaal afgeschermd. Nu kan men bij wijze van spreken eenvoudig overlopen net zoals de dieren doen. Hier is het nog droog seizoen, dus de rivieren staan nagenoeg kurkdroog. De grensovergang naar Botswana hier in de buurt is gewoon door de droge rivierbedding rijden.

Er zijn in Limpopo nog een aantal kleinere parken, waarvan we beslissen ze niet te bezoeken. In het zuiden van de provincie is er een stadje Warmbath (of Bela-Bela) waar warmwaterbronnen zijn. We zouden daar naartoe gaan. ’s Morgens pakken bij goed weer de tent in (de dag voordien was het maximaal 31°), maar tegen het moment dat we in Warmbath zijn is daar een groot onweer met veel regen, bliksem en donder. We rijden toch tot de camping en daar vertelt men ons dat in het weekend er enkel voor 2 nachten kan gekampeerd worden. Door deze 2 (relatief)tegenvallende dingen rijden we verder en verlaten we Limpopo.

 

Print Friendly and PDF

 

 

 

 

Plaats een Reactie

Cecile Hallo ginderachter Leuk verhaal,ik hoor later nog wel meer over de archeologie en de oudste bewoners in Afrika,hier zijn de donkere weken begonnen Ik ben aan het naaien : shirt in tricot stof,hopelijk lukt het me! Ineke herbegint te werken volgende week,Sofie na nieuwjaar Dolf is al bezig in zijn thuis met afbraak binnenin Groeten Cecile Geplaatst op 29 Oktober 2012
claudine Triestig dat er nog zo veel sloppenwijken bestaan.Merkwaardig dit prachtige neushoorntje in goud,wat weten we toch weinig over de geschiedenis van zwart Afrika.Er is toch meer te krijgen dan in Zambia als men al die winkeltjes ziet,ook aan wild geen gebrek in de parken.Prachtige natuur met o.a.fantastishe exemplaren van baobabs,Stephan zinkt in het niets naast zo een gigant. Het winteruur is ingegaan en het heeft deze nacht de eerste maal gevroren.Geniet dus maar volop van warme zonnige dagen. Groetjes van Claudine en Guido. Geplaatst op 28 Oktober 2012

 

      
This site is only viewable in landscape mode !
Session Tracking